Ruimtelijk Bestuursrecht
Inhoudsopgave
Bestuursprocesrecht...............................................................................................................................2
Week 1 en 2........................................................................................................................................2
Week 3 en 4........................................................................................................................................5
Week 5 en 6......................................................................................................................................11
Ruimtelijk bestuursrecht......................................................................................................................14
Week 1..............................................................................................................................................14
Week 2..............................................................................................................................................16
Week 3..............................................................................................................................................21
Week 4..............................................................................................................................................27
Week 5..............................................................................................................................................31
Week 6..............................................................................................................................................36
1
,Bestuursprocesrecht
Week 1 en 2
Bronnen
Algemeen > bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van toepassing zijn > Awb.
Bijzonder > bevat regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop het
openbaar bestuur actief is > Participatiewet, vreemdelingenwet, wet algemene bepalingen
omgevingsrecht.
Verhouding algemeen en bijzonder? > Hiërarchie in de wetgeving:
> bijzonder gaat voor algemeen
> hogere regel gaat voor lagere regel
> jongere regel gaat voor oudere regel
Awb is een soort handleiding om te bijzondere wetten te kunnen hanteren.
> artikel 1:1 Awb = bestuursorgaan
> artikel 1:2 Awb = belanghebbende
> artikel 1:3 Awb = besluit
Gelaagde structuur Awb
- begint bij algemeen en gaat over naar bijzondere bepalingen
- voorgaande hoofdstuk is ook van toepassing op ander hoofdstuk
Dwingend recht: je mag niet bij lagere wetgeving afwijken.
Regelend recht: meest wenselijke hoofdregel wordt in Awb gegeven, maar afwijking in lagere
wetgeving wordt uitdrukkelijk toegestaan.
Aanvullend recht: regels staan in beginsel in andere wetgeving, alleen als er niets is bepaald in
bijzondere regels, treedt de bepaling uit de Awb inwerking.
Facultatief recht: er zijn regels die je wel of niet kan toepassen.
Bestuursprocesrecht
Aanvraag/beschikking/bezwaar bij orgaan die besluit neemt beschikking op bezwaar/beroep bij
bestuursrechter hoger beroep bij Hoge Raad, CRvB, RvS afdeling bestuursrecht en …
Verschil bestuursrecht en bestuursprocesrecht:
Bestuursprocesrecht > formeel recht
Bestuursrecht > materieel recht
Gelede normstelling
De toepasselijkheid van de rechtsregel is niet zomaar in de wet te vinden, maar in een combinatie
van met elkaar samenhangende rechtsregels.
- een onderwerp (norm) is geregeld in verschillende hiërarchische lagen.
- dus globaal in een wet (in formele zin)
- uitgewerkt in een besluit
- heel gedetailleerd in een regeling
Wet Regering Staten Generaal
Besluit (AMvB) Regering
Regeling Ministers
2
,Belangrijke wetten:
- WRO
- Besluit RO
- Woningwet
- WABO
- BOR
Belanghebbende
Welke 2 partijen zijn er in het bestuursrecht? > burger <-> overheid
Artikel 1:2 Awb bepaalt wie belanghebbende zijn.
- lid 1: degene die rechtstreeks geraakt wordt door besluit (natuurlijke personen)
- lid 2: bestuursorganen
- lid 3: rechtspersonen
Zicht- en nabijheidscriterium > degene die zicht heeft om een bouwwerk waarvoor een vergunning is
verleend of op een bepaalde afstand daarvan woont wordt in beginsel als belanghebbende
aangemerkt.
OPERA-criterium:
- objectief: je mag niet alleen een subjectief belang hebben.
- persoonlijk: u moet zich voldoende kunnen onderscheiden van willekeurige anderen.
- eigen belang: mag niet in belang van anderen.
- rechtstreeks belang: er mag geen sprake zijn van een afgeleid belang.
- actueel belang: mag niet gaan over een toekomstige of onzekere gebeurtenis.
Besluit
Artikel 1:3 lid 1 Awb bepaalt wat een besluit is:
- schriftelijk
- beslissing
- bestuursorgaan
- publiekrechtelijk
- rechtshandeling
Stappenplan besluit artikel 1:3 Awb:
1. Is er een beslissing?
2. Is de beslissing schriftelijk?
3. Is de beslissing genomen door een bestuursorgaan?
4. Is de beslissing een rechtshandeling?
5. Is de rechtshandeling publiekrechtelijk?
Op alles ja > dan besluit in de zin van de Awb.
Handelen
Bij handelen wordt er een onderscheid gemaakt tussen feitelijk handelen en besluiten.
Soorten besluiten:
1. Beschikking
2. Besluiten van algemene strekking
- plan
- algemene verbindende voorschriften (AVV)
- beleid
- overig (aanwijzingsbesluiten)
Pas als er een structuurvisie ontstaat, komt er een besluit.
3
, Beschikking
Artikel 1:3 lid 2 Awb bepaalt wat een beschikking is:
- besluit
- van niet algemene strekking
Een beschikking moet in ieder geval de volgende gegevens bevatten:
1. De naam van het orgaan dat de beschikking geeft;
2. De naam van degene tot wie de beschikking gericht is;
3. De aanleiding voor de beschikking;
4. De toepasselijke wettelijke voorschriften;
5. De relevante feiten;
6. De motivering;
7. De beslissing zelf (dus welke rechten en plichten worden nu in het leven geroepen);
8. Rechtsmiddelen;
9. Ondertekening.
Soorten beschikkingen:
1. Op aanvraag of ambtshalve beschikkingen:
- aanvraag: je vraagt om een beschikking.
- ambtshalve: je krijgt een beschikking zonder aanvraag.
2. Rechtsvaststellende en rechtscheppende beschikkingen:
- rechtsvaststellend: stelt een recht vast.
- rechtscheppend: schept een recht.
3. Begunstigde en belastende beschikkingen:
- begunstigend: geeft rechten en aanspraken, verlicht bestaande lasten of voorkomt
dreigende last.
- belastend: legt een last op die er eerder niet was, of staat een gunst niet toe.
4. Gebonden en vrije beschikkingen:
- gebonden: de algemene regel die de beschikkingsbevoegdheid toekent, schrijft dwingend
voor onder welke voorwaarden het bestuursorgaan de beschikking moet afgeven.
- vrij: de algemene regel die de beschikkingsbevoegdheid toekent, kent het bestuursorgaan
een zekere beleidsvrijheid toe, onder welke voorwaarden de beschikking wordt afgegeven.
- discretionaire bevoegdheid = vrije beleidsruimte.
Onderscheid gebonden en vrije beschikking:
- aan een vrije beschikking kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
- een vrije beschikking kun je intrekken als bestuurs, bij een gebonden beschikking kan dat alleen als
de wetgever dat mogelijk maakt.
- inspraak van derden komt bij een vrije beschikking een veel grotere rol toe.
- toetsing door de rechter:
- vrije beschikking – marginale toetsing.
- gebonden beschikking – integrale toetsing.
4
Inhoudsopgave
Bestuursprocesrecht...............................................................................................................................2
Week 1 en 2........................................................................................................................................2
Week 3 en 4........................................................................................................................................5
Week 5 en 6......................................................................................................................................11
Ruimtelijk bestuursrecht......................................................................................................................14
Week 1..............................................................................................................................................14
Week 2..............................................................................................................................................16
Week 3..............................................................................................................................................21
Week 4..............................................................................................................................................27
Week 5..............................................................................................................................................31
Week 6..............................................................................................................................................36
1
,Bestuursprocesrecht
Week 1 en 2
Bronnen
Algemeen > bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van toepassing zijn > Awb.
Bijzonder > bevat regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop het
openbaar bestuur actief is > Participatiewet, vreemdelingenwet, wet algemene bepalingen
omgevingsrecht.
Verhouding algemeen en bijzonder? > Hiërarchie in de wetgeving:
> bijzonder gaat voor algemeen
> hogere regel gaat voor lagere regel
> jongere regel gaat voor oudere regel
Awb is een soort handleiding om te bijzondere wetten te kunnen hanteren.
> artikel 1:1 Awb = bestuursorgaan
> artikel 1:2 Awb = belanghebbende
> artikel 1:3 Awb = besluit
Gelaagde structuur Awb
- begint bij algemeen en gaat over naar bijzondere bepalingen
- voorgaande hoofdstuk is ook van toepassing op ander hoofdstuk
Dwingend recht: je mag niet bij lagere wetgeving afwijken.
Regelend recht: meest wenselijke hoofdregel wordt in Awb gegeven, maar afwijking in lagere
wetgeving wordt uitdrukkelijk toegestaan.
Aanvullend recht: regels staan in beginsel in andere wetgeving, alleen als er niets is bepaald in
bijzondere regels, treedt de bepaling uit de Awb inwerking.
Facultatief recht: er zijn regels die je wel of niet kan toepassen.
Bestuursprocesrecht
Aanvraag/beschikking/bezwaar bij orgaan die besluit neemt beschikking op bezwaar/beroep bij
bestuursrechter hoger beroep bij Hoge Raad, CRvB, RvS afdeling bestuursrecht en …
Verschil bestuursrecht en bestuursprocesrecht:
Bestuursprocesrecht > formeel recht
Bestuursrecht > materieel recht
Gelede normstelling
De toepasselijkheid van de rechtsregel is niet zomaar in de wet te vinden, maar in een combinatie
van met elkaar samenhangende rechtsregels.
- een onderwerp (norm) is geregeld in verschillende hiërarchische lagen.
- dus globaal in een wet (in formele zin)
- uitgewerkt in een besluit
- heel gedetailleerd in een regeling
Wet Regering Staten Generaal
Besluit (AMvB) Regering
Regeling Ministers
2
,Belangrijke wetten:
- WRO
- Besluit RO
- Woningwet
- WABO
- BOR
Belanghebbende
Welke 2 partijen zijn er in het bestuursrecht? > burger <-> overheid
Artikel 1:2 Awb bepaalt wie belanghebbende zijn.
- lid 1: degene die rechtstreeks geraakt wordt door besluit (natuurlijke personen)
- lid 2: bestuursorganen
- lid 3: rechtspersonen
Zicht- en nabijheidscriterium > degene die zicht heeft om een bouwwerk waarvoor een vergunning is
verleend of op een bepaalde afstand daarvan woont wordt in beginsel als belanghebbende
aangemerkt.
OPERA-criterium:
- objectief: je mag niet alleen een subjectief belang hebben.
- persoonlijk: u moet zich voldoende kunnen onderscheiden van willekeurige anderen.
- eigen belang: mag niet in belang van anderen.
- rechtstreeks belang: er mag geen sprake zijn van een afgeleid belang.
- actueel belang: mag niet gaan over een toekomstige of onzekere gebeurtenis.
Besluit
Artikel 1:3 lid 1 Awb bepaalt wat een besluit is:
- schriftelijk
- beslissing
- bestuursorgaan
- publiekrechtelijk
- rechtshandeling
Stappenplan besluit artikel 1:3 Awb:
1. Is er een beslissing?
2. Is de beslissing schriftelijk?
3. Is de beslissing genomen door een bestuursorgaan?
4. Is de beslissing een rechtshandeling?
5. Is de rechtshandeling publiekrechtelijk?
Op alles ja > dan besluit in de zin van de Awb.
Handelen
Bij handelen wordt er een onderscheid gemaakt tussen feitelijk handelen en besluiten.
Soorten besluiten:
1. Beschikking
2. Besluiten van algemene strekking
- plan
- algemene verbindende voorschriften (AVV)
- beleid
- overig (aanwijzingsbesluiten)
Pas als er een structuurvisie ontstaat, komt er een besluit.
3
, Beschikking
Artikel 1:3 lid 2 Awb bepaalt wat een beschikking is:
- besluit
- van niet algemene strekking
Een beschikking moet in ieder geval de volgende gegevens bevatten:
1. De naam van het orgaan dat de beschikking geeft;
2. De naam van degene tot wie de beschikking gericht is;
3. De aanleiding voor de beschikking;
4. De toepasselijke wettelijke voorschriften;
5. De relevante feiten;
6. De motivering;
7. De beslissing zelf (dus welke rechten en plichten worden nu in het leven geroepen);
8. Rechtsmiddelen;
9. Ondertekening.
Soorten beschikkingen:
1. Op aanvraag of ambtshalve beschikkingen:
- aanvraag: je vraagt om een beschikking.
- ambtshalve: je krijgt een beschikking zonder aanvraag.
2. Rechtsvaststellende en rechtscheppende beschikkingen:
- rechtsvaststellend: stelt een recht vast.
- rechtscheppend: schept een recht.
3. Begunstigde en belastende beschikkingen:
- begunstigend: geeft rechten en aanspraken, verlicht bestaande lasten of voorkomt
dreigende last.
- belastend: legt een last op die er eerder niet was, of staat een gunst niet toe.
4. Gebonden en vrije beschikkingen:
- gebonden: de algemene regel die de beschikkingsbevoegdheid toekent, schrijft dwingend
voor onder welke voorwaarden het bestuursorgaan de beschikking moet afgeven.
- vrij: de algemene regel die de beschikkingsbevoegdheid toekent, kent het bestuursorgaan
een zekere beleidsvrijheid toe, onder welke voorwaarden de beschikking wordt afgegeven.
- discretionaire bevoegdheid = vrije beleidsruimte.
Onderscheid gebonden en vrije beschikking:
- aan een vrije beschikking kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
- een vrije beschikking kun je intrekken als bestuurs, bij een gebonden beschikking kan dat alleen als
de wetgever dat mogelijk maakt.
- inspraak van derden komt bij een vrije beschikking een veel grotere rol toe.
- toetsing door de rechter:
- vrije beschikking – marginale toetsing.
- gebonden beschikking – integrale toetsing.
4