100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting teamleren en groepsdynamica €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting teamleren en groepsdynamica

 44 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een samenvatting van het boek 'Groepen aan het werk' voor het vak 'Teamleren en groepsdynamica' in combinatie met de behandelde topics die er nog extra in de les aan bod komen (zoals teameffectiviteit, teamleren en teamcognitie). Let op! De hoofdstukken 5 en 8 van het handboek staan niet i...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 68  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 5 en 8 van het handboek werden niet opgenomen in de samenvatting.
  • 22 februari 2021
  • 68
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (9)
avatar-seller
matknaepen
Hoofdstuk 1: Groepsvorming en groepsontwikkeling (p. 11 – 26)

Openingscasus: In heterogene groepen zijn teams productiever (stijging van 41%). Maar in
homogene groepen voelen de groepsleden zich vertrouwder en hebben ze veel plezier.

1.1 Groepsvorming

Belongingness hypothesis (Baumeister & Leary 1995)
 Waarom vormen mensen groepen of sluiten ze zich zo graag bij al bestaande groepen aan?
Mensen hebben een natuurlijke behoefte om zich aan te sluiten bij anderen
 Heeft te maken met ‘relational value’ = mate waarin iemand zijn relatie tot een ander als
persoonlijk waardevol ervaart

Basisfuncties van groepen
(Groepen = G)
Basisfunctie Woordje uitleg
Affiliatie G verbinden individuen met elkaar
 Ergens bij horen, geaccepteerd worden
Zekerheid G bieden zekerheid aan hun leden
 Voelen zich sterker
Intimiteit G verschaffen de leden de mogelijkheid om intieme vriendschappen/
relaties te sluiten
 Contacten met anderen, sociale relaties
Sociale steun G vormen een sociale steun
 Aanmoedigen, opbeuren
Sociale G voorzien informatie over hoe andere vergelijkbare mensen het doen
vergelijkingsinformatie  neerwaartse sociale vergelijking= beter dan andere, deel uitmaken ve
groep met sterke presteerders. Hieraan trek je jezelf op.
 opwaartse sociale vergelijking = optrekken aan betere groepsleden,
deel uitmaken van een groep met minder goede presteerders. Dit is
goed voor je zelfbeeld.
Invloed G bieden mogelijkheid om invloed uit te oefenen op haar leden
Status Lidmaatschap van een groep die anderen belangrijk vinden
 Lidmaatschap van een G met een hoge status = hogere status
Productiviteit G helpen het verhogen van de productiviteit
 Persoonlijke en gezamenlijke doelen realiseren
Exploratie G voorzien hun leden van nieuwe info, ideeën en ervaringen
 Info, nieuwe ideeën, nieuwe ervaringen, mogelijkheden om te leren
van elkaar

Verschillen in behoefte tot groepsvorming
Verschillen?
 Er zijn individuele verschillen in de behoefte tot groepsvorming
 Introversie en extraversie hangen sterk samen met behoefte tot groepsvorming
o Extraversie: Extraverte personen halen veel voldoening en energie uit een G
o Introversie: Introverte personen worden minder vaak beloond met status of
vriendschappen uit een G
 Verschil in mate van motivatie door de voordelen die een groep bieden - Meer behoefte voor
affiliatie, intimiteit, invloed

Drie basale behoeftes

1

,Fundamentele Interpersoonlijke Relaties theorie (Schutz 1958)

 Wij maken deel uit van groepen om aan basale behoeftes te voldoen. Deze bepalen hoe we
andere mensen behandelen & hoe we graag willen dat anderen zich naar ons opstellen.
 De basale behoeften:
— Inclusion - Inclusie / affiliatie
— Affection - Affectie / intimiteit
— Control - Controle / invloed
! Hoe sterker de motieven zijn, hoe groter de neiging is G op te zoeken

1.2 De keuze voor een groep

Waarop baseren mensen hun voorkeur voor bepaalde anderen? Er zijn verschillende facotren die
ervoor zorgen dat we realties met anderen in groepsverband willen aangaan en behouden.
1. Gelijkheids-attractietheorie
= Je voelt je aangetrokken tot anderen die op je lijken
! Bij kennis en vaardigheden voel je je net aangetrokken tot mensen die je kwaliteiten
aanvullen.
2. Fysieke nabijheid
= De aantrekkelijkheid van een ander vergroot door de nabijheid van iemand

Opbrengsten en kosten van groepslidmaatschap
Sociale ruiltheorie: afweging maken tussen baten en kosten bij G om al dan niet lid te worden/blijven
 Baten/opbrengsten:
o Materieel: goederen, diensten
o Immaterieel: genegenheid, respect, status
 Kosten: geld, tijd, energie
 Principe van wederkerigheid: morele verplichting om groepsleden die ons hebben geholpen
bij het realiseren van onze doelen te helpen. Maar zolang de opbrengsten hoger zijn dan de
kosten, zullen mensen geneigd zijn lid te worden of te blijven ve groep.
! Dit is afhankelijk van een aantal vergelijkingen die groepsleden maken.

Vergelijkingen die groepsleden maken
Theorieën van vergelijking:
1. Comparison level
= Vergelijkigen van huidige situatie met het verleden (subjectief)
2. Comparison level for alternatives
= Keuze wordt beïnvloed door alternatieven (subjectief)
3. Vergelijking met andere groepsleden
= Is de verdeling fair?
4. Groepssocialisatietheorie
= Wijze waarop leden in groep staan, afhankelijk van...
 Evaluatie: uitkomst van kosten-baten analyse (zie vorig puntje). Een positieve balans,
betekent een postievere evaluatie.
 Betrokkenheid: verwachtingen over duur lidmaatschap. Dit wordt beïnvloed door de
uikomst van de voorgaande vergelijkingen, vooral die van de alternatieven.



1.3 Groepssocialisatie



2

,Groepssocialisatiemodel (Moreland 1982)
Dit model beschrijft in 5 fasen welke veranderingen er in de tijd plaatsvinden tussen het individu en
de G.

1. Onderzoeksfase
 Potentiële leden onderzoeken G en vergelijken G met elkaar. De G kijkt naar interesses en
individuele waarden van potentiële leden.
 Overgangspunt? Toetreding (met elkaar in zee gaan)

2. Socialisatiefase
 Nieuwkomer accepteert de groepscultuur. De G hoort flexibel te zijn voor noden van
nieuwkomer.
 Overgangspunt? Acceptatie

3. Onderhoudsfase
 De G en de nieuwkomer onderhandelen over de rol vd nieuwkomer. De G zal de nieuwkomer
sneller accepteren als de nieuwkomer kenmerken heeft die de G helpen hun doel te
bereiken.
 Overgangspunt? Nieuwkomer wordt gedwongen om taak op zich te nemen of voldoet niet
aan verwachtingen van G

4. Resocialisatiefase
 Door ontevredenheid groeien G en nieuwkomer uit elkaar. Dit kan opgelost worden door het
proces van convergentie, namelijk assimilatie (gelijkstelling) en accommodatie (aanpassen).
Maar dat kan ook leiden tot falen...
 Overgangspunt? Uittreding (door falen van pogingen om het terug goed te maken)

5. Herinneringsfase
 De G en het voormalig lid kijken terug op de samenwerking. Het lid evalueert de bijdrage en
de uittreding en de G evalueert de bijdrage en openstelling.
 Divergentie: het groepslid is uit de G gegroeid. Vaak heeft G dan negatieve houding tov lid als
beschermingsmechanisme.
 Sociale identiteitstheorie: Mensen streven vaak naar een positief zelfbeeld, waardoor ze
geneigd zijn om zich bij een G aan te sluiten zelfs wanneer ze niet helemaal tevreden zijn met
die groep. Proces: Individu streeft naar positief zelfbeeld -> G bepaalt sociale identiteit ->
Individu vergelijkt eigen G met andere G
-> eigen G is toch niet zo slecht dan -> bevoordeling eigen G




1.4 De ontwikkeling van groepen

Ontwikkelingsfasen van groepen, Tuckman en Jensen (1977) !! G = dynamisch

3

, 1. Forming: oriëntatiefase
 De groepsleden leren elkaar kennen, proberen wat kan en niet kan, stellen regels op, tasten
voorzicht af (geen duidelijke structuur).
 Zodra de individuen zichzelf als leden vd G beschouwen, is de oriëntatiefase afgerond.
 Kan opgesplitst worden in 2 subfasen:
o Lidmaatschapsfase: G komt voor het eerst samen.
o Subgroepfase: leden trekken naar anderen die gemeenschappelijke elementen hebben.

2. Storming: conflictfase
 De groepsleden spreken zich meer uit en verscherpen hun standpunten, waardoor conflicten
kunnen ontstaan. Kenmerkend is dat de groepsleden vijandig zijn tov leider.
 Wanneer de conflicten zich oplossen, is de conflictfase beëindigd.

3. Norming: integratiefase
 De onderlinge band groeit en een sterke identificatie in G. Er ontstaan vriendschappen en
een gemeenschappelijke taal.

4. Performing: uitvoeringsfase
 De groepsleden kunnen ongestoord aan groepstaken werken, de volwassenheid is bereikt.
 Als er problemen optreden, heeft dit maken met de taak en niet het groepsverband.

5. Adjourning: eindfase
 De G stopt met bestaan, want de taak is volbracht.
 Dit vormt de overgang naar een volgende groep.

Bemerkingen:
— Fasen kunnen door elkaar lopen en zijn cyclisch
Bv. Je hebt gedurende de uitvoeringsfase een conflict. Dan keer je voor even terug naar de
conflictfase.
— Transactive memory: De gedeelde kennis over groepsleden, wie bezit welke kennis. Dit is
belangrijk om de juiste leden de juiste taken te geven.

1.5 Teambuilding

Een teambuilding is er om bewust te werken aan de G en de ontwikkeling vd G.
Doel? Efficiënter werken en meer resultaatgericht voor een bevredigendere samenwerking.
Kernvoorwaarden voor een teambuilding?
1. De doelen zijn expliciet en concreet.
2. Ieders rol binnen de groep is duidelijk.
3. De persoonlijke relaties tussen de groepsleden zijn goed.
Bij de laatste voorwaarde is groepscohesie erg belangrijk.
Groepscohesie? De mate waarin groepsleden zich tot elkaar aangetrokken voelen en gemotiveerd
zijn in de groep te blijven.

Kanttekeningen bij groepscohesie

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper matknaepen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd