100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Alle stof CIRC3 €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Alle stof CIRC3

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit document bevat alle stof van de gegeven hoorcolleges, interactieve colleges, practica en werkgroepen.

Voorbeeld 4 van de 95  pagina's

  • 23 augustus 2023
  • 95
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (37)
avatar-seller
SanneAmber
CIRCULATIE 3
Geneeskunde bachelor 2022-2023




De diagnose diabetes insipidus kan gesteld worden; er is primair water verlies waardoor en een hoge water intake. Er
is een niet functionerende

Diabetes insipidus --> primair water verlies --> hoge plasma osmolariteit (itt tot hoge water intake)
Diabets insipuds = niet functionerende verzamelbuis = water tekort = hypernatriemie

Nefrotisch syndroom = nieraandoeningen voor proteinurie.
Nefritisch syndroom =

Anti-gbm/wegener = vorm van glomerulonefritis

, WEEK 1


HOORCOLLEGE 1 – INLEIDING NEFROLOGIE
Anatomie
De nieren bevinden zich retroperitoneaal. Ze zijn ongeveer 12 cm lang en 150 gram. De rechternier ligt lager dan de
linker nier. De buitenkant is de cortex met de glomeruli (en distale tubuli). De binnenste laag is de medulla welke uit
17-18 driehoekjes (piramiden) bestaat. Daar lopen de tubuli in. Het uiteinde is de papil waar de verzamelbuis in
eindigt. Het wordt via het myelum naar de ureter afgevoerd. De nier bestaat uit 1 miljoen nefronen. Een nefron is de
functionele eenheid van de nier. Dit bestaat uit een glomerulus, een proximale tubulus, de lis van Henle, distale
tubulus en een verzamelbuis.
De lis van Henle loopt tot diep in het merg. De verzamelbuis eindigt in het pyelum ofwel nierbekken.
Het opstijgende been ligt dicht bij de afferente arteriole, dit is essentieel voor de functie van de nier.
Aan de aorta is beide kanten een nier arterie. Het splitst zich in de a. arcuata welke zorgt voor de voeding van de
afferente arteriole. Het afvoerende vat is de efferente arteriole welke zorgt voor de bloedvatvoorziening van de
tubuli. Het nefron kan hierdoor zijn eigen filtratie met terugresorptie regelen. De bloeddruk in de glomerulus is vrij
hoog en constant. Dat is nodig voor de continue filtratie. Bij de afferente en efferente arteriole daalt de bloeddruk, dit
komt omdat daar sfincters zitten die zorgen voor een constante druk. Plasma wordt gefilterd en dan is er een
eiwitarm filtraat. De glomerulus wordt omringt door het kapsel van Bowman. Dit is een cellaag welke versmolten is
met de basaalmembraan. De voorurine wordt opgevangen in de ruimte van Bowman en wordt afgevoerd via de
proximale tubulus. In de wand bevinden zich de macula densa. In de afferente arteriole bevinden zich spiercellen.
Deze twee communiceren met elkaar.
LBP à minder filtratie à minder NaCl macula densa --> doorgegeven aan arteriole --> dilatatie = meer filtratie
Tegelijkertijd kunnen de gladde spiercellen renine vrijgeven voor het RAAS; meer angiotensine II = constrictie en
samen met aldosteron = zout resorptie. De anatomie dat het dus dicht bij de arteriole ligt is dus belangrijk om het ECV
in stand te houden.

Aan de binnenkant van het capillair is gefenestreerd epitheel. Aan de buitenkant is er de podocyt met uitlopers. De
podocyten vormen het viscerale epitheel. Een capillairlis laat kleine stoffen heel makkelijk door. Grote stoffen kunnen
dit minder makkelijk. Het is negatief geladen dus negatieve moleculen kunnen minder makkelijk passeren. Voorbeeld
is albumine; klein eiwit maar negatief geladen dus nauwelijks te zien. Er is een grootte-selectiviteit en een ladings-
selectiviteit.
Makkelijk doorgelaten
- Water - Ureum
- Aminozuren - Mineralen
- Glucose - Niet eiwit gebonden geneesmiddelen
Grote palsma eiwitten en RBC worden niet gefilterd.

