Basisboek Opvoeding theorie & praktijk
Hans Malschaert & Marinus Traas
,Basisboek Opvoeding
Agogiek ; de vorming van hulpverlening ten behoeve van alle mogelijkeverschillende
leeftijsgroepen
Hoofdstuk 1
Opvoeding; opvoeding is de omgang tussen volwassen en jeugdigen die erop gericht is
steun en richting te geven aan het proces van volwassenwording
Opvoeding is gebaseerd op verantwoordelijkheid
Ten aanzien van de opvoeding onderscheiden we;
- Doelstellingen
- Middelen
- Voorwaarden
- Omstandigheden
Is opvoeding nodig?/Kunnen we ons aan opvoeding onttrekken?
Nee, weeskinderen komen er ook wel, maar aan opvoeding onttrekken kan niet.
Overal waar volwassenen met jongeren omgaan, ontstaat de opgave van opvoeding.
Je kunt een kind niet verzorgen zonder het in een of andere vorm ook op te voeden
Kritiek op opvoeding = anti-pedagogiek
Opvoedingsmilieu ; Opvoedingsomstandigheden
Overheid bemoeit zich met de opvoeding
- Leerplicht
- Kinderbeschermingsmaatregelen
- Kinderarbeid
Dit is gebaseerd op een pedagogisch verantwoordelijkheidsgevoel. Opvoeding is ook
een politiek item
Opvoeders
- Het gezin:
Kerngezin ; ouders. In veel culturen speelt de familie en buurt hier ook in
mee
Veel veranderingen in het gezin door de structuur (moeder gaat ook
werken)
Onderhandelingshuishoudens ; de gezag houding tussen man en vrouw,
ouders en kinderen is niet meer vanzelfsprekend
- De school
De school neemt steeds meer taken over
Niet alleen onderwijs, maar ook de socialisatie en het aanleren van
waarden en normen
- De buurt, leeftijdsgroepen
, Peergroup ; als het gaat over groepen leeftijdsgenoten die hun vrije tijd
gedeeltelijk samen doorbrengen, elkaar wederzijds beïnvloeden en ook
een milieu van bescherming en vertrouwdheid vormen
Jeugdcultuur: als het gaat over de maatschappelijke stromingen van en
voor jongeren die een identificatiekader vormen voor bepaalde grote
groepen. Bijv. punks (kleding en muziek)
De leeftijdsgroepen en de jeugdcultuur spelen een grote rol in het
losmakingsproces van het ouderlijk milieu van vele jongeren en het vinden
van een eigen identiteit.
Tegelijkertijd maken zij ook onderdeel uit van de heersende cultuur en hebben daarin
een functie. In de jeugdsociologie heeft de laatste tijd daarin een beter inzicht verschaft;
- Enerzijds heeft de jeugdcultuur een functie in de maatschappelijke
veranderingen (revoluties, protestbewegingen) in sommige gevallenis er ook een
verband tussen jeugdcultuur en afwijkend gedrag en soms criminaliteit
- Anderzijds werkt de jeugdcultuur bestendigd structurerend ten aanzien van de
bestaande samenleving en cultuur (traditionele gebruiken in de stad, carnaval)
Zowel ten aanzien van veranderingen als ten aanzien van behoud vervullen jongeren
vaak taken binnen de gemeenschap die ouderen niet kunnen of willen vervullen,
ouderen zijn bang bestaande verworvenheden kwijt te raken en jongeren durven die
veranderingen wel aan. De jongeren vervullen ook een functie, zij nemen de bestaande
cultuur over als de nieuwe generatie.
Judith Rich Harris zegt dat opvoeding er niet toe doet en dat genen en leeftijdsgenoten
het vormen.
Els Lodewijks-Frencken zegt dat er wel opgevoed moet worden maar niet op de manier
hoe het nu wordt gedaan
Pedagogische relatie = opvoedingsrelatie
Opvoedingsdoelen zijn intentioneel, de opvoeder wil er iets mee bereiken, iedere
opvoeding heeft doelstellingen
Hoofdgroepen van opvoedingsdoelen;
1. Ouders willen dat kinderen leren zich in de maatschappij te handhaven, door
bijvoorbeeld rekening te houden met respect, verantwoordelijkheid dragen voor
hun doen en laten
2. Kinderen moeten zichzelf ontplooien, hun mogelijkheid en kwaliteit te
ontwikkelen, kinderen moeten gestimuleerd worden en ruimte hebben zichzelf te
zijn
3. Ontwikkelen van de eigen identiteit, dus zelf beslissingen laten nemen
Opvoedingsvoorwaarden
Wij onderscheiden voorwaarden in de opvoeding als omstadigheden/condities, die door
opvoeders worden geschapen om de opvoeding mogelijk te maken. Je kan hier ook van
opvoedingsmiddelen spreken.
