Samenvatting week 7
Leerdoelen:
De rol en functie van wetenschappelijk literatuuronderzoek kunnen beschrijven.
een wetenschappelijk literatuuronderzoek uitvoeren.
de veelvoorkomende valkuilen.
wetenschappelijke literatuur te lezen.
wetenschappelijke literatuur samenvatten
Een critical review beoordelen.
Met behulp van het literatuuronderzoek kunt u ook een idee krijgen van het soort empirisch
onderzoek u gaat doen. Aan de hand van de manier waarop de auteurs, waarop u uw
hypothesen/proposities baseert, onderzoek hebben gedaan kunt u besluiten hetzelfde te doen, of
juist een andere methode te kiezen. In beide gevallen zal dit gemotiveerd moeten worden.
Een simpele vuistregel is dat onderzoek waarbij de concepten en variabelen nog niet helemaal
uitgekristalliseerd zijn, leiden tot kwalitatief onderzoek (interviews ed.), terwijl onderzoek waarbij
men al eerder kwalitatief onderzoek naar gedaan is en gevalideerde vragenlijsten zijn, zullen vaak via
enquêtes worden onderzocht, waarbij de antwoorden kwantitatief verwerkt worden.
Variabelen
Saunders et al. (2019, 191) geven de definitie van de verschillende variabelen weer in tabel 5.4:
1. Controlevariabelen
Controlevariabelen zijn variabelen waar in eerste instantie de interesse niet naar uitgaat, maar die
veelal van belang zijn voor de identificatie van de doelgroep (MKB: bedrijfsgrootte; geslacht: m/v,
leeftijd). Bestaat de populatie waar u uitspraken over wil doen voor 60 % uit vrouwen, maar uw
steekproef voor 30% uit vrouwen, dan kan dat een reden zijn waarom de betrouwbaarheid van het
onderzoek in twijfel getrokken kan worden. Soms kan een controlevariabele een reden zijn om een
enquêteresultaat te verwijderen uit de steekproef, bijvoorbeeld als een bedrijf werkzaam is in de
verkeerde sector of de verkeerde omvang heeft.
Ook in interviews kunnen controlevariabelen gebruikt worden om na te gaan of de geïnterviewde en
diens organisatie inderdaad tot de doelgroep behoort (bijvoorbeeld, leidinggevend; financieel
specialist en dergelijke).
, Met name in kwantitatief onderzoek worden de controlevariabelen vaak meegenomen in de
statistische analyse, om uit te sluiten dat deze een aparte invloed hebben, maar soms kan hier ook
uit komen dat er toch een onverwachte relatie is.
Structuur in geval van kwantitatief onderzoek
In een kwantitatief onderzoek, gericht op het afleiden en toetsen van hypothesen, vinden we
meestal de volgende standaardopbouw: eerst de afhankelijke variabele, dan de onafhankelijke
variabelen en dan eventueel de modererende en medierende variabelen.
2 De afhankelijke variabele
De afhankelijke variabele wordt ook wel de dependent variable (Saunderse et al., 2019) of de te
verklaren variabele genoemd
Uit de abstract van Aburub & Alnawas (2019) blijkt dat de probleemstelling is:
The aim of this paper is to test the combined effect of the key components of the Technology
Acceptance Model (TAM) and those of the Usage and Gratification Approach (U&G) on intention to
adopt mobile learning in higher education .... (Aburub & Alnawas, 2019, 1).
In paragraaf 2 wordt uitgelegd wat het technologische acceptatie model is:
The aim of this model is to investigate users’ intention to adopt new technology (Davis 1989). The
TAM model is considered as the most common model to measure users’ intention to use new
technology (Joo and Sang 2013) .. (Aburub & Alnawas, 2019, 4) en het U&G model:
According to Rubin (1984), U&G aims to investigate how users use media to fulfil their motives and
needs (Aburub & Alnawas, 2019, 5).
Verder wordt in deze paragraaf de voornaamste variabelen omschreven.
De afhankelijke variabele in dit artikel is 'de intentie om mobiel leren in hoger onderwijs te
adopteren' (te gebruiken, (the) intention to adopt mobile learning in higher education).
3 De onafhankelijke variabelen en hypothesen
De onafhankelijke variabele wordt ook wel de independent variable of de verklarende variabele
genoemd.
De onderzoeker gebruikt theorieën (of alleen andere studies) om het effect van een onafhankelijke
variabele aannemelijk te maken. Zoals gezegd zijn dat hier het TAM-model, gebaseerd op het werk
van Davis (1989), en het U&G-model van Rubin (1984). In het geval van het TAM-model: Perceived
Usefulness (PU) en Perceived Ease of Use (PEU). In het U&G-model: Cognitive gratification, Hedonic
gratification, Personal integrative gratification en Social integrative gratification.
De onderzoeker geeft een argumentatie die leidt tot een bepaalde deterministische uitspraken. De
argumentatie moet zo sterk mogelijk zijn. Dat doet de onderzoeker door de resultaten van andere
empirische studies te noemen en in verband te brengen met het eigen onderzoek. In een beperkt
aantal alinea’s wordt het betoog afgesloten met een duidelijke, toetsbare hypothese. Deze is veelal
in de vorm van: ‘Variabele X heeft een positieve invloed op variabele Y’ (of negatief, natuurlijk).
De hypothesen in het artikel zijn dan: