Franse werkwoorden - Samenvattingen en Aantekeningen

Overzicht Franse Onregelmatige Werkwoorden Een compleet overzicht van de Franse Onregelmatige Werkwoorden. En ook nog eens in 3 tijden namelijk; Present, Passé Composé en Imparfait. De werkwoorden die zijn uitgewerkt zijn Avoir, Etre, Faire, Aller, Pouvoir, Vouloir en Venir. Alles volledig duidelijk en overzichtelijk in 1 bestand verwerkt. Het maakt niet uit of je nu Havo of Vwo doet. Iedereen die Frans doet heeft dit bestand nodig. In dit overzichtelijke document staat alles wat je moet...

Franse Regelmatige Werkwoorden. Een compleet overzicht van de Franse Regelmatige Werkwoorden. In het overzicht bespreken we de 3 tijden; Present, Passé Composé en Imparfait. We hebben de grammatica van de werkwoorden in het document verwerkt en een voorbeeld. Een mooi overzichtelijk document met de Franse Regelmatige Werkwoorden waarmee jij 10x sneller leert. Haal de 10 voor dat ene PTA met dit overzicht. Geschikt voor iedereen van brugklas tot examenklas!

Een beknopt overzicht over hoe de vorming van de Franse tijden gebeurt. Met werkwoorden die een uitzondering zijn en andere belangrijke punten waar u op dit te letten. Tekst is deels geschreven in NL & deels in het Frans uiteraard! Zeer handig hulpmiddel :)

Hier vind je een lijst van 129 Franse werkwoorden met hun vertaling, dit zijn de meest voorkomende werkwoorden en de meest handige om te leren voor een examen of toets. Er zitten zowel regelmatige als onregelmatige in. Ook zitten de gekende en minder bekende in. Dit is een handige lijst om je werkwoorden eens te herhalen of je klaar te maken voor een opkomende toets waar je zinnen moet vertalen of werkwoorden moet vervoegen.

Franse Werkwoorden Pouvoir, Vouloir en Venir in 5 tijden uitgewerkt. In deze aantekening heb ik de Franse Werkwoorden Pouvoir, Vouloir en Venir in 5 tijden uitegewerkt. De 5 tijden; Present, Passé Composé, Imparfait, Futur en Conditionnel. Een handige aantekening om te hebben tijdens het leren. #Musthave!

Franse werkwoorden op -er in de volgende tijden: L’indicatif présent (.), L’indicatif futur proche (f.p.) L’indicatif imparfait (i.i.), L’indicatif passé récent (p.r.) L’indicatif futur simple (f.s.), L’impératif (imp.) L’indicatif passé composé (p.c.), Le conditionnel présent (.).