Samenvatting van de werkcolleges en hoorcolleges van het tentamen Analyse en Interpretatie blok A van de studie Integrale Veiligheidskunde. Ook de nodige informatie vanuit de literatuur staat in de samenvatting.
WEEK A1
Kritisch denken = dat je informatie niet zonder meer accepteert. Dat je in plaats daarvan
zorgvuldig nagaat of ertegen uitspraken of redeneringen iets valt in te brengen.
Redenering = het proces waarmee men van een aantal argumenten of premissen tot een
standpunt of conclusie komt.
Enkelvoudige argumentatie = wordt maar één argument gebruikt om de mening of stelling te
onderbouwen.
Voorbeeld:
Die diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt.
Standpunt → die diagnose deugt niet
Argument → er zijn meetfouten gemaakt
Signaalwoord → want
Meervoudige argumentatie = worden twee of meer argumenten gegeven, die los van elkaar
staan.
Voorbeeld:
Die diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt en er zijn gegevens kwijtgeraakt.
Standpunt → de diagnose deugt niet
Onafhankelijke argumenten → er zijn meetfouten gemaakt & er zijn gegevens weggeraakt
Onderschikkende argumentatie = de argumenten zijn niet onafhankelijk van elkaar, maar ze
vormen als het waren een keten.
Voorbeeld:
De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt. De thermometer functioneerde
namelijk niet goed.
St: De diagnose deugt niet.
A1: Er zijn meetfouten gemaakt.
A1A1: De thermometer functioneerde namelijk niet goed.
,Complexe argumentatie = er is sprake van een combinatie van onderschikkende en
meervoudige argumentatie.
Voorbeeld:
Ik voel er niets voor samen te werken met Paul, want ik vind hem niet betrouwbaar. Hij heeft
vroeger eens fraude gepleegd en hij komt zijn beloftes niet na.
St: Ik voel er niets voor om samen te werken met Paul.
A1: Ik vind hem niet betrouwbaar.
A1A1: Hij heeft vroeger eens fraude gepleegd. A2A1: Hij komt zijn beloftes niet na.
Contra argument = een argument dat een standpunt aanvalt.
Voorbeeld:
Paul is geen sympathiek mens. Toch denk ik dat het een goed idee is om met hem samen te
werken. Hij heeft namelijk verstand van zakendoen.
St: Het is een goed idee om met Paul samen te werken.
A1: Paul heeft verstand van zakendoen. C1: Paul is geen sympathiek mens.
Geldige en ongeldige conclusies
Syllogismen = groepen, klassen, verzamelingen of eigenschappen die gekoppeld worden aan
‘bijzondere’ gevallen.
• Alle X hebben een Y (Alle vogels hebben een snavel. Een reiger heeft een snavel, dus
is het een vogel)
• Niet alle P zijn Q
• Geen enkele C behoort tot groep D
De meeste syllogismen bestaan uit twee argumenten en een conclusie. Die twee
argumenten worden gewoonlijk de premissen genoemd.
Premmissen = een stelling waarop je een redenering baseert (een aanname).
Alleen als de conclusie automatisch uit de premissen volgt is de redenering logisch geldig.
Voorbeeld:
Van veel cola drinken
Cola Peter Fit word je fit.
Peter drinkt veel cola.
Dus Peter is fit.
Venndiagram →
, Conditionele redeneringen: vier basisvormen
1. 1. Als p, dan q
2. p Geldig
3. Dus: q
2. 1. Als p, dan q
2. q Ongeldig
3. Dus: p
3. 1. Als p, dan q
2. Niet p Ongeldig
3. Dus: niet q
4. 1. Als p, dan q
2. Niet q Geldig
3. Dus: niet p
Voldoende en noodzakelijke voorwaarden
Twee soorten voorwaarden: voldoende en noodzakelijke voorwaarden
• Als A dan B
Als het regent wordt de straat nat → voldoende voorwaarde (met de voorwaarde
waar je aan voldoet is het ook genoeg) (regen is niet enige mogelijkheid om de straat
nat te krijgen)
Voldoende voorwaarde = een voorwaarde, die zonder andere voorwaarden op zich al
leidt tot het relevante gevolg. Er kunnen niet nog andere voorwaarden bestaan die
noodzakelijk zijn voor dit gevolg. Het is wel mogelijk dat er nog andere voorwaarden
bestaan, die elk of samen al voldoende voorwaarde zijn
• Als niet- A dan niet- B
Als je niet getrouwd bent dan heb je niet de huwelijkse staat → noodzakelijke
voorwaarde (het moet maar tis niet voldoende) (je hebt niet de huwelijkse staat als
je niet getrouwd bent, punt)
Noodzakelijke voorwaarde = een voorwaarde, zonder welke het relevante gevolg niet
optreedt. Het is echter niet gezged dat deze voorwaarde op zich al genoeg is om tot
het relevante gevolg te leiden: wellicht zijn nog andere voorwaarden nodig.
Een noodzakelijke voorwaarde is nooit een voldoende voorwaarde, maar een voldoende
voorwaarde is wel vaak een noodzakelijke voorwaarde.
Helder denken in categorieën
Volledigheid en non-overlap van categorieën:
Voorbeeld:
We hebben vier soorten stoelen: houten, rode, groene en kleine. Geef commentaar op deze
opsomming.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper HogeschoolUtrecht02. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,47. Je zit daarna nergens aan vast.