Sociale psychologie hoofdstuk 3 & 4
Sociale cognitie en perceptie
Sociale cognitie: hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld; hoe mensen sociale
informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en
beslissingen te nemen.
2 typen sociale cognitie:
1. Automatische sociale cognitie snel en automatisch denken (zoals vooroordelen)
2. Gecontroleerde sociale cognitie lang nadenken over belangrijke beslissingen in je leven
(zoals studiekeuze)
Automatisch denken: denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder inspanning
geschiedt. Verschillende soorten automatisch denken:
- Automatisch doelen nastreven
- Automatisch beslissen
- Automatisch denken en metaforen over lichaam en geest
Sociale denker: mensen zijn goed in sociale cognitie, de manieren waarop mensen over zichzelf en
de sociale wereld denken.
Sociale Perceptie wil zeggen:
1.) Welke signalen wij ‘aflezen’ van mensen om ons heen en hoe wij hun taal duiden/ interpreteren.
Zodat we een indruk hebben
- Wat voor persoon iemand is
- Hoe iemand iets bedoeld/ overkomt op anderen
2.) En vervolgens hoe wij vervolgens conclusies trekken over anderen en welke consequenties
(gedrag) we vervolgens trekken.
Dit doen wij door te letten op non-verbale communicatie: manier waarop mensen (on)opzettelijk
communiceren zonder woorden. Zoals bijvoorbeeld:
- Gelaatsuitdrukkingen de belangrijkste emoties worden gecodeerd (uitdrukken of
voortbrengen van non-verbaal gedrag) op dezelfde manier. Deze non-verbale handelingen
worden dan gedecodeerd (interpreteren van de betekenis van de non-verbale handeling).
Soms is dat decoderen best lastig, dan is er sprake van vermenging van affect (een
gelaatsuitdrukking waarin een deel van het gezicht de ene emotie uitdrukt, terwijl het andere
deel een andere emotie uitdrukt)
- Emblemen: non-verbale gebaren met een duidelijk omschreven definitie binnen een
bepaalde cultuur (zoals de duim of middelvinger)
Spiegelneuronen: neuronen die reageren als wij zelf een bepaalde handeling verrichten en als we
een ander deze handeling zien verrichten (gapen werkt aanstekelijk).
Thin-slicing: betekenisvolle conclusie trekken over iemands persoonlijkheid op grond van extreem
kortdurende uitingen van diens gedrag.
,Sociale perceptie is niet objectief, het gaat over welke schema’s/ verwachtingen worden geactiveerd
en hoe wij op basis van deze schema’s handelen.
Script: schema’s over specifieke gebeurtenissen, oftewel de beschrijving van hoe zo’n gebeurtenis
verloopt.
Schema’s:
• Mentale structuur om kennis en informatie te verzamelen op basis van thema’s
• Woorden en beelden activeren schema’s
• Ze sturen zo onze interpretatie van het ‘hier en nu’
Een schema is een compleet arsenaal aan informatie en ervaringen die geheel getriggerd wordt als er
een cue ervaren wordt die te linken is aan het schema. Dus, schema’s sturen onze verwachtingen
door van alles in te vullen met als gevolg dat wij voortdurend heel veel aannemen terwijl die
informatie niet gegeven is, maar door ons zelf is ingevuld. En wel omdat die info bij ons schema
hoorde.
• Schema’s zijn gebaseerd op persoonlijke ervaringen, indrukken en kennis van een onderwerp
• Dus schema’s kunnen hetzelfde onderwerp hebben bij mensen maar andere inhoud.
• De inhoud van de schema’s die actief worden bepalen dus de beleving van een persoon.
Dus wat is beleving: beleving wordt bepaald door de inhoud van de schema’s die worden
geactiveerd bij een persoon door cues uit de omgeving.
Schema’s die veel gebruikt worden leiden tot een verhoogde toegankelijkheid. Dit betekent dat als
er gekozen moet worden uit een aantal schema’s het meest gebruikte schema de voorkeur krijgt. Dus
je interpretatie van de wereld gebeurt op basis van de meest gebruikte schema’s die voorhanden
zijn/ op de voorgrond staan.
2 soorten toegankelijkheid:
1. Blijvend toegankelijk door eerdere ervaringen als bepaalde schema’s constant actief zijn
staan ze ‘gereed voor gebruik’ bij ambigue (dubbelzinnige) situaties
2. Tijdelijk toegankelijk
- Tijdelijk toegankelijke schema: als je bijvoorbeeld aan het studeren bent over een bepaalde
ziekte zul je hier eerder aan denken als je een verwarde man ziet dan voor/ na de toets
- Tijdelijk toegankelijk schema door recente ervaringen: dit betekent dat een specifiek thema
of kenmerk op een bepaald moment op de voorgrond staat door iets waarover je hebt
nagedacht of wat je vlak voor de ambigue gebeurtenis hebt gedaan.
Priming kan echter ook gebeuren, ik liet net ‘per ongeluk’ het logo van pepsi cola zien. Dit kan ertoe
leiden dat je eerder aan pepsi dacht dan coca cola. Dit is het priming effect; als je mensen dwingt om
een schema te activeren is de kans groot dat dit hun interpretatie vervolgens stuurt. Maar als het
concurrerende schema (coca cola) toch toegankelijker is omdat dit het meest wordt gebruikt door
die persoon, kan het priming effect teniet worden gedaan. Dus priming effecten werken het beste als
mensen geen sterke voorkeur hebben voor een bepaald merk.
, Priming: het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of
concept vergroten.
Primacy effect: als het aankomt op het vormen van een indruk, beïnvloeden de eerste indrukken die
we van anderen krijgen hoe we informatie interpreteren die we later krijgen.
Belief perseverance: de neiging vast te houden aan een oorspronkelijk oordeel, zelfs wanneer we
geconfronteerd worden met informatie die ons tot heroverweging zou moeten aanzetten.
Perseveratie-effect: bevinding dat opvattingen van mensen over zichzelf en de sociale wereld
aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel.
Bestraffingseffect: bevinding dat positieve opvattingen over de sociale wereld waarvan bewezen
wordt dat ze onjuist zijn, kunnen omslaan naar zeer negatieve opvattingen.
Attributietheorie: beschrijving van de manier waarop mensen de oorzaken van hun eigen en
andermans gedrag verklaren (interne of externe attributie).
Fundamentele attributiefout: neiging om de mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door
interne, dispositionele factoren te overschatten en de rol van externe, situationele factoren te
onderschatten.
Welke fout maken we nou fundamentele attributiefout
- Overschatten rol van persoonlijkheid
- Onderschatten rol van omgevingsfactoren
Is dit begrijpelijk? Ja, we hebben letterlijk geen zicht op, of inzicht in die omgevingsfactoren. Dus de
makkelijkste verklaring ligt in de persoonlijkheid van de onbekende studenten dit noemt men
perceptuele saillantie. Waar ons oog op valt is bepalend voor onze eerste automatische verklaring
van gedrag, de interne attributie
Corrigeren we dan nooit?
Jawel, als we ons de tijd gunnen om de situatie aandachtig te bekijken en te overdenken gunnen we
ons de ruimte om alternatieve verklaringen te zoeken voor het gedrag. Dan gaan we scenario’s
verzinnen anders dan persoonlijkheid, die het gedrag kunnen verklaren. Dus dan en alleen dan
passen we onze interne attributie aan en verruimen we die met externe attributie. Maar als we een
snel oordeel moeten vellen of moe zijn Fundamentele attributiefout.
Perceptuele saillantie: het ogenschijnlijke belang van de informatie waarop mensen hun aandacht
gericht hebben.
Tweeledig proces van attributie: het analyseren van andermans gedrag door eerst een automatische
interne attributie te maken en dan pas na te denken over mogelijke situationele oorzaken van het
gedrag, op basis waarvan de oorspronkelijke interne attributie mogelijk kan worden aangepast.
Zelfdienende attributie: verklaringen van eigen successen toeschrijven aan interne, dispositionele
factoren en verklaringen van eigen mislukkingen toeschrijven aan externe situationele factoren.
Covariatiemodel: theorie die stelt dat om een attributie te kunnen maken over de oorzaak van
iemands gedrag, we systematisch kijken naar het patroon tussen aan- of afwezigheid van mogelijke
causale factoren en het al dan niet optreden van het gedrag. Je verzamelt dus informatie en kijkt hoe
dit in de loop van de tijd, per plaats, bij verschillende mensen en gedragsdoelstellingen verandert.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kellydelouw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.