1. Opvoedingsrelatie/pedagogische relatie, er moet betrokkenheid en respect zijn
2. Veiligheid, dat het kind weet dat die geaccepteerd wordt bij de ouders
3. Uitdaging, kind moet de ruimte krijgen om zelf op zoek te gaan
Hans Malschaert & Marinus Traas
,Basisboek Opvoeding
Agogiek ; de vorming van hulpverlening ten behoeve van alle mogelijkeverschillende
leeftijsgroepen
Hoofdstuk 1
Opvoeding; opvoeding is de omgang tussen volwassen en jeugdigen die erop gericht is
steun en richting te geven aan het proces van volwassenwording
Opvoeding is gebaseerd op verantwoordelijkheid
Ten aanzien van de opvoeding onderscheiden we;
- Doelstellingen
- Middelen
- Voorwaarden
- Omstandigheden
Is opvoeding nodig?/Kunnen we ons aan opvoeding onttrekken?
Nee, weeskinderen komen er ook wel, maar aan opvoeding onttrekken kan niet.
Overal waar volwassenen met jongeren omgaan, ontstaat de opgave van opvoeding.
Je kunt een kind niet verzorgen zonder het in een of andere vorm ook op te voeden
Kritiek op opvoeding = anti-pedagogiek
Opvoedingsmilieu ; Opvoedingsomstandigheden
Overheid bemoeit zich met de opvoeding
- Leerplicht
- Kinderbeschermingsmaatregelen
- Kinderarbeid
Dit is gebaseerd op een pedagogisch verantwoordelijkheidsgevoel. Opvoeding is ook
een politiek item
Opvoeders
- Het gezin:
Kerngezin ; ouders. In veel culturen speelt de familie en buurt hier ook in
mee
Veel veranderingen in het gezin door de structuur (moeder gaat ook
werken)
Onderhandelingshuishoudens ; de gezag houding tussen man en vrouw,
ouders en kinderen is niet meer vanzelfsprekend
- De school
De school neemt steeds meer taken over
Niet alleen onderwijs, maar ook de socialisatie en het aanleren van
waarden en normen
- De buurt, leeftijdsgroepen
, Peergroup ; als het gaat over groepen leeftijdsgenoten die hun vrije tijd
gedeeltelijk samen doorbrengen, elkaar wederzijds beïnvloeden en ook
een milieu van bescherming en vertrouwdheid vormen
Jeugdcultuur: als het gaat over de maatschappelijke stromingen van en
voor jongeren die een identificatiekader vormen voor bepaalde grote
groepen. Bijv. punks (kleding en muziek)
De leeftijdsgroepen en de jeugdcultuur spelen een grote rol in het
losmakingsproces van het ouderlijk milieu van vele jongeren en het vinden
van een eigen identiteit.
Tegelijkertijd maken zij ook onderdeel uit van de heersende cultuur en hebben daarin
een functie. In de jeugdsociologie heeft de laatste tijd daarin een beter inzicht verschaft;
- Enerzijds heeft de jeugdcultuur een functie in de maatschappelijke
veranderingen (revoluties, protestbewegingen) in sommige gevallenis er ook een
verband tussen jeugdcultuur en afwijkend gedrag en soms criminaliteit
- Anderzijds werkt de jeugdcultuur bestendigd structurerend ten aanzien van de
bestaande samenleving en cultuur (traditionele gebruiken in de stad, carnaval)
Zowel ten aanzien van veranderingen als ten aanzien van behoud vervullen jongeren
vaak taken binnen de gemeenschap die ouderen niet kunnen of willen vervullen,
ouderen zijn bang bestaande verworvenheden kwijt te raken en jongeren durven die
veranderingen wel aan. De jongeren vervullen ook een functie, zij nemen de bestaande
cultuur over als de nieuwe generatie.
Judith Rich Harris zegt dat opvoeding er niet toe doet en dat genen en leeftijdsgenoten
het vormen.
Els Lodewijks-Frencken zegt dat er wel opgevoed moet worden maar niet op de manier
hoe het nu wordt gedaan
Pedagogische relatie = opvoedingsrelatie
Opvoedingsdoelen zijn intentioneel, de opvoeder wil er iets mee bereiken, iedere
opvoeding heeft doelstellingen
Hoofdgroepen van opvoedingsdoelen;
1. Ouders willen dat kinderen leren zich in de maatschappij te handhaven, door
bijvoorbeeld rekening te houden met respect, verantwoordelijkheid dragen voor
hun doen en laten
2. Kinderen moeten zichzelf ontplooien, hun mogelijkheid en kwaliteit te
ontwikkelen, kinderen moeten gestimuleerd worden en ruimte hebben zichzelf te
zijn
3. Ontwikkelen van de eigen identiteit, dus zelf beslissingen laten nemen
Opvoedingsvoorwaarden
Wij onderscheiden voorwaarden in de opvoeding als omstadigheden/condities, die door
opvoeders worden geschapen om de opvoeding mogelijk te maken. Je kan hier ook van
opvoedingsmiddelen spreken.
1. Opvoedingsrelatie/pedagogische relatie, er moet betrokkenheid en respect zijn
2. Veiligheid, dat het kind weet dat die geaccepteerd wordt bij de ouders
3. Uitdaging, kind moet de ruimte krijgen om zelf op zoek te gaan
