PA 2.4
_________________________________________________________________________
Hoofdpijn
6 weken
_________________________________________________
Hypothese
● Mevrouw heeft last van drukke omgevingen vanwege spanningshoofdpijn
○ Hypertonie
○ Stress
■ HIT6, HDI, lengte test en palpatie trap.descends, triggerpoints, 4DKL
● (Mevrouw heeft pijn aan de linkerzijde van haar hoofd vanwege migraine) stelt de
neuroloog op, kunnen we wel behandelen
● Mevrouw heeft moeite met zich concentreren vanwege clusterhoofdpijn
● Mevrouw heeft moeite met haar aandacht erbij houden vanwege
middelengeïnduceerde hoofdpijn
● Mevrouw heeft last van haar voorhoofd vanwege craniale neuralgieën
● (Radiculair Syndroom in de nekregio (indirect))
● Motor control impairment CWK
● Hoog cervicale screening
○ Canadian C-spine rule
○ Modified sharp purser test
○ Alair ligament test
○ Transverse ligament test
● Bovenste kruis syndroom
○ DNF, trapezius ascendens, serratus anterior verzwakt
○ SCM, pectoralis, trapezius descendens en levator scapula verkort
● Slechte houding
● Verzwakte diepe
● Verkorte nekspieren
● CWK ROM
● Cervicogene hoofdpijn: (verminderde mobiliteit C1 / C2)
■ FRT (flexie rotatie test)
■ BFO CWK en CTO
■ CCFT
○ bovenste Kruis Syndroom
○ slechte houding
○ verzwakte diepe nekflexoren
○ verkorte nekspieren
○ cervicale mobiliteit
■ hoog cervicale (C0-C2)→ hoofdpijn (N.Trigeminus)
■ Mid cervicaal → schouder
, = (door referred pain, niet bekend met hartpijn dus straalt de pijn uit naar een
plek op het zelfde ruggenmergniveau & innervatie dichtheid groter aan de
arm dan hart (dieper in je lichaam is minder innervatie dichtheid))
→ flexie rotatie test.
Links beperkt rechts niet → unilaterale hoofdpijn waarschijnlijk
Links en rechts beperkt → bilaterale hoofdpijn
→ Duidelijk ontstaansmoment
Screening
Anamnese
● ontstaan, duur, frequentie, medicijngebruik, cafeïne houdende producten, medicatie
gebruik
● Persoonlijke factoren: negatieve opvattingen over ziekte, angst, depressie
● Locus of control = wat de patiënt denkt dat de oorzaak is
● Illness beliefs (vragen als wat heb ik, waar komt het voor)
● SCEGS (somatisch, cognitief, emotioneel, gedragsmatig en sociaal)
● Copingstijl (de manier waarop je omgaat met stress)
● Attributes (eigenschappen)
● Self-efficacy (vertrouwen in eigen bekwaamheid)
● Distress, angst, depressie, somatisatie
● Prognostische factoren (factoren die verloop beïnvloeden)
● Slaappatroon
,Onderzoek
● Hoofdpijndagboek
● Klinimetrie: IPQ kort (illness belief), HDI, HIT6
● VAS, PSK
● Inspectie: bovenste kruis syndroom (anteropositie hoofd, versterkte thoracale kyfose)
● Palpatie bij spanningshoofdpijn, triggerpoint (overgevoelige plek): occiput, proc
transversus C1, proc mastoideus, M. SCM, M.trapezius. Palpatie kan druk pijn of
referred pain veroorzaken →
● Basisfunctie Onderzoek cervicale wervelkolom (op het oog of met een
goniometer)
meten met de CROM (cervical range of motion instrument) heeft een magnetisch veld en
vloeistof inclinometers
● BFO CTO (C5-T4)
T4= C7 is uitstekende → doortellen
Handen in de nek
Hand op de proc. spinosi
Als je dan flexie schouder doet beweegt normaal gesproken de laatste stukje flexie de T4,
T3, T2, T1 gewrichten homolateraal mee
● FRT (flexie rotatie test)
Cervicogene hoofdpijn onderzoeken
Sens en spec is 70%
Hypomobiliteit CWK onderzoeken van C1-C2. (dan staat ligament nuchae op spanning, en
loopt niet over C2)
Ruglig → CWK flexie → rotatie links en rechts
Normaal 44 graden (asymptomatisch)
Positief bij <34 graden
Positief: opkomende pijn
, ● Deep neck flexor endurance test
Verminderde actieve cervicale stabiliteit
Symptomen: zwaar hoofd, gevoel van blokkerende nek, gespannen nekspieren, moeite
hoofd in een positie houden, pijn bij plotselinge bewegingen
Ontstaat door flexie/ deflexie trauma of zonder duidelijk begin
Ruglig, korte knik van tafel houden. Check of SCM niet wordt aangespannen. Je moet
huidplooien zien
Positief: mannen <39 en vrouwen <29 vasthouden
● Relevante spierlengtetest CWK (SCM, trapezius descendens, pectoralis major,
levator scapula)
○ Descendens : lateroflexie, heterolaterale rotatie
○ SCM: heterolateraal lateroflexie, homolaterale rotatie, extensie, korte knik
○ Levator scapula: scapula fixeren (of hand patiënt op de scapula laten leggen,
lateroflexie, homolaterale rotatie, flexie
● Relevante spierkrachttest CWK (DNF, trapezius ascendens, trapezius transversus,
rhomboideus, serratus anterior)
○ Ascendens en transversus met de duimen omhoog (duimen omlaag is klein
beetje rhomboideus)
● CCFT (Craniocervicale flexie test)
Test motor control systeem, spier uithoudingsvermogen (kleine) diepe nekflexoren
Hoge sens en spec
Pomp stabilizer tot 20 mm/hg, leg onder occiput. Ruglig met hoofd aan het voeteinde, hoofd
neutraal!.
Voel aan sternocleidomastoideus voor de spanning tijdens de test
→ kin intrekken
(Eerst kijken of )22 (kan volhouden) → 10 sec vasthouden
(Dan kijken of )24 (kan volhouden )→ 10 sec vasthouden
Mag tot 30
Positief: <26 vol kunnen houden 10 seconde
- Lippen tegen elkaar
- tanden van elkaar
- tong ertussen
Symptomen van deze patiënten in ADL: zwaar hoofd, gevoel van een blokkerende nek,
gespannen nekspieren, niet te lang een positie kunnen aannemen, pijn bij onverwachte
bewegingen, vaak na een flexie/deflexie trauma