100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Scheikunde H10 VWO 5 Chemie €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Scheikunde H10 VWO 5 Chemie

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Hoofdstuk 10 Geurstoffen en Smaakstoffen. Leerboek: Chemie

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 2 mei 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2168)
avatar-seller
mereldejager2004
Merel de Jager VWO 5



HOOFDSTUK 10 GEURSTOFFEN EN SMAAKSTOFFEN

PARAGRAAF 10.1 GASCHROMATOGRAFIE VAN GEURSTOFFEN


GEURSTOFFEN ANALYSEREN

De analysemethode waarmee geurstoffen vaak onderzocht worden, is gaschromatografie. Het
principe waarop deze scheiding berust, is hetzelfde als bij papierchromatografie. Ook hier verdeeld
een stof zich over een mobiele fase, de gastroom, en een stationaire fase, de stof die stilstaat en waar
het gas langs stroomt. Voor de uitvoering heb je een gaschromatograaf nodig.

GASCHROMATOGRAAF

Door de kolom gaat een constante stroom van een gas, het
dragergas. De snelheid waarmee het dragergas stroomt moet
constant gehouden worden. De temperatuur moet zo hoog zijn
dat alle stoffen in het te onderzoeken mengsel gasvormig zijn.
Een monster van het mengsel wordt in de kolom geïnjecteerd en
wordt door het dragergas langs de stationaire fase, die in de
kolom aanwezig is, gevoerd. In de kolom vindt de scheiding van
het monster plaats. Als een stof bij het uiteinde van de kolom
aankomt, passeert de stof een detector. Deze geeft aan de
computer of de recorder een signaal af waardoor het passeren
van stof ‘zichtbaar’ wordt. Het plaatje dat je dan krijgt, heet een
chromatogram. De tijd die een stof nodig heeft om de weg van
het injectiepunt naar de detector af te leggen heet de
retentietijd.
Hoe groter de moleculen waar een alkaan uit bestaat, des te
langer is de retentietijd.
De oppervlakte onder de grafiek is een maat voor de
hoeveelheid stof die de detector passeert.

ONDERZOEK VAN AARDBEIEN

Elke piek in een chromatogram vertegenwoordigt een andere stof.


PARAGRAAF 10.2 MASSASPECTROMETRIE VAN GEURSTOFFEN


MASSASPECTROMETRIE

Elke stof die uit de gaschromatograaf komt, gaat dan
afzonderlijk in een massaspectrometer. Voor
massaspectrometrie heb je maar heel weinig stof nodig.
De te onderzoeken stof moet in gasfase zijn. Eerst komt
de stof via de inlaat in de massaspectrometer terecht,
daar heerst een hoog vacuüm. Er vindt ionisatie plaats
van de moleculen van de zuivere stof. Het molecuul
verliest daar bij een elektron en wordt een positief
geladen ion: een moleculair ion. Door verlies van een
elektron is het molecuul verzwakt. Het molecuul valt in fragmentionen uiteen: fragmentatie.

, Merel de Jager VWO 5


MASSASPECTRUM

Nadat de moleculen in de monsterkamer zijn geïoniseerd en gefragmenteerd, worden de positief
geladen fragmenten in een sterk elektrisch veld versneld. Daarna komen de bewegende ionen in een
magneetveld terecht dat loodrecht op de beweegrichting van de ionen staat. Hierdoor buigen de ionen
af. De afbuiging is afhankelijk van de massa en de lading van het ion. Uit de natuurkunde volgt dat de
afbuiging een maat is voor de verhouding ‘m/z’. Hierbij is m de massa van het brokstuk en z de lading.
De lading is meestal hetzelfde, 1+. Dus ontstaat een scheiding op massa van de positief geladen
fragmenten. De verschillende ionen komen bij een detector, waar ze worden geregistreerd. De
verschillende fragmenten die op de detector terechtkomen, veroorzaken daar een elektrisch signaal.
Om die signalen onderling goed te kunnen vergelijken, wordt het sterkste signaal op 100% ingesteld.
Dit signaal hoort bij het fragment dat het meeste voorkomt. Het relatieve signaal van de andere
fragmenten wordt uitgezet tegen de massa. Op deze wijze ontstaat een massaspectrum.


MASSASPECTROMETRIE VAN AARDBEIEN

De piek met de hoogste m/z in het massaspectrum geeft
de massa van het moleculair ion aan. De massa van dat
ion is gelijk aan die van het molecuul zelf. In het
massaspectrum is de grootste m/z, m/z = 74. De
molecuulmassa van de onderzochte stof is waarschijnlijk
74 u.
De piek m/z = 43, is de piek met de hoogste intensiteit.
Een massaspectrum is zeer kenmerkend voor een stof. De
hoogte (intensiteit) geeft aan hoe vaak een bepaalde
massa ten opzichte van de andere massa’s voorkomt.
In tabel 39D van BiNaS kun je de massa en de structuur
van een aantal veel voorkomende fragmenten vinden. Je ziet dat in sommige gevallen bij één piek
meerdere brokstukken passen. Als je de verschillende brokstukken hebt, dan moet je puzzelen om de
structuur van het molecuul vast te stellen. In de tabel zie je dat de piek met m/z = 57 afkomstig kan
zijn van een deeltje met de formule C4H9+. De pieken met m/z = 43 en 29 gaan steeds 14 lager. Dat is
gelijk aan een CH2-groep. De pieken kunnen dus van C3H7+ en C2H5+ zijn. Dat zou betekenen dat het
molecuul in ieder geval vier koolstofatomen bevat. De stof kan geen alkaan zijn, want er is geen
alkaan met molecuulmassa 74 u. Uiteindelijk bleek uit verder onderzoek dat de molecuulformule
C4H10O is.

ISOTOPEN EN HET MASSASPECTRUM

Een ander voorbeeld. De molaire massa van dimethyldisulfide (CH3-S-S-CH3) is 94,19 g/mol. Er is
inderdaad een piek bij m/z = 95, maar hoe zijn de pieken die bij m/z = 95 en 96 dan te verklaren?
Volgens BiNaS 25A bestaat zwavel voor het grootste deel uit zwavelatomen met massagetal 32. Een
klein deel bestaat ook uit isotopen met massagetal 34. Ook bij koolstof komen isotopen voor. Als één
van de zwavelatomen S-34 is, verklaart dat m/z = 96. Voor m/z = 95 is één van de koolstofatomen een
C-13. In een massaspectrum kan je de isotopenverhouding aflezen. Als de moleculen een
chlooratoom bevatten, zie je in het massaspectrum twee pieken: bij m/z = 35 en 37 in de verhouding
3:1. De intensiteit van de pieken is evenredig met de hoeveelheid van de aanwezige isotopen.


PARAGRAAF 10.3 ALCOHOLEN EN ETHERS IN ROZENOLIE


RUIMTELIJKE STRUCTUUR

Bij geurstoffen is de ruimtelijke structuur van de moleculen van groot belang. De vorm van het
molecuul bepaalt of een molecuul de chemoreceptoren in de neus kan activeren.
Koolstof heeft een covalentie van 4, dat wil zeggen dat koolstof vier gemeenschappelijke
elektronenparen kan vormen. In methaan, zijn de bindingen tussen koolstof en de vier
waterstofatomen gelijkwaardig. De hoeken tussen de C-H bindingen zijn gelijk, 109,5°. Op deze

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mereldejager2004. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83662 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen