Samenvatting Verlies, trauma en rouw
Hoofdstuk 2-2,7
Een verliesbegeleider geeft persoonsgerichte aandacht, en hanteert daarbij een drievoudige focus:
aandacht voor de impact van het verlies, de kwaliteit van de coping met het verlies (omgaan met) en
aandacht voor de kwaliteit van de support voor de betrokkene. Dit noemen we ook wel de
aandachtsdriehoek.
- In het leven moet je het (impact) wel zelf doen (coping), maar niet alleen (support).
1. Impact +/-: van verlies, ziekte, ongeluk, handicap, armoede, ontslag,
natuurramp, migratie, scheiding, discriminatie etc.
2. Coping +/-: 3. Support +/-
hoe draagt de persoon zelf bij aan hoe steunt de omgeving de vervulling
vervulling van behoefte? van behoefte
Unfinished-businesssyndroom (UBS)
1
,Cliëntgerichte multimethodische verliesbegeleiding:
Deze werkwijze is gebaseerd op het behoeftegericht transitiemodel (later besproken), met aandacht
voor de behoefte van de rouwende. Plussen in de PAK staan voor vervulde behoeften en minnen
staan voor onvervulde behoeften.
- aandacht voor de impact van de verliezen: welke plussen en minnen zijn er rond het verlies van
betrokkenen.
- aandacht voor coping van betrokkenen: welke plussen en minnen zijn er rond de manier van
omgaan met actuele en oude verliezen
- aandacht voor de support rond betrokkenen: welke plussen en minnen zijn er rond de support
vanuit de eigen omgeving.
Bij behoeftegericht werken in de verlies- en rouwbegeleiding neemt de maatschappelijk werker
steeds de behoeften en noden van de cliënt als uitgangspunt.
Ritueelmethode:
Een methode die gebruikt wordt om alsnog afscheid te nemen van iets (alsnog techniek).
Checklist rituelen: de tien W’s van waardig afscheid nemen:
1. waartoe dient het ritueel/wat is het doel? welke specifieke doelen dient het ritueel?
2. welke handelingen (symbolisch) kunnen helpen om het oude onaffe levenshoofdstuk af te
ronden? welke symbolische handelingen kunnen uitgevoerd worden?
3. welke symbolen kunnen worden gebruikt tijdens het ritueel?
4. welke attributen zijn er nodig bij deze symbolische handelingen?
5. welke vertel formules wil de cliënt gaan uitspreken? bijv. ondersteuning door woorden (brief)
(expressiemethode). Aan welke boodschap geeft het ritueel symbolisch uitdrukking?
6. wie wil de cliënt naast zich hebben bij het ritueel en in welke rol?
7. waar wil de cliënt het ritueel uitvoeren? Welke locatie en atmosfeer zijn geschikt?
8. Wanneer wil de cliënt het ritueel uitvoeren? Wordt naar de uitvoering van het ritueel
toegewerkt?
9. was het ritueel effectief? welke invloed heeft het ritueel gehad voor, tijdens en na de
voltrekking?
10. welke onaffe zaken resteren nog? zijn er nog aspecten blijven liggen die aandacht behoeven?
Hoofdstuk 3
Theoretisch overzicht: het behoeftegerichte transitiemodel
In dit hoofdstuk wordt het behoefte gerichte transitiemodel geïntroduceerd, een biopsychosociaal
verliesbegeleidingsmodel dat op cliëntgerichte wijze steeds aansluit bij de aanwezige behoefte van
de rouwende. Het model beschrijft de biopsychosociale behoefte bij verlies. Als deze behoeften
vervuld worden kunnen we de transitie (levensovergang) maken en is onze kwaliteit van leven
optimaal.
Biopsychosociale verliezen:
Onder verlies verstaan we het volgende: Verlies is het besef dat er een einde is gekomen aan de
bestaande hechtingsrelatie met geliefde mensen en/of andere vertrouwde levensonderdelen.
Verlies per biopsychosociale component:
- Biologische verliezen: Lichaam > verminking, amputatie, functieverlies, incest, ziekte, letsel,
sterven, rijping, orgaanbeschadiging.
- Psychische verliezen: Psyche > functieverlies, dementering, identiteitsverwarring, trauma’s,
incest, psychische mishandeling, coma/sterven, ggz-diagnose
- Sociale verliezen:
2
, - relaties: overlijden van mensen en dieren, scheiding, uit huis gaan, vermissing, incest,
gevangenschap, verhuizing/migratie
- school/werk: ontslag, reorganisatie, zakken voor examen
- ouderschap: kinderloosheid, abortus, miskraam, doodgeboorte, uithuisplaatsing
- huis en haard: inbraak, verhuizing, brand, oorlog, vluchten, thuisloosheid, adoptie
Het transitiemodel: de factor tijd
Verliesbenaderingen:
- fasemodel: ontkenning, marchanderen, boosheid, verdriet, wanhoop en acceptatie
- doolhofmodel: Degene die verlies ondervindt, weet de weg niet te vinden. De uitgang is moeilijk
om te vinden en vaak komen mensen terug op plaatsen waar zij al eerder zijn geweest.
- land-van-rouwmodel: verlies wordt voorgesteld als een natuurramp: hierbij lijkt de wereld en je
leven in te storten. Het verlies brengt je naar het land van rouw.
- rouwtakenmodel: 5 taken die rouwende moeten uitvoeren:
- 0: opvoeden in leven en dood
- 1: laten doordringen dat die ander echt dood is
- 2: omgaan met een wirwar aan gevoelens
- 3: verder leven met het gemis
- 4: het weefsel van het leven opnieuw weven
- hechtingscirkel: contact maken -> hechten -> afscheid nemen -> rouwen -> betekenis geven ->
contact maken … etc. (in een cirkel)
- slingermodel: (duale procesmodel) het verwerkingsproces bi verlies wordt voorgesteld alsof een
rover met twee roeispanen probeert de boot in beweging te krijgen: er is afwisselend aandacht
nodig voor verlies en voor herstel.
Het transitieproces bij verlies:
Transitie: de overgang van de oude levensstructuur naar een nieuwe levensstructuur, een
schemergebied tussen het oude en het nieuwe
verliesverwerking: Het bewust en waardig afscheid nemen (op alle niveaus), van een verloren
gegaan, geliefd onderdeel van je bestaan en het overgaan naar een levenshoofdstuk met
herinneringen aan het oude.
De transitiecurve: (moet je kunnen natekenen op de toets)
Oude identiteit (gebeurtenis) Nieuwe identiteit
Bewustwording Opbouwen
Afscheid
3
, De transitiecurve en de transitietaken:
BAO Transitietaak Uitingsvormen
Bewustwording Je probeert het verlies te overleven, je weer - verdoving, shock
het slechte nieuws af. De - ontkenning
bewustwordingstaak houdt in dat je laagje
voor laagje bewust wordt van de impact - zoeken
van het verlies > van ontkenning naar - protest
erkenning. Je erkent het verlies dat je is - marchanderen
overkomen en de impact ervan op meerdere - dissociatie
niveaus. Er ontstaat een besef van de
noodzaak afscheid te nemen - traumareacties
- erkenning
- ontreddering
Afscheid De afscheidstaak houdt in dat je werkt aan - fysiek: loslaten van spanning,
het bewust laagje voor laagje loslaten van van trauma
de of het verlorene op alle relevante - affectief: loslaten van
levensniveaus: lichamelijk, affectief en
emotionele lading, loslaten in
cognitief. Je bevindt je in een
creatieve expressie, loslaten
overgangssituatie in het leven waarbij je
in een waardig ritueel
gedeeltelijk en bewust het oude
levenshoofdstuk loslaat en overgaat naar - cognitief/extensief: loslaten
het nieuwe levenshoofdstuk van praktisch-materiele
knelpunten, loslaten van
onafhankelijkheid, steun
vragen, loslaten van oude
identiteit en scheppen van
nieuwe waardeoriëntaties
Opbouw Bij de opbouwtaak bouw je aan een nieuwe - nieuwe levensstructuur
levensstructuur en bouw je herinneringen - identiteitstransformatie
op aan de of het verlorene: van een oude
naar een nieuwe identiteit. Persoon 1.0 gaat - oplevingsreacties door
over naar persoon 2.0, je hebt het verlies herinneringen
een plek gegeven in je leven
Een groot aantal omstandigheden kan opleving van verlies teweegbrengen. Deze oplevingsreacties
bestaan uit korte perioden van acute pijn die doen denken aan het verlorene, aan het verlies. Het
gaat om coping reacties die worden gereactiveerd. Dit betekend dat er perioden van
ongecompliceerde nieuwe rouw kan ontstaan. Als het leven bij een trigger weer volledig ontwricht
raakt, dan spreken we van gecompliceerde rouw gebaseerd op onaffe eerdere verlieservaringen.
Prikkels die oplevingsreacties losmaken, kunnen in drie categorieën worden gezet:
1. cyclische prikkels: Keren periodiek terug: verjaardagen, vakanties, seizoenen, terugkerende
rituelen
2. lineaire prikkels: gebeurtenissen die samenhangen met hert bereiken van een bepaalde tijd,
leeftijd of toestand (eenmalige gebeurtenissen): leeftijdsgebonden, ervaring gebonden,
ontwikkeling gebonden, crisis gebonden en enkelvoudige rituelen
3. incidentele prikkels: concrete objecten die doen denken aan het verlies: geheugen gebonden,
herinneringen, verlies/hereniging gebonden en muzikaal gebonden
4