Fysiologie
De hoeveelheid filtratie hangt af van een aantal factoren. Hoeveel filtratie er plaats vindt
hangt af van Starling krachten, de doorlaatbaarheid en het filtrerend oppervlak. Er zijn vier
starling krachten
- Colloid osmotische (oncotisch) druk in ruimte van Bowman = πBS
o Hoeveelheid eiwitten
o Als het goed is geen eiwitten in Bowman dus deze is heel laag
o Aanzuigende kracht naar buiten
- Hydrostatische druk in Bowman ruimte = PBS
o Druk van de urine
o Het filtraat kan heel makkelijk door naar proximale tubulus dus dit is heel constant
- Colloïd osmotische druk in capillair lisje = πGC
o Neemt toe, vocht treedt immers uit
- Hydrostatische druk in glomerulus
o Naar buiten gericht
o Druk die heerst in het capillair lisje
o Wordt constant gehouden door arteriolen

, De GFR wordt bepaald door de Starling krachten in de glomerulaire capillair, de capillaire doorlaatbaarheid en het
filtrerend oppervlak. De filtratie is daarmee gelijk een het hydrostatische drukverschil-colloïd osmotische druk. Als de
naar buiten gekeerde druk groter is dan de naar binnen gekeerde druk, vindt er netto filtratie plaats.

Autoregulatie vindt plaats middels de sfincters. Dit wordt kwijtgeraakt door nierschade. Om dezelfde hoeveelheid
afvalstoffen uit te scheiden, wordt de druk daarom verhoogd. Er is vasoconstrictie van de efferente arteriole en
dilatatie van de afferente arteriole. Hierdoor wordt dezelfde hoeveelheid afvalstoffen uitgescheiden. Als dit langdurig
de situatie is, gaan het capillairlisje verloren onder de hoge druk. Dit geeft dus snellere achteruitgang van de
nierfunctie. Dit kan behandeld worden door de constrictie van efferente arteriole op te heffen met een ACE-remmer
en de afferente arteriole wat vernauwen door eiwitbeperking/NSAID/prostaglandine etc.
De nier doet meer dan alleen afvalstoffen uitscheiden. Het maakt onder andere EPO voor de aanmaak van rode
bloedcellen. Actief vitamine D wordt ook geproduceerd door de nier. De fosfaatbalans wordt ook gereguleerd. Het is
essentieel voor de kalium balans eveneens als de zuur-base balans. De natrium balans wordt ook gereguleerd en
daarmee het volume.
GFR
20% van de CO gaat naar de nier, dit is 1 liter/min. Bloed bestaat voor 40% uit cellen en 60% uit plasma. Er is dus
600ml plasma dus dit naar de nier = RPF. Dit wordt niet allemaal gefilterde; de FF = 20%. Dit geeft dat er 0,2*600=120
ml/min wordt gefilterd. Dit is 180 liter per dag waarbij maar 1,8 liter uitgeplast wordt dus het moet allemaal
teruggehaald worden.
Om de GFR te bepalen wordt creatinine bepaald. Dit is een afbraakproduct van de spieren en dit kan makkelijk
bepaald worden in het bloed. Dit wordt volledig gefilterd, niet teruggeresorbeerd en maar een klein beetje
gesecreteerd. Doordat er een kleine hoeveelheid secretie is, is er dus wel sprake van een kleine overschatting. In het
plasma bevindt zich normaliter 100 µmol/L creatinine ofwel 0,1mmol/L. Ditmaal de GFR van 180 geeft 18mmol/dag.
De GFR bij vrouwen is 150L/dag. Bij vrouwen is het dus 0,1*150 = 15mmol/dag/
GFR * plasma creatinine = excretie creatinine
GFR = excretie creatinine / plasmacreatinine
GFR is constante/ plasma creatinine dus het is omgekeerd evenredig. De plasma creatinine wordt in het bloed
gemeten; verdubbeling in bloed = halvering GFR. De GFR is belangrijk om te weten omdat er een aantal
geneesmiddelen zijn waarbij gecorrigeerd moet worden voor de nierfunctie. Bij een GFR onder de 30ml/min moet er
een voorlichting gegeven worden over dialyse etc. De GFR wordt berekend door een constante in te vullen welke
uiteindelijk een eGFR geeft. De constante kan op meerdere manieren berekend worden door bijvoorbeeld Cockroft-
Gault, MDRD of CDK-EPI. Deze maken gebruiken van een aantal factoren. De C wordt dus geschat door deze formules
en is de 24-uurs creatinine excretie. Deze waardes worden automatisch door het laboratorium gegeven.
Glucose
Glucose wordt vrij gefilterd maar als het goed is volledig terug geresorbeerd. In het plasma bevindt zich 6mmol/L.
Maal de filtratie is dit 900 mmol/dag. De resorptie vindt plaats in de proximale tubulus dus de excretie is 0mmol/dag.
De proximale tubulus heeft een tubulair transport maximum. Als er dus een grote hoeveelheid glucose in het bloed
aanwezig is zoals bij diabetes, kan niet alles teruggeresorbeerd worden en wordt er toch glucose uitgescheden.
Bicarbonaat
Bicarbonaat wordt voor 100% teruggeresorbeerd. Dit gebeurt voor 90% in de proximale tubulus en 10% in de lis van
Henle.
Natrium
Natrium wordt voor 99,5% teruggeresorbeerd. Het bevindt zich voor 140mmol/L in het plasma. Filtratie is dus
150*140 = 21000mmol/dag. Resorptie vindt voor 50-60% in de proximale tubulus, 35-40% in het opstijgende been
van de Lis van Henle, voor 5-8% in de distale tubulus en 2-3% in de verzamelbuizen. Er wordt 0,5% uitgescheiden dus
dat is 0,005*21000 = 105mmol/dag. Dit staat onder invloed van angiotensine II.
Water
Water wordt ook volledig gefilterd en voor 99% teruggeresorbeerd. Dit gebeurt voor 50-60% in de proximale tubulus
en in het dalende been van de lis van Henle en de verzamelbuizen. Dit laatste is onder invloed van ADH. Er is dus
150L/dag filtratie dus *0,01 = 1,5L/dag uitgescheiden.
Kalium
Kalium is in een concentratie van 4mmol/L aanwezig in het plasma. Dit geeft dat er 600mmol/dag gefilterd wordt. Het
wordt voor 100% terug geresorbeerd en van 0-20% ge-excreteerd, dit is dus 0,2*600 = 120mmol/dag. De secretie
staat onder invloed van aldosteron. 50-65% wordt teruggehaald in de proximale tubulus, 30-35% in de lis van Henle
en een deel in de verzamelbuizen. De secretie vindt in de verzamelbuizen plaats.

, Fosfaat
Fosfaat wordt voor 90% teruggeresorbeerd. In het plasma bevindt zich 1,4mmol/L. Dit is dus * 150, 210mmol/dag.
0,1*210 = 21mmol/dag. De resorptie vindt met name plaats in de proximale tubulus.
Calcium
Er is 97% resorptie van calcium. Dit gebeurt voor 65% in de proximale tubulus, 20% in de lis van Henle en de rest is
distaal. Er bevindt zich 1,2mmol/L calcium in het bloed, dit is 180mmol/dag. 0,3*180 = 5mmol/dag uitgescheiden. Dit
is onder invloed van PTH en vitamine D.
Ø Al deze stoffen volledig gefilterd
Nierinsufficiëntie
Bij verminderde nierfunctie zijn er minder nefronen. Er zijn een aantal oorzaken daaraan te geven. De indeling is als
volgt;
- Prerenaal
o Lage bloeddruk
§ Afname ECV
• Hartfalen
• Levercirrose
§ Hypovolemie
• Dehydratie/diuretica
• Diarree
• Bloeding
§ Perifere vasodilatatie
• Sepsis
§ Verstoring autoregulatie
• ACE-remmers
• NSAIDs
o Vernauwing in de nier arterie = renovasculair
§ Nierarteriestnose o.b.v atherosclerose
§ Fibromusculaire dysplasie
§ Trombo-embolie
- Renaal = in de nier
o Ziekte van glomeruli
o Tubulo-interstitiele ziekten
- Post-renaal
o Afvloedbelemmering in de blaas
§ Urethraobstructie
§ Blaashalsobstructie
• Prostaatcarcinoom
• Prostaathypertrofie
§ Neurogene blaas
o Ureterobstructie
§ Nierstenen
§ Stolsels
§ Tumor
§ Papilnecrose
§ Iatrogeen = door medisch handelen
§ Retroperitoneale fibrose
Uremisch syndroom
Dit wordt ook wel uremie of nierfalen genoemd en is een stapeling van toxische stoffen door afname van de GFR. Op
basis van de daling van de GFR wordt een indeling gemaakt in het tijdsbeloop.
- Acuut = uren tot dagen
- Subacuut = weken tot maanden
- Chronisch = maanden tot jaren
Er zijn heel veel uremische toxines maar gemeten worden ureum en creatinine.
Klachten zijn
- Moeheid - Jeuk
- Slapeloosheid - Rusteloze benen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SanneAmber. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79202 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen