100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Psychologie €6,59
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Psychologie

 25 keer bekeken  1 keer verkocht

Dit is een samenvatting van Psychologie jaar 2 Social Work HBO. In dit document zijn aantekeningen van colleges, samenvattingen van hoofdstukken uit het boek psychologie (Zimbardo, Johnson, McCann) een inleiding en samenvattingen van een aantal artikelen te vinden.

Voorbeeld 4 van de 64  pagina's

  • 1 juli 2022
  • 64
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (31)
avatar-seller
Em203S
Samenvatting 2 psychologie
Jaar 2

Sociale psychologie en experimenten

HC1
Sociale psychologie:
 Gericht op het effect dat de aanwezigheid van anderen (werkelijk of voorgesteld) heeft op de
gedragingen, gedachten en gevoelens van mensen.
 Bestuderen van alledaagse verschijnselen -> mensen de werkelijkheid om zich heen op een
actieve manier waarnemen en interpreteren, dat wil zeggen ze construeren hun eigen sociale
werkelijkheid.
 Onze gedachten, gevoelens en gedragingen worden zowel beïnvloed door onze directe
omgeving als door onze cultuur en door onze culturele en individuele achtergrond.
 Ingebeelde aanwezigheid van anderen geeft sleutel tot verandering.

HC2
Sociale psychologie:
 Omstander/bystander effect
 Conformisme – experiment Asch
 Sociale rollen en normen
 Sociale Facilitatie/Social Loafing

Waarom sociale psychologie?
 Je construeert je eigen sociale werkelijkheid en je medemens doet dit ook.
 In de/een groep vindt de confrontatie plaats met ieders eigen sociale werkelijkheid.
 Kennis van het ontstaan van die sociale werkelijkheden en hoe daarmee om te gaan is
noodzakelijk voor het beroep van hulpverlener.

Sociale constructie van de werkelijkheid:
Werkelijkheid/situatie -> interpretatie -> gedrag -> werkelijkheid
 Mensen maken een interpretatie van de werkelijkheid. Hun gedrag is een reactie op hun
beeld van de situatie. Met hun gedrag beïnvloeden ze de werkelijkheid weer.

Wat is een groep?
 Twee of meer mensen die een interactie met elkaar aangaan en die onderling van elkaar
afhankelijk zijn in de zin dat hun behoeften en doelstellingen ervoor zorgen dat ze elkaar
beïnvloeden.
 Basaal verlangen om erbij te horen.
 Mijnwerkers Chili in 2010 4 maanden vast.

Sociale effecten in een groep
Omstander/bystander effect:
 Het uitblijven van het bieden van hulp door omstanders bij een noodsituatie of een misdrijf.
 Passief toekijken (of wegkijken)
 Hoe groter de groep omstanders, hoe kleiner de kans dat iemand ingrijpt.




1

,Invloed van de situatie: wanneer helpt men?
 Door spreiding van verantwoordelijkheid over meerdere mensen is onduidelijk wie er
verantwoordelijkheid neemt.
 Effect van stemming op hulpgedrag; positief verband tussen goede stemming en
hulpvaardigheid.
 Slechte stemming door schuldgevoel, dan wel hulpvaardiger….
 Studenten helpen over algemeen sneller, meer tijd.

Sociale normen en de groep
 Het aanpassen van zichzelf aan het gedrag en de opvattingen die heersen in een bepaalde
groep met als doel geaccepteerd te worden binnen deze groep.
 Asch
 Invloed van normen wordt vaak zichtbaar als we die normen te vaak overtreden (Wet
monkey theorie)

Sociale normen en de groep
Groepsnorm -> gemeenschappelijk idee dat onder de leden van de groep leeft over wat in een
bepaalde situatie gepast of ongepast is.

