100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Taal - Diagnostiek - Ontwikkelingsstoornis €5,49
In winkelwagen

College aantekeningen

Samenvatting Taal - Diagnostiek - Ontwikkelingsstoornis

 25 keer bekeken  0 keer verkocht

Deze samenvatting omvat alle hoorcolleges van het vak Taal diagnostiek dat gegevens is door meneer Chris De Bal. Met behulp van deze samenvatting was ik er van de eerste keer door. Succes :)

Voorbeeld 4 van de 80  pagina's

  • 10 februari 2021
  • 80
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Menr. c. de bal
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (41)
avatar-seller
M123P
Hoofstuk 1: Taalontwikkelingsstoornissen:
Afgrenzing, indeling, definities, begrippen en verklaringsmodellen.

1. Afgrenzing – indeling

Onderscheid tussen:
- Internationaal aanvaarde indelingen.
- Klinische indelingen:
 Ontwikkeling  → verworven.
 Specifiek  → niet – specifiek.

Internationaal aanvaarde indelingen:
 DSM – classificatie:
 Diagnostic and Statistic Manual of Mental Disordes
(Als logopedist weinig gebruik)



Kenmerken DSM-classificatie:
1. Persisterende moeilijkheden in verwerven en gebruik van taalsymbolen (gesproken,
geschreven, gebaren) → verschillende componenten.
2. Taalvaardigheden onder leeftijds-verwachtingen.
3. Taalstoornissen als primaire aandoening of als gevolg van andere beperkingen.
4. Symptomen aanwezig vanaf de kinderjaren.
5. Taalmoeilijkheden resulteren in functionele beperkingen m.b.t. effectieve communicatie,
schoolse prestaties en/of beroepsuitoefening.

(Persisterende moeilijkheden: blijven moeilijk in gesproken, geschreven en
gebarentaal. Moeilijkheden doen zich voor in alle componenten van taal.)

Klinische indeling:
 ICIDH – ICF
o International Classification of Impairments, Disabilities and Handicaps.
o International Classification of Functioning, Disability and Health → multidimensionele benadering.

- Klinische context omdat hij de klinische aandacht zicht op:
 Hoe al deze factoren kunnen bijdragen tot het in stand houden van functionele beperkingen.
 Hoe ze kunnen samenwerken om het optimaal dagelijks functioneren te faciliteren.

1.1. Ontwikkeling VS. verworven (klinische indeling) → Meest gebruikt door logopedist.

Ontwikkelingsstoornis: 0 – 6 jaar

Verworven stoornis: Volwassenen
Bv. door hersentrauma, hersenbloeding.

,Uitzonderingen:
Kinderen kunnen verworven stoornis krijgen als het kind een normale taal ontwikkeling heeft. Maar dan
opeens een auto – ongeluk krijgt en met zijn hoofd tegen iets aan vliegt. Als het kind dan een hersentrauma
krijgt en in coma ligt en dan wakker wordt en niets meer kan zeggen en niets meer begrijpt.

Bij geboorte: bv. zuurstoftekort = verworven stoornis. → Doordat er iets misgelopen is kan het bij de
verworven stoornis zijn.

1.2. Specifiek VS niet – specifieke stoornis

Specifiek Niet – specifiek
Primair Secundair
Op zichzelf staand Niet op zichzelf staand
Geen oorzaak Duidelijke oorzaak

De diagnose van een specifieke ontwikkelingsstoornis wordt vaak gesteld op basis van exclusie – of
uitsluitingscriteria.

• Specifieke taalontwikkelingsstoornissen (SLI): op basis van exclusiecriteria:
1. Benedengemiddelde intelligentie. (non-verb. IQ < 85)
2. Gehoorstoornis. (drempel op 25 à 30 dB)
3. Ernstige neurologische of orofaciale afwijkingen. (bv. Epilepsie)
4. Afwijkend sociaal gedrag. (cf. ASS bv. autisme)
5. Tweetaligheid.
6. Ernstige deprivatie of onvoldoende taalaanbod.
(deprivatie: beperkte opvoedkundige ontwikkeling)

• Niet-specifieke taalontwikkelingsstoornissen: duidelijk aanwezige oorzaak.
 Als een van de exclusiecriteria niet aanwezig is.

 Discrepantiecriteria: onderscheid tussen taalstoornissen:
➢ Kloof tussen actuele en verwachte taalniveau.
➢ Wanverhouding tussen verbale en non-verbale mogelijkheden.
(15 IQ-punten verschil? Kritiek! → Het ene kind is sterker in het verbale dan in het non – verbale)
➢ Klinische en psychometrische referentiepunten om discrepantie te beschrijven:
verschil in visie: Aram  Tallal.

Visie:
Aram: Ouders en logopedisten weten zeer goed wanneer het fout of niet fout is. Ze weten waar ze naar
moeten kijken. (klinische referentie)
Tallal: Je moet testen gebruiken om dat te weten. (psychometrische referentie)
• Nodig dat wetenschappers en clinici zelfde criteria hanteren?
 Wellicht niet; immers vaak andere doelstellingen.

