Samenvatting zingeving en levensbeschouwing – Powerpoints
Powerpoint 1 – waarden, waardeschaal, normen, mensbeeld en wereldbeeld
Waardeschaal? Belang ervan?
= rangschikking van waarden volgens belangrijkheid.
beïnvloedt je keuzes, beslissingen en handelen
Waarde? Belang ervan?
= wat mensen spontaan goed, positief vinden
en ze daarom willen bereiken en/of behouden
Onwaarde? Belang ervan?
= wat mensen spontaan slecht, negatief vinden
en ze daarom willen voorkomen en of vermijden
Normen? Belang ervan?
= regels, wetten, overeenkomsten, leefregels, afspraken die mensen zichzelf of andere opleggen om op die
manier het denken en handelen voor te schrijven.
normen worden ingesteld om waarden te beschermen en te realiseren (= te laten bestaan, ontstaan want
waarden op zich bestaan niet).
Eigenschappen van normen
- Altijd gesanctioneerd ofwel positief (beloning, pluim, …)/ ofwel negatief (straf, boete, waarschuwing).
- Geboden of verboden
- Expliciet (uitdrukkelijk verwoord, geschreven, gepubliceerd)
- Impliciet (men veronderstelt dat je dit uit jezelf weet)
- Concrete normen of gezindheidsnormen
Powerpoint 2 – mensbeeld, wereldbeeld, referentiekader
Mensbeeld?
= wat veel mensen spontaan denken over
Hoe mensen moeten zijn en handelen
Wat normaal is
o Hoe mensen er moeten uitzien
o Wat mensen moeten denken
o Hoe mensen moeten handelen
= het beeld dat mensen hebben over de waarde van een groep mensen en aan welke normen ze moeten
beantwoorden.
Belang ervan?
Je mensbeeld beïnvloedt bewust en onbewust hoe je naar jezelf en naar anderen kijkt, wat je van jezelf en
anderen verwacht, hoe je hen behandelt, …
Wereldbeeld?
= wat veel mensen spontaan denken over
Hoe de mens moet/mag staan tegenover de aarde en de dieren, de natuur, de elementen, de
grondstoffen
Wat normaal is in de omgang met de aarde, de natuur en de dieren.
Belang ervan?
Je wereldbeeld beïnvloedt bewust en onbewust hoe je naar de natuur en dieren kijkt, hoe je natuur en dieren
behandelt, welk gedrag je van jezelf en andere mensen op dit vlak verwacht.
,Radicaal antropocentrisme
= de mens als heerser van de aarde.
Kenmerken:
- De mens staat absoluut en centraal
- Mens mag aarde overheersen en uitbuiten als een voorwerp in zijn dienst
- Dier/natuur = gebruiksvoorwerp in plaats van levende materie
- Dier/natuur is geen moreel object: de mens die dieren/natuur slecht behandelt, is daarom nog geen
slecht mens.
Gematigd antropocentrisme
= mens is wel centraal maar niet absoluut! Mens mag van aarde genieten en ervan leven om in eigen noden te
voorzien maar met ontzettend veel respect voor dieren en milieu. De aarde is een levend geheel en de
dieren/aarde zijn een moreel object.
Radicaal ecocentrisme en/of radicaal zoöcentrisme
= de natuur en/of het dier staat centraal, mens is hieraan ondergeschikt.
Kenmerken:
- Maximaal respect voor natuur en dieren
- Mens mag aarde en dieren op geen enkele manier overheersen of gebruiken in zijn dienst
- Dier en aarde zijn moreel objecten
= wie de aarde en/of een dier kwaad berokkent, is een slecht mens, veroorzaakt ethisch kwaad.
- Dieren hebben dezelfde rechten als de mens
Powerpoint 3 – wereldbeeld, mensbeeld, godsbeeld (animisme)
Animisme
= geloven dat alle levende wezens bezield zijn door geesten.
- Deze geesten kunnen rechtstreeks ingrijpen in het leven. Daarom moet je hen gunstig stemmen.
- De sjamaan/medicijnman kan met de geesten in contact komen en bemiddelen tussen mensen en
geesten.
Kracht:
- Groot gevoel van verbondenheid en verantwoordelijkheid.