Sociale rollen en de groep:
 Sociale rol -> gemeenschappelijke verwachtingen in een groep over hoe bepaalde mensen
geacht worden zich te gedragen.
 Normen en waarden die aan iemand gesteld worden in een bepaalde positie ->
voorgeschreven rol, rolvervulling, verworven rol.
 Verschil met groepsnorm -> regels die door alle groepsleden worden onderschreven, niet de
verwachtingen die je van een of meerdere groepsleden hebt.

Sociale rollen en de groep
Philip Zimbardo: Stanford Prisoner Experiment.

Sociale rollen en de groep
Nadelen sociale rollen:
 Mensen kunnen zo opgaan in hun rol dat zij hun persoonlijke identiteit en persoonlijkheid
verliezen.
 Als men niet in overeenstemming handelt met de verwachtingen bij de betreffende rol
kunnen problemen ontstaan.

Fundamentele attributiefout
Mensen overschatten de mate waarin menselijk gedrag wordt bepaald door interne, dispositionele
factoren en onderschatten de rol van situationele factoren. Dus: we denken dat gedrag van ander
door bepaalde eigenschappen wordt veroorzaakt en onderschatten de invloed van de situatie..

Groepen en gedrag van individuen:
 Verschillende processen -> sociale facilitatie, social loafing en deindividuatie
 Verschillende belangen -> eigenbelang, groepsbelang
 Verschillende behoeften -> behoefte om ergens bij te horen, Bepaalt onze sociale identiteit:
‘’Zeg mij wie je vrienden zijn en ik zal zeggen wie u bent…’’




Sociale facilitatie

2

,  Neiging om in aanwezigheid van anderen beter te presteren
 Heeft vooral betrekking op situaties waar mensen een prestatie moeten leveren in
aanwezigheid van anderen terwijl de anderen passief zijn en zelf geen bijdrage kunnen
leveren.
 Experiment -> Triplett (1898): wielrenners fietsten sneller wanneer ze samen fietsten dan
wanneer ze alleen fietsen. Verklaring: geneigdheid tot competitie.

Sociale -facilitatietheorie van Zajonc (1965)
Aanwezigheid van anderen -> opwinding -> dominante responsen (prestatieverbetering bij
eenvoudige taken of prestatieverslechtering bij moeilijke taken).

Social loafing
 Lummelen
 Naarmate de groep groter wordt, hebben mensen meer het gevoel dat hun individuele
prestaties:
 Minder opgemerkt worden
 Minder invloed zal hebben op het eindresultaat.

Verschil sociale facilitatie en social loafing
 Cruciaal -> identificeerbaarheid van individuele prestaties
 Bij onderzoek naar sociale facilitatie focus op het individu, degene die prestatie moet
leveren.
 Bij onderzoek naar social loafing aandacht voor vergelijking met andere groepsleden.
 Wat kies je? Eigenbelang of groepsbelang?

Sociaal dilemma -> een conflict waarin de gunstige actie voor een individu schadelijk is voor iedereen
als die actie door de meeste mensen wordt gekozen.

Motieven: waarom helpt men?
 The egoïst -> ‘’Yuck, He’s hideous and makes me feel bad. I should help him to make me feel
better’’.
Hulp bieden om er op de een of andere manier zelf beter van te worden.
 The altruist -> ‘’Poor man, he must feel awful. I’ve got to help him so that he feels better.
Als prosociaal gedrag of hulp wordt gemotiveerd door de wens om het welzijn van anderen
te bevorderen, zonder dat daar enige beloning tegenover staat voor de gever/helper.
(gelijkenis barmhartige Samaritaan)

WC
 Sociale psychologie bestudeert op wetenschappelijke wijze alledaagse verschijnselen.
 Er treden zowel cognitieve als motivationele vertekeningen op.
 De wijze waarop de werkelijkheid wordt waargenomen heeft vervolgens weer invloed op het
doen, denken en voelen van mensen. De sociale psychologie heeft veel aandacht voor de
kracht van de situatie/context en de systematische wijze waarop de kracht van de situatie
wordt onderschat.

