Sociologie samenvatting
Inhoud
Table of Contents
1.2. Ontstaan sociologie....................................................................................................................2
1.3. Auguste Comte (1789-1857).......................................................................................................4
1.4. Emile Durkheim (1858-1917)......................................................................................................5
1.4.1. Durkheim en sociale kwestie...............................................................................................6
2. Centrale punt in sociologie opvatting: individu – samenleving..........................................................7
2.1. Samenleving als gevangenis....................................................................................................7
2.2. Samenleving als resultaat van vrije individu...........................................................................8
1.3. Wisselwerking samenleving individu......................................................................................8
2.Sociale stratificatie en sociale klasse..................................................................................................9
2.1. Karl Marx (1818 – 1883)........................................................................................................10
2.2. Max Weber (1864 – 1920)....................................................................................................11
2.3. Erik Olin Wright: synthese v Marx en Weber?......................................................................11
2.4. Oesch beroepen classificatie: horizontale opdeling..............................................................12
2.5. Intersectionaliteit..................................................................................................................13
2.6. Het klassenbegrip ter discussie.............................................................................................14
3.Breuklijnentheorie............................................................................................................................15
3.1. Centrale stelling........................................................................................................................15
4.1. Modellen van integratie............................................................................................................22
4.2. Theoretische achtergrond v/d sociologische benadering.........................................................23
4.3. Interactieve Inter-group relaties...............................................................................................23
4.4. Dynamische benadering v minderheidsgroepen.......................................................................24
4.5. Multidimensioneel....................................................................................................................25
5.1. Belang Das Kapitaal vandaag....................................................................................................26
5.2. Dialectisch historisch materialisme...........................................................................................26
5.3. Meerwaardeleer v Marx...........................................................................................................27
5.4. Crisistheorie v Marx..................................................................................................................28
6.1. Populisme als stijl – een retoriek met specifieke stijlkenmerken..............................................29
6.1.1. Van verzuilde partijdemocratie naar toeschouwersdemocratie........................................29
6.2. Populisme als ideologie............................................................................................................30
6.2.1. Populisme als bedreiging v democratie?............................................................................31
7.1. Wat is ideologie? Concurrerende definities..............................................................................32
, 7.2. Essentiële elementen van een ideologie...................................................................................33
7.3. Ideologieën en maatschappelijke structuren............................................................................34
1. Ontstaan en kern van de sociologie
1.1 Inleiding
Radicale sociologie: wil beeld schetsen van conflicten, sociale verandering en desintegratie
van de samenleving met oog voor economische en pol machtsverhoudingen in samenleving
Kritische sociologie (Swyngedouw aanhanger van):
o Kijkt naar hele samenleving in totaliteit
o Mppy ook analyseren vanuit structurele machtsverschillen
o Levert kritiek op ideologische representaties v/d werkelijkheid
Realiteit is condegent, niet arbitrair
o Bestaat geen waardenvrije wetenschap
Puur obj beschrijven van samenleving is onmogelijk
o Reflexiviteit: nadenken over eigen positie in samenleving en gevolg daarvan
voor analyse
1.2. Ontstaan sociologie
Na Franse revolutie (18e eeuw), in de Verlichting = het ‘sociale’ een autonome realiteit is
waarbinnen sociale mechanismen voor orde zorgen
Breekt op 2 punten met voormoderne wereldbeeld:
1. Ontgoddelijking: geen bovennatuurlijke basisorde meer
2. Ontstaatsing: geen idee dat een geordende samenleving = een staatsverband
waarbinnen een Vorst of Soeverein, mede namens God, voor orde zorgt
, Met verlichting breekt niet-religieuze, op natuurwetenschap geënte denkstijl door
Idee van de Rede als steunbeer van alle kennis
V. houdt vast aan de idee van een menselijke natuur als verklaringsfactor
Bv. marktruil sluit aan bij natuurlijk eigenbelang
Natuurlijke orde bestaat in combinatie met natuurwetenschappelijke
idee van wetmatigheden
Binnen V. w ook over mppy nagedacht
Montesquieu: ‘De l’esprit de lois’ (boek)
idee van ‘esprit generale’ (Iedere samenleving heeft eigen culturele
identiteit als gevolg van samenspel klimaat, staatsvorm, godsdienst,
etc.) in iedere mppy en scheiding der machten (= volgens M. beste
garantie tegen tirannie en oorzaak van democratie)
Rousseau: ‘De contrat social’ en ‘discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parme
les hommes’ (boeken)
Idee van edele wilde: goede menselijke natuur w verpest met
introductie v eigendom, die tot ongelijkheid leidt
Iedereen w goed geboren
Verlichting in Fr. Loopt uit -> Fr revolutie (1789) = ‘praktisch bewijs’ dat sociale niet
natuurlijk of door God gewild maar maakbaar is
o Fr maken komaf met traditie natuurlijke/goddelijke orde
Elk individu is vrij, gelijk en broederlijkheid
Essentieel in burgerlijke revolutie
Mppy is mensenwerk
Individu w geëmancipeerd!
Uitvinding stoommachine (Watt 1769): leidt tot industriële mppy door andere
productiewijze
Eerste fabrieken
Liberale experimenten leiden echter tot z’n tegendeel: uitbuiting, armoede, ongelijkheid
Ontstaan sociale kwestie
Groepen in soc samenleving die niet meekunnen
Sociale kwestie, individualisering (gevolgen v burg revolutie): samenleving niet meer
vanzelfsprekend
Idee arbeider kan emanciperen
Van armoede kwestie (hoe armoede verhelpen) naar sociale kwestie:
“Gewone zaken” worden voorwerp van protest (kinderarbeid, extreme lage lonen, ziekte,…)
, Vroeger oplossing = liefdadigheid (mensen laten drinken in café ipv
loon)
Nu wetten opgesteld
Sociologie probeert begrijpen wat er gebeurd, oplossingen zoeken, ontwikkelen v wetenschap
van het sociale: EERSTE SOCIOLOGEN
2 wegen om sociale kwestie te bestuderen:
1. Studie v maatschappelijke vraagstukken vanuit katholieke en protestantse
visie: geen sociale kwestie indien goddelijke orde gerespecteerd w
2. Noodzaak om wetenschappelijk inzicht te verwerven in menselijke
samenleving
Kennen samenleving niet, maar mogelijk inzicht over te verwerven
Dan oplossing voor sociale kwestie
Ontstaan sociologie: interesse in empirische feiten met
grondleggers Comte en Durkheim
1.3. Auguste Comte (1789-1857)
1e om woord ‘sociologie’ te gebruiken in ‘cours de philosophie positive’
Verzon het om zich af te zetten van Keutelai
Vooruitgangsgeloof: kennis in inzichten en oorzaken laat gerichte verbetering toe
Politieke wanorde in Frankrijk in zijn tijd
Noodzaak v sociale wetenschap die oorzaken v slecht functioneren v
mppy bestudeerd
Oorzaak v afwezigheid v consensus hoe samenleving moet georganiseerd w: restauratie naar
ancien regime met door God gewilde orde vs revolutionairen
Ontwikkelingswet v menselijk denken:
1. Theologische stadium: verklaring v verschijnselen
door bovennatuurlijke = orde
2. Metafysische stadium: verklaring v verschijnselen
in het natuurlijke = vooruitgang
3. Positivistisch stadium: wetenschappelijke
verklaring = orde + vooruitgang
Niet meer onderwerping irrationele autoriteit + niet meer chaos door individuele vrijheid
Maar onderwerping aan rationele autoriteit v/d wetenschap ->
sociologie)
Consensus universalis (gemeenschappelijk geheel v ideeën en vooral
morele waarden naar conservatief recept)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wallyfh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.