Digital business
1 Module 1 : digital business ?
1.1 Introductie
Eigenlijk zijn alle bedrijven een digital/E-business. Wanneer een business elektronische systemen
gebruikt om zaken op te slaan en te gebruiken om je bedrijf te optimaliseren tussen klant en bedrijf.
Business ziet er totaal anders uit door het internet.
Gewone bedrijven verdwijnen door e-business (spotify <-> free record shop)
De saaie definitie van IBM:
E-business, or electronic business, systems use a number of information technology-based business
practices to enhance relationships between the business and the customer.
E-business includes changes in marketing communication, distribution systems, and business models.
Van toepassing als een bedrijf:
1. Haar interne & externe bedrijfsprocessen heeft veranderd via ICT technologie.
Waardeketen van Porter wordt door elkaar geschud door ICT.
2. Haar businessmodel of opbrengstenmodel (Value Chain Porter) veranderd is door ICT.
Internet bedrijven vereisen minder vast actief (gebouwen, machines, etc.) dan
traditionele bedrijven. ‘Pure Player vs Brick & Mortar’
Vb. Spotify ⬄ Free Record Shop
Waardeketen van Porter: alles wordt gedigitaliseerd
Digital Business value chain wijzigt de waardeprocessen in elke stap van de schakel.
Primary activiteites
- Inbound logistics: grondstoffen
- operations: fabrieken
- outbourd logistics: afgeleverde producten
- marketing and sales: kwaliteitsvol
- service:
elke activiteit voegt waarde toe
secondary/support activities
- firm infrastructure
- human resource management
- technology development
- procurement
al deze onderdelen werken samen en levert een meerwaarde
beperkte toegevoegde waarden bijvoorbeeld winkels
nu veel automatiseren (bol.com) en andere business modellen (netflix , videotheek)
value chain porter wordt beïnvloed door technologie. Het wijzigt de waardeprocessen in elke stap
van de schakel
vb.
- distribution inbound logistics: lagere kosten, snellere leveringen
, - value production: differentiatie, customization, dynamische prijszetting, real time
prijsaanpassingen (prijs aanpassen beter dan de vraag)
- marketing/sales: nieuwe markten makkelijker benaderen, digitale promoties (website
gebruik analyseren, promoties gericht op specifieke persoon)
- customer targeting & support: prospecten ontdekken in BIG DATA (database driven)
mogelijke geïnteresseerde in dataset (herinnering van winkelwagen)
- management: betere communicatie intern, tools ter innovatie, betere kennisflow
digital beïnvloedt o.a. volgende bedrijfsactiviteiten
1. CRM: vb track-and-trace links carries, online spaarpunten verzamelen, social media support,
infokiosk als backup ‘verkoper’ (mcdo), customer (predictive behavioral) analysis big data
database mining AI, online shopping experience verbeteren (virtual try-on ace &tate, wacht
therapie bol.com), facturatiebeheer
2. SCM: vb volautomatische magazijnen, order picking, drone delivery (Amazone)
3. Productie: automated production, lights out factory, self-replicating machine
4. Risk management: vb voice stress detection tegen verzekeringsfraude, face ID, (re)marketing
5. Marketing: online following: remarketing=retargeting, cut the middle man (rechtstreeks van
producent), personalisatie
6. Marktonderzoek: snel, automatisch verwerkt marktonderzoek
7. Marketingcommunicatie: online support chat
8. After sales service: nieuwe klanten aantrekken is veel moeilijker dan bestaande klanten
behouden
9. Management: bv. Slack (systeem dat samenwerken verbeterd, vervangt e-mail)
Conclusie: CRM, SCM en marketing, management sterk beïnvloedt door ICT
https://learndigital.withgoogle.com/digitaalatelier/course/digital-marketing certificaat behalen
1.2 Evolutie van het internet
Web 1.0
• Statische onveranderlijke webpagina’s
• In 1995: 0.4% van de wereldbevolking is online aanwezig
• “Online zetten van offline materiaal” soort brochure van
het bedrijf
• Louter publishing/one way-communicatie/top-down.
• Read-only websites: bezoeker was louter passief.
• Potentieel van internet was er: inzicht HOE ontbrak.
• Eenvoudig design en technologie (HTML)
• Trage verbindingen (inbelmodems)
Conclusie: Verkeerd gebruik van nieuw medium internet gemixed met hoge verwachtingen!
➔ Gevolg: dot-com bubble burst in maart 2000 (veel internet bedrijven verdwijnen, slechts enkelen
overleven)
https://topdocumentaryfilms.com/download-true-story-internet/ video 3 (dia 37)
web 2.0 (vanaf 2002) samenbrengen van partijen, transacties
, Steeds meer read & write websites
Interactieve, gepersonaliseerde websites/platforms
User-generated content sharing!
Elke dag 10.000.000 pagina’s op het web extra
Nieuwe technologieën: Glasvezelkabel, XML, AJAX die personalisatie mogelijk maken. (inloggen,
vorige bestellingen)
Blogs, Audio/Video, Podcasts, Sociale netwerken, Wiki’s, crowdsourcing, product reviews,
mobiele websites,…
Sharing wordt belangrijk
Social gaming begint vorm te krijgen
Social networking start
Van “saaie online bib” naar “ervaringen en belevingen met beeld en geluid”.
Voorbeelden: covestor (succesvolle beleggers opvolgen), 99Designs: logo wedstrijd website, ZOPA,
AirBnB, 3D HUBS & BlaBlaCar
Web 2.0. Het long tail principe.
Long tail? Zie wikipedia
- Vele nichemarkten leveren meer op dan een beperkt aantal populaire markten.
- Som nichemarkten (kleine markten bv villabouw) > individuele massamarkt.
- Boektip: The Long Tail: Why the Future of Business is Selling Less of More
Gemiddelde
supermarket speelt in op de “hits” want deze verkopen goed, is
veel vraag naar.
Maar in the end zou de oppervlakte van the long taill groter
zijn.
Web 1.0 vs web 2.0
, Web 3.0 en 4.0 (sinds 2008)
Semantische (die begrijpt wat je zegt, inhoud ) web
dat de overload aan data en content begrijpt en
helpt organiseren
Omnipresent: desktop, tablet, mobile, smartwatch,
etc.
Intelligente persoonlijke A.I. Assistenten (Siri, Alexa)
On demand oplossingen bieden (marketeer)
Denkt mee met de gebruiker
- Vb. Smartphone kent GPS-positie én agenda
én verkeersituatie. Maakt melding van
afspraak die in het gedrang komt en verwittigd alle aanwezigen van afspraak zelf.
Internet of things
1.3 Marketingcommunicatie online
Vraagt planmatige aanpak binnen geheel van marketingcommunicatie: een specifiek
internetcommunicatiemodel
Aanvulling op traditionele marcom (online veel meer mensen bereiken)
Klassieke opdeling mediakanalen overhoop gegooid
Kan bepaalde doelstellingen makkelijker halen dan klassieke media (zie verder)
Definitie: het in contact treden met de handel en/of consumenten om hun kennis, attitude en
gedrag te beïnvloeden in een voor het marketingbeleid gunstige richting (Floor en Van Raaij).
Marketingcommunicatie kan/moet:
1. (Categorie)behoefte stimuleren
2. Merkbekendheid verhogen
3. Begrip en kennis van het merk verbeteren
4. Merkattitude sturen
5. Koopintentie en ondersteuning bieden
6. Kooptransactie bekomen
7. Tevredenheid krijgen
8. Merkgebondenheid verwerven
Een bedrijf communiceert met deze stappen.
Creativiteit moet je koppelen aan je doelstellingen. Doelstelling altijd specifiek maken (niet: ik wil rijk
worden, wel: ik wil €4 000 000)
EXAMENVRAAG:
- Verklaar: lights out factory, pure player
1.3.1 Categoriebehoefte simuleren
Categoriebehoefte = primaire vraag of behoefte bij de doelgroep aan een productcategorie
De vraag naar een nieuw product (of categorie van producten) stimuleren door:
- het nut te tonen of te demonstreren bij consument
- De vraag naar een bestaand product herop laten leven door een “ongoing push”
Vb. Pijnstillers, verzekeringen: je ligt er standaard niet wakker van tot je het eens nodig hebt.