Zakenrecht
Inleiding
Zakenrecht = onderdeel van het privaatrecht/ burgerlijk recht
Goederenrecht is een onderdeel van het privaatrecht: dit regelt rechtsverhoudingen tussen
particulieren. Dit wordt nog eens opgedeeld in:
1) patrimoniaal recht/ vermogensrecht
2) extra patrimoniaal recht
Goederenrecht is ook een onderdeel van het vermogensrecht
- Betrekking op de actieve en passieve samenstelling van het vermogen/patrimonium
- Vermogen =
Actieve bestanddelen: goederen +rechten
Passieve bestanddelen: schulden + plichten
Omschrijving
Objectief recht subjectief recht:
- Subjectief recht: veronderstelt een concrete rechtsverhouding tussen personen waarop het
objectief recht wordt toegepast.
Subjectieve zakelijke rechten:
- Concrete bevoegdheden en aanspraken t.a.v. andere personen betreffende zaken wanneer
de toepassingsvoorwaarden van algemene zakenrechtelijke regels vervuld zijn.
Subjectieve obligatoire rechten : verbintenisrechtelijke aanspraak.
- Uitsluiting
A. extra patrimoniale rechten
Bv: Recht om te huwen, recht op vaderschap, persoonlijkheidsrechten (recht op een naam,
recht op afbeelding, recht op privacy…)
- Zijn niet in geld waardeerbaar of toeëigenbaar
- Behoren niet tot het vermogen
- Zijn onvervreemdbaar (er kan niet over worden beschikt)
Nuancering: over bepaalde aspecten van deze rechten zijn wel overeenkomsten mogelijk
uitoefening van desbetreffend recht
Bv: toelating om foto te gebruiken in publiciteitsreclame
Bloed- orgaangift
Publicatie van persoonlijke briefwisseling na overlijden auteur
De schending van extra patrimoniaal recht kan aanleiding geven tot schadevergoeding (geld)
B. Verbintenissen
- Rechtsverhouding tussen twee of meer personen, die ontstaat krachtens de wet ingevolge
een rechtshandeling of rechtsfeit
- Op grond waarvan de ene persoon t.o.v. de andere gehouden is tot het leveren van een
prestatie (iets geven, iets doen, iets niet doen…)
,C. vorderingsrecht
D. intellectuele rechten
Geheel van rechten die zijn toegekend aan een auteur of uitvinder ter bescherming van de
voortbrengselen van zijn geest (kunstwerk, boek, uitvinding…)
- Dubbel aspect:
Moreel recht: recht om boek uit te geven, kunstwerk tentoon te stellen, auteurschap op
te eisen, illegale kopieën aan te vechten
Vermogensrecht: economische exploitatie van de creatie (reproductie, licenties)
Extra patrimoniaal aspect + patrimoniaal aspect
Vier krachtlijnen van het nieuwe goederenrecht:
1. Geïntegreerde benadering: integratie van diverse delen en dus afschaffen van sommige
hoofdstukken, afschaffen van wetten die ze gaan vertalen in 1 boek.
2. Instrumentalisering: het goederenrecht zien als middel, niet als een doel. Zo groot
mogelijke transparantie bij zakelijke rechten brengen.
3. Modernisering: goederenrecht afstemmen op de actuele maatschappelijke verhoudingen.
Modern gebruik en rentabiliseren van openbaar domein.
4. Flexibilisering: eenheid en ondeelbaarheid van vermogen, verlenging van de duurtijd van
zakelijke gebruiksrechten, flexibilisering op het niveau van degene die een zakelijk recht
kan vestigen, flexibilisering op niveau van de bevoegdheden van de vruchtgebruiker.
Hoofdstuk 1: Indeling der goederen
Goederen:
- Art 3.14: goederen in de ruimste zin zijn alle voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-
eigening, met inbegrip van de vermogensrechten.
- Art 3.38: voorwerpen, ongeacht of ze natuurlijk of kunstmatig, lichamelijk of
onlichamelijk zijn, zijn te onderscheiden van dieren. Voorwerpen en dieren zijn te
onderscheiden van mensen.
Dieren (goederen)
- Art 3.39 BW:
o Dieren hebben een gevoelsvermogen en hebben biologische noden
o De bepalingen met betrekking tot lichamelijke voorwerpen zijn op dieren van
toepassing, met inachtneming van de wettelijke en reglementaire bepalingen ter
bescherming van dieren en van de openbare orde
Lichamelijke voorwerpen VS onlichamelijke voorwerpen
- Lichamelijke voorwerpen kunnen zintuiglijk worden waargenomen en worden gemeten
middels een momentopname.
- Onlichamelijk voorwerp: handelszaak (=, cliënteel, schuldvordering (ook wel zakelijke
rechten op mogelijk)
Vruchten en opbrengsten (art 3.42 BW)
- Vruchten van een goed zijn datgene wat het goed periodiek voortbrengt, zonder dat dit de
substantie ervan wijzigt en ongeacht het uit zichzelf gebeurt of als gevolg van de
valorisatie ervan. (appels, kersen…aan een boom)/ (dier die baby krijgt)
- Opbrengt is datgene wat het goed opbrengt, maar waardoor de waarde van het goed
onmiddellijk of geleidelijk wordt verminderd. (omgekapte bomen)
,Afdeling 1: de goederen volgens de graad van toe-eigening
Belang van deze indeling
- Goederen zijn slechts het voorwerp van zakelijke rechten indien het rechtssubject een
heerschappij kan en mag op uitoefenen
- Voorwerpen die niet vatbaar zijn voor toe-eigening omwille van een wettelijk/feitelijk
beletsel (wettelijk: voorwerpen buiten handel/feitelijk: gemene voorwerpen)
Goederen in en buiten de handel
Belangrijk voor het vermogensrecht
a) Goederen in de handel: kunnen voorwerp zijn van vermogensrechten: van private toe-
eigening en verhandeling tussen de burgers = deel rechtsverkeer
b) Goederen uit de handel
- In feite = in aanmerking voor private toe-eigening en verhandeling
- In rechte = niet in aanmerking
Goederen of geen goederen
- Geen goed = voorwerp die niet vatbaar is voor toe-eigening omwille van een wettelijk of
feitelijk beletsel
o Wettelijk beletsel: voorwerpen buiten de handel (kleine teen van iemand anders kopen)
o Feitelijk beletsel: gemene voorwerpen
Gemene voorwerpen (res communes): voorwerpen die niet in hun totaliteit worden
toegeëigend. Zij behoren aan niemand toe en worden gebruikt in het algemeen belang, met
inbegrip van het belang van toekomstige generaties. Het gebruik ervan is voor iedereen
hetzelfde en wordt door bijzondere wetten geregeld. (art 3.43, lid 1 BW)
- Het gebruik wordt geregeld door bijzondere wetten (vb: lucht, wind, …)
Goederen zonder eigenaar: roerende en onroerende goederen die geen eigenaar hebben
maar wel voor toe-eigening vatbaar zijn (art 3.43, lid 2 BW)
- Nooit eigenaar gehad en voor toe-eigening vatbaar, er is geen eigenaar (res nullius)
- Eigenaar heeft afstand van het goed gedaan (in de vuilbak gegooid): dit goed is
achtergelaten en is ook voor toe-eigening vatbaar (res derelictae)
= te onderscheiden van de verloren goederen (horen wel aan iemand toe) en verborgen
goederen (schat, hoorde aan iemand toe).
o Eigendomstheorie in art 3.58 ev. = vinden van bepaalde goederen kan in bepaalde
gevallen leiden tot eigendom al dan niet onmiddellijk, al dan niet na vervulling van de
formaliteiten.
1.2 Eigendom
Gevonden goederen (art 3.58 en 3.59 BW):
- Nieuwe uniforme eigendomstheorie uitgewerkt. (samensmelting regeling van de verloren
zaken, zaken die aan niemand toebehoren, res derelictae en schatten)
o Verloren goederen hebben een eigenaar maar deze is onbekend
o Schatten = goederen die verborgen werden maar deze hebben wel een eigenaar
gehad. Deze eigenaar kan wel zijn eigendomsrecht niet meer aantonen.
- Het vinden van een goed kan u in bepaalde gevallen een eigendomstitel opleveren.
, Art 3.59 BW: de gevonden zaak blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar.
o Zelf redelijke pogingen ondernemen om eigenaar te vinden = vervolgens aangifteplicht
wanneer men de eigenaar zelf niet vindt binnen 7 dagen bij gemeente naar keuze
o Aangifteplicht geldt niet voor zaken die buiten een woning zijn geplaatst om te worden
opgehaald of op een vuilnisbelt te worden geworpen (sofa op de stoep in studentenstad)
- Gemeente moet register in het leven roepen
- Vinder bewaart zelf of brengt goederen naar de gemeente
- Beschikkingsmogelijkheid over de gevonden goederen (verkoopopbrengst bewaren)
o Onmiddellijk indien bederfbaar
o Na minimum 6 maand bewaring en 3 maand indien het gaat om fietsen
Wanneer kun je eigenaar worden van het gevonden goed of de verkoopopbrengst ervan?
- Zaken die buiten een woning zijn geplaatst om te worden opgehaald = onmiddellijk
- Zaken die je vindt zonder eigenaar = onmiddellijk , aangifteplicht
- Zaken die je vindt met een eigenaar= 5 jaar na aangifteplicht indien eigenaar zich niet
kenbaar maakt
Verborgen goederen (schatvinding oud BW):
- Eigenaar vindt verborgen goed zonder eigenaar in zijn eigendom = onmiddellijk eigenaar
na aangifteplicht
- Vinder vindt het verborgen goed zonder eigenaar- heeft zakelijk of persoonlijk
gebruiksrecht = wordt van helft eigenaar na aangifteplicht- eigenaar krijgt andere helft
Troostprijs: wie geen eigenaar wordt, maar wel verplichtingen heeft voldaan heeft recht
op een redelijke beloning naargelang de omstandigheden
Publieke goederen en private goederen art 3.45:
Publieke goederen: behoren tot privaat domein, behalve als ze tot openbaar domein zijn
bestemd.
- Goederen die toebehoren aan een publiekrechtelijke rechtspersoon
o Geheel van goederen van overheid
o Omvat het openbaar domein en privaat domein. Behoren tot privaat domein behalve
wanneer ze tot het openbaar domein bestemd zijn.
o Domeingoederen kunnen zowel onroerend als roerend zijn
o Titularis: publiekrechtelijke rechtspersoon= federale staat, gewesten, gemeenschappen,
gemeenten, overheidsdiensten die als zelfstandige openbare rechtspersonen een
openbare dienst verlenen (OCMW, de lijn, de post…)
o Kunnen enkel worden vervreemd door regels bepaald in administratief recht.
1. Openbaar domein:
- Deze vormen een bijzondere categorie van publieke goederen.
Ze zijn uit hun aard of door een uitdrukkelijke wilsuiting vanwege de overheid
geaffecteerd tot het openbaar domein.
- De goederen zijn noodzakelijk voor het vervullen van de openbare dienst.
Definitie: Een goed behoort tot het openbaar domein, wanneer het door de bevoegde overheid
uitdrukkelijk of stilzwijgend bestemd wordt tot het gebruik van allen of voor een openbare
dienst.