Hoofdstuk 1: inleiding
1.1 Welke zijn de beroepsdomeinen van de audioloog
= studiegebied gewijd aan het helpen van mensen met gehoor- en evenwichtsdysfuncties
• Audioloog/audicien
o Gezondheidsberoep
o Identificatie, beoordeling, behandeling/rehabilitatie en preventie van gehoor- en
evenwichtsstoornissen
o Samenwerken met andere professionals: NKO-arts, pediaters, geriaters, oncologen,
neurologen, logopedisten, psychologen, ingenieurs,…
o Zorg op maat aanbieden
1.1.1 Beroepsdomeinen van de audioloog
1. Klinische audiologie
o Audiologisch diagnostisch onderzoek uitvoeren
o Kwaliteit van gehoor onderzoeken
o Buiten gehooronderzoeken voert de audioloog ook evenwichtsonderzoeken uit
2. Kinderaudiologie
o Onderzoek naar de auditieve werking bij kinderen en jongeren met spraak- en
taalontwikkelingsstoornissen
3. Hoortoestelaanpassing
o Hoorapparaten selecteren in overleg met de cliënt
o Mogelijke hoortraining
o implanteerbaar hoortoestel aanbieden zoals een CI of een botverankerd hoortoestel
4. Aanpassing hulpmiddelen
= advies geven omtrent bijkomende hulpmiddelen die al dan niet in combinatie met een
hoortoestel of CI kunnen gebruikt worden
5. Gehoorrevalidatie
o Hoortraining
o Lipleesvaardigheden trainen
o Communicatietraining
o Sociale competentietraining
o Tinnitusteam
o Evenwichtsfuncties revalideren
6. Preventie en voorlichting
o Sensibiliseren en voorkomen van gehoorbeschadiging
o Geluidsmetingen uitvoeren (sonometrie en dosimetrie)
o Gehoorberschermingsmiddelen adviseren en aanpassen
o Zwemdopjes
7. Wetenschappelijk onderzoek
,2.1 Enkele inleidende begrippen
2.1.1 Decibelschalen
• Decibelschalen: (3)
1) dB SPL
= Sound Pressure level
= fysische of absolute decibel
▪ referentiedruk is onafhankelijk van de frequentie van het geluid
▪ gebruikt wanneer de aangeboden stimulus geen zuivere toon maar een
complex signaal is
2) dB HL
= Hearing Level
= fysiologische of relatieve decibel
▪ gehoordrempel uitdrukken ten opzichte van de gemiddelde gehoordrempel
van een grote groep
▪ ligt de gehoordrempel van een individu gelijk aan het gemiddelde van de
populatie dan ligt de drempel op 0 dB HL
▪ mogelijk om een gehoordrempel te hebben die beter ligt dan het
gemiddelde
bijvoorbeeld: -5 dB
3) dB SL
= Sensation Level
▪ is de luidheidswaarneming van een bepaalde persoon ten opzichte van
zijn/haar eigen gehoordrempel
• andere decibelschalen: (2)
1) dB peSPL
= Peak Equivalent Sound Pressure Level
2) dB nHL
→ worden beiden gebruikt wanneer de stimuli niet tonaal zijn door hun zeer korte duur zoals
Bijvoorbeeld kliks
2.1.2 Dimensies van het hoorgebied
• Psychoakoestiek:
= wetenschap die zich bezighoudt met hoe mensen geluid waarnemen
= relatie tussen subjectieve waarneming (psychologie) en objectieve natuurkundige aspecten
(akoestiek) van de klank
o Twee belangrijke parameters:
I. Luidheid: subjectieve tegenhanger van de intensiteit
II. Toonhoogte: subjectieve tegenhanger van de frequentie
• Frequentie:
o Menselijk oor is gevoelig voor frequenties tussen 20 en 20.000 Hz
o Niet allemaal even gevoelig voor verschillende frequenties
o Meest gevoelig voor frequenties rond 1000 à 2000 Hz
o Frequenties hoger dan 16 à 20 kHz zijn onhoorbaar = ultrasone geluiden
o Frequenties onder 16 Hz zijn eveneens onhoorbaar: wel waarneembaar als vibratie
,• Intensiteit:
o Uitgedrukt in dB HL
o Drempel lager dan 20 dB HL = normaal
o Gemiddelde gehoordrempel van de normaalhorende populatie = 0 dB HL
o Wanneer intensiteit oploopt kan dat een vervelende sensatie veroorzaken
o Uncomfortable Loudness Level (UCL)
= niveau waarbij geluid onaangenaam wordt
▪ Gemiddeld rond 120 dB HL
▪ 140 dB HL: geluiden beginnen pijn te doen
o Dynamisch bereik: hoorgebied tussen de gehoordrempel en de UCL
= 120 dB HL
• Spraak uitdrukken in dB SPL: spraakbanaan
, 2.1.3 Basisfrequenties van horen
Wanneer men een geluid hoort, dan gaan daar wat deelprocessen aan vooraf
1. Detectie
= geeft weer dat een geluid boven de gehoordrempel uitkomt en dus waargenomen kan
worden
2. Discriminatie
= geluid onderscheiden van andere geluiden
= geeft men de keuze tussen een bepaald aantal mogelijke responsen
3. Identificatie
= een bepaald geluid wordt geïdentificeerd als dat bepaald geluid
4. Interpretatie
= er wordt een bepaalde betekenis gegeven aan een geluid
→ alle fases moeten beheerst zijn om tot een volwaardig horen te komen
→ een volgende fase kan pas geleerd worden als de vorige fases beheerst zijn
→ stijging in moeilijkheidsgraad
3.1 Het audiologische diagnostische proces
= bestaat uit anamnese, klinisch onderzoek met otoscopie en technische onderzoeken (o.a.
audiologische diagnostische testbatterij)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kirstenroosen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.