• Combinatie exclusie-, inclusie- en discrepantiecriteria i.f.v. onderscheid specifieke en niet-specifieke
taalstoornissen

• I.f.v. klinische diagnose: discrepantiecriteria beter bruikbaar dan exclusie- en inclusiecriteria ➔ vraag is nl.
‘wijkt taal af?’

,• Alternatief voor exclusie en discrepantie: multi-axiaal classificatiesysteem (of sterkte-zwakte analyse)
• Uitgangspunt: classificatie op meerdere assen:
1. Taal en spraak
2. Gedrag
3. Cognitie
4. Medische problematiek
5. Pedagogische factoren

Meestal valt er niet 1 as uit, maar meerdere. ( 1 as: 17%, 2 assen: 33%)

• Belangrijk: Onderscheid tussen verschillende taalstoornissen i.f.v. kiezen therapievorm en – inhoud.

BELANGRIJK:
Taalstoornissen Diagnose
Taalontwikkelingsstoornis Exclusiecriteria
Verworven taalstoornis Discrepantiecriteria
Specifiek Inclusiecriteria
Niet – specifiek


1.2. Taalontwikkelingsstoornissen

1.2.1. Definities

• Verschillende:

“Een kind heeft een taalontwikkelingsstoornis als de taalontwikkeling beduidend achterblijft bij of negatief
afwijkt van het normale verloop van het taalverwervingsproces met inbegrip van de normale interindividuele
variatie daarin, binnen de regionale en de sociale variëteit die het kind zich aan het verwerven is”.

“Gebrek aan een aanvaardbaar of efficiënt sociaal repertoire, ofwel bij het beïnvloeden van anderen in sociale,
opvoedkundige en/of professionele situaties ofwel bij het beïnvloed worden door het verbaal gedrag van
andere personen”.
→ Definitie gaat ervan uit dat taal een sociale vaardigheid is en effect heeft op de luisteraar.

Vroege definities: Focussen op taalontwikkelingsstoornissen op semantische en syntactische
aspecten.

Definities van nu: Focussen meer op pragmatische aspecten en hechten meer belang aan geschreven
taalvaardigheid.

1.2.2. Toelichting bij definities

• Definities: Vaak gaat men uit van afwijkingen van het normale verloop.
• Taalaanvang en tempo van taalverwerving : grote variaties! (bv. taalproductie)
➢ Grote kans op spontane inhaalbeweging.
➢ Tijdelijk temporiseren. (inhouden/ on holt zetten omdat het bv bezig is motorische
ontwikkeling)
• Ruime marges nemen voor definiëring van “normaal”.

, • Houvast om te zien of het normaal - afwijkend:
➢ Minimum Spreeknormen (Goorhuis-Brouwer 1985)

Leeftijd Spreeknormen
1 jaar Veel en gevarieerd brabbelen.
1 jaar 6 maand Naast papa – mama nog een 5 – tal woorden.
2 jaar Communiceren via 2 – woorduitingen Verstaanbaarheids-%: +/- 50%.
3 jaar Spreken in 3 tot 5 woorduitingen, nog afwijkende grammaticale structuren
Verstaanbaarheids-%: +/- 75%.
4 jaar Gebruik van enkelvoudige zinnen, betere grammaticale structuur.
5 jaar Redelijk goed gevormde, ook reeds samengestelde zinnen.
Verstaanbaar voor 90 à 95%.

➢ Leeftijdsgebonden indicaties (Manders 1991)

Leeftijd Indicaties
10 maand Weinig of niet brabbelen.
14 maand Geen aanwijs – of reikgedrag.
16 maand Geen taalbegrijpen.
21 maand Nog geen enkel zinvol woord.
24 maand Nog geen 2 – à – 3 woordzinnen.
3 jaar 6 maand Nog niet verstaanbaar.
4 jaar Nog weinig grammatica.
5 jaar 6 maand Nog uitspraakproblemen (/s/ en /r/)

• In definities wordt verwezen naar:
➢ Regionale en sociale verschillen: zijn vervaagd.
• Minder dialectsprekers dan vroeger.
• Meer peutertuinen/ meer en vroeger naar kleuterscholen.
➢ Voldoen aan de ‘school’ norm omdat achterstand kan leiden tot leer/ gedragsproblemen.
➢ Mondelinge taalvaardigheid: belangrijke voorwaarde voor te leren: lezen en schrijven.
➢ Één, meerdere of alle aspecten van taalvaardigheid kunnen problemen geven.

Vormen van taalontwikkelingsstoornis

A: CL komt overeen met TL

B: Kind begint niet alleen later te spreken,
maar achterstand word ook steeds groter
en groter. (TL verder achterop T.a.v. CL)

C: Kind begint later te praten, maar op een
bepaald moment loopt het samen met het
normale (spontane inhaal moment)

D: Kind begint veel later met praten,
achterstand wordt steeds groter en groter.
A + C = Goed (Verlaat)
B + D = niet goed (Vertraagd)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper M123P. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd