Insecten hebben een open bloedsomloop. Het bloed gaat naar de kop en dan omspoelt het de organen en de
weefsels. Een groot bloedvat aan de rugzijde met gespierde hartkamers houdt de stroming in standt. Door het
ritmisch bewegen van de hartkamers ontstaat er een pomp- en zuigbeweging die het bloed wegpompt en weer
aanzuigt via openingetjes in de hartbuis. Zuurstof transport gaat via tracheeën (ademhalingsbuisjes).
Vissen hebben een gesloten bloedsloop: hun bloed komt niet buiten hun bloedvaten. Een vissenhart heeft maar 1
boezem en 1 kamer en heeft een enkelvoudige bloedsomloop. Het bloed neemt in de kieuwen zuurstof op en
stroomt direct door naar de rest van het lichaam waar het zuurstof afgeeft en koolstofdioxide opneemt. Dat bloed
stroomt via het hart weer naar de kieuwen. De zwembewegingen verhogen de stroomsnelheid van het bloed.
Amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren hebben een dubbele bloedsomloop. Vogels en zoogdieren hebben een
tussenschot in hun hart. Hun hart heeft dus 2 aparte pompen.
Kleine bloedsomloop: rechterkamer pompt zuurstofarm bloed naar de longslagaders->longen->longhaarvaten
nemen zuurstof op een geven koolstofdioxide af -> longaders naar de linkerboezem.
Grote bloedsomloop: de linkerkamer pompt het zuurstofrijke bloed via de aorta en de slagaders naar de organen
waar het zuurstof naar de cellen diffundeert. Het zuurstofarme bloed stroomt verder via de aders en komt door een
van beide holle aders in de rechterboezem van het hart terecht.
Kleine en grote bloedsomloop samen = dubbele bloedsomloop
De eerste vertakking van de aorta is de kransslagader, die voort zuurstofrijk bloed naar de hartspier zelf.
Bloed vanuit het hoofd en de armen -> bovenste holle ader
Bloed vanuit de borst en de lagergelegen delen -> onderste holle ader
Poortader: bloed van darmen naar de lever
In de weefsels stroomt het bloed door haarvaten: hier vindt de uitwisseling van stoffen plaats tussen het bloed en de
cellen van een weefsel
Boezems ontvangen bloed uit de aders en de kamers persen het bloed het hart uit naar de slagaders.
Een hartslag kent 3 fases (de hartcyclus): vulfase, leegpersen van de kamers en een korte pauze. De diastole is een
fase waarin bloed via de boezems de kamers instroomt. Tijdens boezemsystole trekken de boezems samen,
waardoor het bloedvolume de kamers in wordt geperst. Daarna trekken ook beide kamers zich samen: de
kamersystole. De druk van het bloed tijdens de kamersystole sluit de hartkleppen tussen de kamers en boezems.
Tegelijkertijd gaan daardoor de slagaderkleppen open en stroomt bloed de longslagader en de aorta in. Zodra de
kamers weer ontspannen, daalt de kamerdruk tot onder de druk in de slagaders en sluiten slagaderkleppen.
Hartslagfrequentie: aantal hartslagen per minuut, tijdens inspanning klopt je hart sneller en krachtiger. Als je vaak
traint neemt je hartspier toe in dikte en kracht.
In de embryonale bloedsomloop spelen de longen nog geen rol bij de gaswisseling. Longhaarvaten geven weerstand
aan het bloed. Een ongeboren baby krijgt zuurstof en voedingsstoffen van de moeder via de navelstreng uit de
placenta. Het zuurstofrijke bloed uit de navelstrengader mengt zich in de lever en in de onderste holle ader van de
baby met bloed dat zuurstofarm is. Daardoor komt in de rechterharthelft van het embryo gemengd bloed binnen.
1/3 van het bloed stroomt via de longslagaders naar de longen. Of het stroomt via een verbinding (ovale venster)
tussen rechter en linkerboezem van de rechterharthelft naar de linkerharthelft. Of het stroomt via een verbinding
tussen de longslagader en de aorta (ductus Botalli) van de kleine naar de grote bloedsomloop. BIJ DEZE 2 OPTIES
LOOPT HET BLOED RECHTSTREEKS DE GROTE BLOEDSOMLOOP IN. Na de geboorte gaan de grote en kleine
bloedsomloop zich volledig scheiden.
, - De bloedvaten tussen de navelstrengader, de holle ader en de lever sluiten na het afbinden van de
navelstreng. Binnen enkele dagen na de geboorte verdwijnen de bloedvaten van de navelstreng
- Een pasgeboren baby huilt. De longen vullen zich met lucht en ontvouwen zich. Lucht biedt minder
weerstand dan het vruchtwater waarmee de longen tot dan toe gevuld waren. hierdoor is er een grotere
bloedstroom vanuit het hart naar de longen en terug.
- De druk in de linkerharthelft stijger boven die van de rechterharthelft. Het ovale venster sluit. Binnen een
paar werken vergroeit het ovale venster met het tussenschot van de boezems en zijn de helften gescheiden.
- De dutus Botalli, sluit een paar dagen na de geboorte. Wat overblijft is een streng bindweefsel. Al het bloed
uit de rechterharthelft stroomt nu door de longhaarvaten.
Bij sommige baby’s sluit het ovale venster niet helemaal. Hierdoor kunnen er later problemen ontstaan doordat de
organen bij inspanning niet genoeg zuurstofrijk bloed krijgen.
Paragraaf 9.2 bloeddruk
De bloedddruk ontstaat door het samentrekken van de kamers. Bij de kamersystole persen beide kamers binnen een
halve seconde elk zo’n 80 ml bloed de slagaders in. De golven bloed verlaten gelijktijdig het hart. Daarbij rekken de
wanden van de slagaders uit.
Systolische druk/boven druk: de druk op het bloed die ontstaat doordat het hart bloed de slagaders in pompt
Het uitrekken gaat eerst makkelijk en dan steeds moeilijker. Dit dempt de drukverhoging in de slagaders. Na het
sluiten van de slagaderkleppen leidt het terugveren van de elastische slagaderwand tot een korte drukverhoging.
Diastolische druk/onder druk: de druk op het bloed tijdens de rustfase van het hart
Het uitrekken van de slagaderwanden kun je voelen in je polsslag en andere plekken. De veerkracht van je
slachtaders en de kwaliteit van je bloedvaten is erg belangrijk voor een goede bloedsomloop. In de loop der tijd
ontstaan er kleine littekens op je bloedvatwanden waardoor de wand verdikt. Dit kan leiden tot atherosclerose: een
vernauwing en verstijving van bloedvaten wat een goed bloedtransport belemmert. Cholesterol speelt hierbij een
rol.
De eenheid van bloeddruk is pascal (Pa), maar ook kwikdruk (Hg). Bij het meten van de bloeddruk wordt er lucht in
de manchet gepompt. Bij 26,0 kPa is de armslagader dichtgedrukt waardoor er geen polsslag meer is. Vervolgens
draait hij het ventiel van de manchet een beetje open zodat de druk in de manchet afneemt. Op een bepaald
moment is de druk in de manchet net iets lager dan de druk tijdens de systole van de linkerkamer. De arts hoort dan
bij elke hartslag een golfje bloed door de slagader gaan. De waarde die de bloeddruk meter dan aangeeft is de
bovendruk. Vervolgens laat hij de druk verder afnemen waardoor het bloed weer normaal stroomt door de
slagaders. Op dat moment verdwijnt het persgeluid van de golfjes bloed en leest de arts de onderdruk af. Door de
weerstand in de bloedvaten neemt de druk af. Hoe verder het bloed van het hart verwijdert raakt, hoe lager de
bloeddruk is. Dichtbij het hart: boven 16,0 kPa en onder 10,0 kPa. Verder weg het hart: boven 9,3 kPa en onder 8,0
kPa
Paragraaf 9.3 regeling hartwerking
Ecg staat voor elektrocardiogram. In een grafiek wordt hiermee de elektrische activiteit getoond in de boezems en
de kamers. Het samentrekken van de delen ontstaat door de activiteiten van het prikkelgeleidingssysteem. De
elektrische tijd begint in de wand van de rechterboezem: de sinusknoop. De sinusknoop geeft in een vast ritme de
prikkels af. Zenuwen naar de sinusknoop kunnen dit ritme verhogen of verlagen. Door het elektrische stroompje van
de sinusknoop trekken de spiervezels in de buurt samen. Dit levert een elektrisch stroompje op, waardoor nog meer
vezels samentrekken. Hierdoor trekken de boezems tegelijk samen. De elektrische stroom van de sinusknoop bereikt
op de grens van de boezems en kamers een tweede groep gespecialiseerde cellen: de AV-knoop. De AV-knoop geeft
de prikkel met een vertragen van 0,15 s door, zodat de kamers iets later samentrekken dan de boezems. Vanuit de
AV-knoop loopt een vertakte bundel gespecialiseerd hartspierweefsel, de bundel van His. Aan het eind van de
vertakkingen verspreiden de prikkels zich in Purkinjevezels over de wand van beide kamers. De prukinjevezels
vervoeren de prikkels verder over de wand van de kamers. De kamersystole die volgt, beweegt dus vanuit de
hartpunt naar boven toe, richting de slagaders.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper guusjevanboekel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.