Bewuste en onbewuste beïnvloeding.
 Directe sociale invloed -> iets wel of niet eten omdat je denkt dat je partner je te dik vindt,
geld overmaken voor een goed doel of iemand helpen omdat je denkt dat dit de norm is en
van je wordt verwacht.
 Directe invloed -> je blik afwenden in de lift omdat het onbeleefd is te staren, opstaan voor
iemand in de bus.


3

, Hoofdstuk 11: Sociale psychologie
Centrale vraag -> Hoe komt het dat gewone mensen bereid zijn anderen schade te berokkenen, zoals
aangetoond werd in Milgrams schokkende experiment.

Sociale psychologie -> tak van de psychologie die zich verdiept in de invloed van sociale variabelen en
cognities op individueel gedrag en sociale interacties.
Vakgebied waarin wordt onderzocht op welke wijze individuen elkaar beïnvloeden.

Sociale context -> de combinatie van mensen, de activiteiten van en interacties tussen mensen, de
omstandigheden waarin bepaald gedrag plaatsvindt, en de verwachtingen en sociale normen die
bepalen hoe het gedrag er in een gegeven situatie uit moet zien.

Onderzoek naar groepsgedrag -> teamwerk en aanpassing, groepsvooroordelen en terrorisme.
Sociaal psychologen geloven dat als we eenmaal begrijpen welke processen en mechanismen tot
negatief sociaal gedrag leiden, positieve interventies ontwikkeld kunnen worden om dergelijke daden
te voorkomen of te veranderen.

Bij gehoorzaamheidsonderzoek wordt vooral onderstreept hoe sterk de invloed van sociale situaties
is bij de aansturing van menselijk gedrag.
Belangrijk thema is ook de persoonlijke constructie van een subjectieve sociale werkelijkheid.

Par. 1.1
Vooral als wij ons in een nieuwe omgeving bevinden, hebben situaties een grote kracht: dan
domineren ze onze persoonlijkheid en hebben ze meer invloed dan wat we hebben geleerd en dan
onze waarden en uitgangspunten.

Kernconcept: We passen ons gedrag gewoonlijk aan de eisen van de sociale situatie aan, en in
nieuwe of ambigue situaties reageren we op de cues die we afleiden uit het gedrag van anderen.

Situationisme -> idee dat ons gedrag evenveel of zelfs meer bepaald wordt door omgevingsfactoren
dan door persoonlijkheidskenmerken. Tegenovergestelde van dispositionalisme.

Dispositionalisme -> een psychologische orientatie die zich bij de verklaring van gedrag primair richt
op de innerlijke eigenschappen van individuen, zoals persoonlijkheidskenmerken, waarden, karakter
en genetische aanleg. Tegenovergestelde van situationisme.

Sociale rol -> sociaal gedefinieerd gedragspatroon dat mensen in een bepaalde situatie of groep
dienen te vertonen.
Op basis van geslacht, op basis van baan etc.
De omstandigheden waarin je leeft en functioneert, bepalen uit welke rollen je kunt kiezen en welke
gedragspatronen anderen van je verwachten.

Sociale norm -> de attitudes en gedragingen die een groep passend vindt voor zijn eigen leden.
Ongeschreven verwachtingen.

Als iemand zich bij een nieuwe groep aansluit, zoals een werkgroep of vriendenkring, volgt er altijd
een aanpassingsperiode waarin de betrokkene probeert uit te vinden hoe hij zich moet gedragen om
erbij te horen.
Uitzoeken wat de normen van de groep zijn gebeurt op twee manieren:
 Door het letten op de uniformiteit (eenheid of gelijksoortigheid) en op de frequentie van
bepaalde gedragingen
 Door de negatieve consequenties van een overtreding van een sociale norm op te merken.

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Em203S. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,59. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 55628 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,59  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd