McCombs, M. E., & Shaw, D. L. (1972). The agenda-setting function of mass media. Public Opinion
Quarterly, 36, 176-187.
De auteurs beginnen te stellen dat hoewel niet
kan worden geconcludeerd dat de media
bepaald welke overwegingen mensen
gebruiken in het beoordelen van issues, de
imedia wel in staat is om te bepalen waar we
over nadenken. De hypothese van dit artikel is
daarom: de massamedia bepaalt de agenda
voor iedere politieke campagne doordat ze de
mate van importantie bepaalt die het publiek
aan bepaalde issues geeft.
Dat wordt door de auteurs onderzocht door
respondenten te vragen naar hun politieke
kleur en hen te vragen wat de belangrijkste
issues van dat moment zijn. Vervolgens wordt
Figuur 1: de correlaties bij all news zijn hoger dan die van news own party
die data afgezet tegen de mate waarin de dus een algemeen effect
media aandacht besteden aan die
onderwerpen.
Een eerste algemene conclusie van de
auteurs is dat het overgrote deel van de
berichtgeving over de verkiezingen niet
over de inhoud gaat, maar over de strijd
van politici zelf.
Een tweede belangrijke conclusie van de
auteurs is dat het inderdaad zo is dat de
media bepalen waar het publiek over
nadenkt en niet andersom. Daar kwamen
ze achter door het belang van het publiek Figuur 2: de correlatie tussen krant in juni - stemmers in oktober is hoger dan
in T1 en T2 te vergelijken met waar media tussen stemmers juni en kranten oktober
over schreven in T1 en T2. De publiek T1
correleerde veel minder sterk met media T2 dan dat media T1 correleerde met publiek T2.
Bovendien bleek partijvoorkeur van respondenten een minder sterk verband te houden met de
issues die zij het belangrijkste vonden, respondenten van beide politieke zijden waren redelijk in
overeenstemming voor wat betreft de belangrijkste issues, ondanks dat de kandidaten van beide
partijen zich op andere issues concentreerden. Er werd bovendien een grote overeenkomst tussen
media geconstateerd door de auteurs, wat laat zien dat journalisten onzeker zijn over wat nieuws is.