Hoofdstuk 2
EEG en ERP: worden gebruikt bij het bestuderen van hersenactiviteit
gerelateerd aan sensorische, cognitieve en aandachtsprocessen.
Elektrische activiteit wordt gemeten door elektroden.
- EEG: meet voortdurende hersenactiviteit. Data wordt opgedeeld in
tijdperioden die gekoppeld worden aan de aanbieding van bepaalde
soorten stimuli en experimentele condities.
- ERP: meet gemiddelde hersenactiviteit in reactie op specifieke stimuli.
Reflecteert veranderingen in hersenactiviteit in een bepaalde periode
van activiteit die is opgewekt door specifieke stimuli zoals plaatjes van
bekende of onbekende gezichten. Gecreëerd door het berekenen van
het gemiddelde van perioden van EEG en geïllustreerd als een reeks
positieve (P) en negatieve (N) afbuigingen in voltage over de tijd heen.
Beperking > gevoelig voor beweging.
1. Pieklatency betekent de tijd in ms waarin de maximum activiteit
voorkomt (hoogste of laagste punt). Geeft informatie over de timing
van verschillende cognitieve processen. Lagere latency betekent
een tragere verwerking. Sensorische processen hangen samen met
pieken binnen de eerste 200 ms en hogere cognitieve processen
met langere latencies.
2. Sterkte: geeft informatie over de relatieve hoeveelheid neurale
activiteit die wordt opgewekt door de verschillende condities,
grotere sterktes reflecteren meer neurale activiteit.
3. Verdeling: verwijst naar het gebied waar een ERP component
geobserveerd wordt of het groots is. Reflecteert in bepaalde mate
de fysiologische bron.
Voordelen ERP ten opzichte van gedragsbenaderingen
- Voor ERP is geen openlijke respons nodig. ERP meet hersenactiviteit die
gekoppeld is aan specifieke cognitieve processen, zonder dat het kind
iets hoeft te doen.
- ERP is geschikt voor het bestuderen van begrip, onafhankelijk van
productie. Kinderen begrijpen vaak meer dan ze kunnen produceren.
- ERP biedt een online meting van cognitieve verwerking, terwijl
gedragsmetingen vaak het eindresultaat van cognitieve verwerking
meten.
- ERP kan gebruikt worden voor het vergelijken van veranderingen in
hersenactiviteit gedurende de levensloop door middel van dezelfde
afhankelijke metingen. Gedragsmetingen om cognitie bij kinderen te
testen, kunnen voor een beperkte periode bruikbaar zijn.
- ERP heeft een goede tijdsresolutie. Huidige ERP systemen kunnen
hersenactiviteit in een fractie van een milliseconde meten.
- ERP kan informatie geven over het brein die niet gemeten kan worden
door gedrag of andere cognitieve neurowetenschappelijke technieken.
Beperkingen
, - ERP kent een beperkte ruimtelijke resolutie. Door volumegeleiding kan
neurale activiteit door hersenweefsel reizen en op verschillende
plekken worden gemeten.
- Het precieze verband tussen de fysiologische bron van de
hersenactiviteit en de resulterende oppervlaktepotentialen wordt niet
volledig begrepen. De functionele betekenis van verschillen in ERP
sterkte, latency en verdeling is niet transparant en kan verkeerd
worden geïnterpreteerd.
Near-infrared spectrosocy (NIRS): gebruikt voor het in kaart brengen van
hemodynamische reacties (veranderingen in doorbloeding en volume) die
samenhangen met neurale activiteit. Een verandering in lokale
hemoglobineconcentraties door neuronale activering is de basis voor NIRS.
De sterkte en timing van deze reactie wordt de hemodynamische
responsfunctie (HRF) genoemd. Focus ligt op activiteit in meerdere
corticale gebieden in reactie op meer complexe stimuli.
- Voordeel: minder gevoel voor dataverstoring door beweging en de
ruimtelijke resolutie is beter, maar de tijdelijke resolutie is lager.
MRI: is een non-invasieve en veilige techniek waarbij sterke magnetische
velden en non-ioniserende radiofrequentie energie worden gebruikt om
een lichaamssignaal te genereren. Het is een flexibele en snelle imaging
techniek. MRI maakt gebruik van waterstof in het lichaam wat fungeert als
magneet om door resonantie tweedimensionale beelden te maken.
- Structurele MRI: geeft beeld van het brein op één moment. Kan het
volume, de vorm en de plaats van weefsel meten.
- Functionele MRI: reflecteert veranderingen in neuronale activiteit.
Gebruikt vor het meten en vergelijken van het patroon van functionele
activering van hersengebieden bij bepaalde cognitieve taken.
- Diffusion Tensor Imaging: gebruikt om de locatie en oriëntatie van witte
stof te achterhalen. Meet de verspreiding van watermoleculen.
Praktische problemen: veel resources nodig (tijd, kosten en ervaring),
sommige kinderen kunnen niet gescand worden, lang stilliggen en
aandacht lang vasthouden.
Hoofdstuk 4
Fenotypen: cognitieve, motivationele en gedragsmatige trekken zijn
uitingen van onderliggende gen-omgeving processen en zijn
observeerbaar.
Genetica: omvat de unieke volgorde van de DNA code, het unieke patroon
van genetische uiting en een uniek product van gen-omgeving interactie.
Genen dragen bij aan uitkomsten door middel van complexe patronen van
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Tessa1994. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.