- Veel respect voor de natuur.
Risico’s:
- Angst voor geesten die je goed of slechtgezind kunnen zijn.
- Machtsmisbruik door wie het in deze religie voor het zeggen hebben.
3 manieren om naar de werkelijkheid te kijken:
1. Eerste + objectieve werkelijkheid: wat iedereen in principe kan waarnemen en vaststellen, die bestaat
zonder de mens zelf, onafhankelijk van de mens.
2. Tweede + subjectieve werkelijkheid: gevoelens + meningen, die alleen maar bestaat door de mens,
afhankelijk van de mens.
3. Derde + overstijgende werkelijkheid: die mensen ervaren als een appel van buitenaf, als liefde … die
niet objectief waarneembaar is.
De eerste + objectieve werkelijkheid is de 1e taal = eenduidig = alles heeft maar 1 betekenis.
De tweede + subjectieve werkelijkheid en de derde + overstijgende werkelijkheid is de 2 e taal = meerduidig =
alles heeft tegelijkertijd meerdere betekenissen.
, Positivisme
Alleen de 1e werkelijkheid is belangrijk.
Motivatie: ik neem enkel aan wat de zogenaamde positieve kunnen bewijzen.
Overtuiging: ik ben ervan overtuigd dat de positieve wetenschapen ooit ook alle andere vragen van de mens zal
kunnen beantwoorden. Ook de vragen over gevoelens en meningen, ook de vragen over de zin van het leven
en vragen over de dood!
Antheïsme
= ik geloof dat er gewoon geen 3de overstijgende werkelijkheid is.
Motivatie: De derde werkelijkheid is niet objectief waarneembaar, ik heb die in elk geval nog niet ervaren, dus
die is er niet.
Merk op: ook atheïsten geloven! Ze geloven dat er geen 3 e werkelijkheid is. Ook zij kunnen dat immers niet
bewijzen, objectief door iedereen laten vaststellen.
Agnost
= ik kan gewoon niet weten of er al dan niet een 3 e werkelijkheid is.
Motivatie: De derde of overstijgende werkelijkheid, gaat over de werkelijkheid die per definitie niet objectief
waarneembaar is, ik kan die dus nooit bevatten met mijn verstand, ik kan dus niet weten of er een 3 e
werkelijkheid is, maar ik kan ook niet weten dat er geen 3 e werkelijkheid is.
Powerpoint 4: Godsbeelden, religie, godsdiensten en PKG-schaal
Godsbeeld
= wat veel mensen spontaan denken over
- Hoe de geesten, goden, godinnen of God is
- Hoe de relatie tussen de mens en de overstijgende werkelijkheid is of zou moeten zijn
Belang ervan?
Je godsbeeld beïvloedt bewust en onbewust je mensbeeld en je wereldbeeld maar ook hoe je naar het leven
zelf kijkt, hoe je zin geeft aan het leven, hoe je denkt over leven na de dood.
Welk godsbeeld hebben hindoes?
De meeste hindoes geloven in een oppermachtige ziel of geest, die ze Brahman noemen. Brahman heeft geen
bepaalde vorm of gedaante maar is overal en altijd aanwezig. De goden van het hindoeïsme zijn verschillende
aspecten van Brahman.
Polytheïsme
= geloven in goden en godinnen die elk een domein van de werkelijkheid beheersen.
- Deze goden/godinnen kunnen rechtstreeks ingrijpen in het leven. Daarom moet je hen gunstig stemmen.
- De priester/priesteres kan met de goden in contact komen en bemiddelen tussen mensen en goden.
Kracht:
- Je kan proberen de goden in je voordeel te laten werken.
- En kan zo helpen om greep te krijgen op je leven.
Risico’s:
- Angst voor de goden die je goed of slechtgezind kunnen zijn.
- Machtsmisbruik door machthebbers en priesters.
Zijn religie en godsdiensten het resultaat van de menselijke verbeelding?
Mensen ervaren onbegrijpelijke natuurfenomenen soms als spelingen van het lot. Zij stellen zich vragen en
bedenken: Hier zijn hogere machten aan het werk! Met andere woorden: geesten, demonen, voorvaders of
goden en godinnen bepalen ons lot.