OIMA Hoorcollege 1
Wat is een universiteit? Een gemeenschap van docenten en academici. Een variëteit aan faculteiten en
studierichtingen. (bèta, gamma, alfa).
- Wetenschappelijk onderwijs
- Wetenschappelijk onderzoek
Wat is wetenschap? (Het genereren van nieuwe kennis, van dingen die we op dit moment nog niet
weten door middel van wetenschappelijk onderzoek).
- Zoektocht naar kennis
- Nieuwsgierigheid naar hoe dingen te verklaren zijn
- Systematische manier van onderzoeken
- Algemeen geldende regels
- De kennis moet doorgegeven kunnen worden
- Nieuwe dingen ontdekken
- Het systematisch geordende geheel van weten en van de regels, wetmatigheden, theorieën,
hypotheses en systemen waarmee verdere kennis verkregen kan worden.
- Wetenschap is zowel systematisch verkregen en geordende objectieve menselijke kennis, als
het proces van kennisverwerving en de gemeenschap waarin deze kennis wordt vergaard.
Wetenschappelijke kennis moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Verworven door methodisch onderzoek
- Systematisch en in doorzichtige samenhang geordend
- Conceptueel: in een breder kader gezien
- Reflectief/kritisch
- Overal zichtbaar
Kenmerken in de wetenschap:
- Ontdekt uit nieuwsgierigheid
- Ontdekt bij toeval
- Systematisch werken
- Sociaal verschijnsel
Sociale wetenschappen zijn steeds belangrijker geworden door de jaren heen.
- Hobbes, Politicologie
- Smith, Economie
- Pavlov, Psychologie
De wetenschappelijke methode:
- Rol van observatie en metingen (kwantificering)
- Theoretische/hypothetische verklaringen voor geobserveerde verschijnselen
- Predicties over wat in de werkelijkheid het geval moet zijn o.b.v. de hypotheses
- Experimentele test van de predicties
Aspecten die een rol spelen bij de wetenschappelijke methode:
- Methodologie, niet de verzameling methoden zelf, maar theorieën die ervoor zorgen dat het
proces van onderzoek doen begrepen wordt.
- Methoden, gereedschappen die je gebruikt om onderzoek te doen, zoals het maken van
enquêtes.
OIMA Hoorcollege 2 Sociale wetenschappen
Kenmerken van sociaalwetenschappelijk onderzoek:
- Verscheidenheid in gehanteerde methoden en doelstellingen (Ragin).
- Gemeenschappelijk: systematische interactie tussen ideeën en bewijs.
, - Onderscheid met alledaagse kennisverwerving: de mate waarin de kennisverwerving
gesystematiseerd en gewaarborgd is
o Gesystematiseerd: uitgekristalliseerde methoden en technieken
o Gewaarborgd: openbaarheid, controleerbaarheid en herhaalbaarheid.
Onderscheid met kennisverwerving in de natuurwetenschappen:
- Ook hier interactie tussen ideeën en zintuiglijke werkelijkheid en bewijs.
- De werkelijkheid wordt ontleed, beschreven en in haar regelmatigheden vastgelegd en
verklaard.
- Door zintuigen waargenomen werkelijkheid (Sein), niet de gewenste werkelijkheid (Sollen).
- Bevrijd van geloof en bijgeloof.
- Wetmatigheden maken het mogelijk om terug te gaan in de tijd
Natuur- versus sociaalwetenschappelijk onderzoek.
Waarom kunnen we in de sociale wetenschappen niet op een vergelijkbare manier terug- of
vooruitkijken in de tijd?
- Ontbreken van universele, deterministische wetmatigheden.
Waarom ontbreken deze?
- Mensen verschillen onderling in hun waarneming en interpretatie.
o We kunnen nadenken over de situatie waarin we ons bevinden; de werkelijkheid
rondom ons en onze rol in die werkelijkheid
Onze kijk op de werkelijkheid:
o Kahneman:
Systeem 1 (het snelle denken): intuïtief, snel, gemakzuchtig en dominant
Systeem 2 (het langzame denken): reflexief, langzaam, lui, op de achtergrond
o Overschakelen naar systeem 2 kost moeite; systeem 2 ingeschakeld houden kost
energie
o Overschakelen naar systeem 2 ook niet altijd nodig
o Systeem 1 maakt gebruik van heuristics (simpele vuistregels), met mogelijk biases
(fout in de beoordeling of geheugen) tot gevolg.
o In geval van complexe problemen kan heuristic reasoning tot fouten leiden. We
vervangen een moeilijke vraag door een makkelijke vraag. Mensen zijn in
verschillende mate gevoelig voor heuristic reasoning.
o Onze manier van kijken is gebaseerd op kennis die we met andere mensen delen.
o We delen tot op bepaalde hoogte achtergrondkennis op grond waarvan we situaties
definiëren. We delen kennis, maar niet met iedereen (ingroup versus outgroup).
o Mensen worden in uiteenlopende mate geconfronteerd met situaties die om de
opbouw van nieuwe achtergrondkennis vragen, waarbij mensen verschillen in hun
vermogen nieuwe kennis te produceren.
- Mensen zijn talig: de woorden zijn niet de dingen. Taal beeldt de werkelijkheid niet één op één
af.
o De werkelijkheid vertellen: de woorden en de dingen
o Afbeeldingtheorie: met woorden verwijzen wij naar delen van de werkelijkheid;
woorden beelden die werkelijkheid af.
o Fundamenteel onderscheid tussen zinnen die empirsch van inhoud zijn en zinloze
zinnen (Wittgenstein).
o Afbeeldingtheorie: inspiratie voor logisch positivisme.
o Taaluitingen laten ruimte voor interpretatieverschillen
o Taal produceert de werkelijkheid.
- Mensen ontwerpen probleemoplossingen.
, o Oplossingen voor problemen genereert nieuw gedrag:
In de vorm van het bedenken van oplossingen zelf (verbeteren of ontwerpen).
In de toepassing; mensen passen hun interactiepatronen aan.
- Mensen maken zich inzichten of menselijk gedrag eigen.
o Kennis van wetmatigheden omtrent gedrag kan door betrokkenen gebruikt worden om
het betreffende gedrag te veranderen
Consequenties voor methode: Algemeen
- Wetenschappelijke kennis is voorlopig
o Falsificatieprincipe
o Voortschrijdend begrip van het object
o Geldt zowel voor natuur- als sociale wetenschappen.
- Sociaalwetenschappelijke inzichten bovendien voorlopig.
o Object aan verandering onderhevig
Consequenties voor methode: Kwantitatief onderzoek
- Benadering werkelijkheid
o Probabilistisch ipv deterministisch verklaren: waarschijnlijkheden en kansen ipv
zekerheden.
- Gebruikte methoden (mensen zijn talig):
o Naast observatie en experiment ook:
Ondervraging
Inhoudsanalyse
Consequenties voor methode: Kwalitatief onderzoek
- Benadering werkelijkeid
o Aandacht voor context en natuurlijke omgeving
- Gebruikte methoden
o Naast observatie en experiment ook diepte-interviews en participerende observatie
- Validiteit: triangulatie, member checks.
OIMA Weektaak 1
Wat is het doel van wetenschap en van wetenschappelijk onderzoek, en welke rol speelt
onderzoeksmethodologie daarin?
Het doel van wetenschap is om erachter te komen hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Het doel van
wetenschappelijk onderzoek is om achter nieuwe kennis te komen om zo de wereld beter te begrijpen.
Onderzoeksmethodologie speelt hierbij een belangrijke rol, omdat het ervoor zorgt dat
wetenschappelijk onderzoek betrouwbaar en geloofwaardig maakt, waardoor de kennis voor waar kan
worden aangenomen.
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van wetenschap?
Wetenschap wil diepgaande, algemene verbanden ontdekken die verschijnselen verklaren. Er wordt
empirisch onderzoek gedaan, waarbij de kennis op systematische manier is verworven.
Wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op theorieën, experimenten, bronnenonderzoek en
veldonderzoek. Wetenschappelijke kennis moet overal zichtbaar zijn en doorgegeven kunnen worden.
Wetenschap komt voort uit de nieuwsgierigheid om dingen te kunnen verklaren. Wetenschappelijke
kennis wordt vaak bij toeval ontdekt.
Wanneer is onderzoek wetenschappelijk?
, Onderzoek is wetenschappelijk als er methodologisch verantwoord onderzoek is gedaan en dan in het
bijzonder empirisch onderzoek. De onderzoeksresultaten moeten controleerbaar en herhaalbaar zijn.
Het moet goed duidelijk zijn hoe het onderzoek is uitgevoerd en hoe tot bepaalde conclusies is
gekomen. Tot slot moet het onderzoek openbaar zijn.
In wetenschappelijk onderzoek is het verzamelen en analyseren van empirische gegevens een
belangrijk onderdeel. Wat houdt dit onderdeel in en waarom is dat zo belangrijk in wetenschappelijk
onderzoek?
Het analyseren en verzamelen van empirische gegevens houdt in dat er gegevens verzameld worden
op basis van waarnemingen uit een onderzoeksactiviteit. Dit is belangrijk, het moet duidelijk zijn
waarop conclusies zijn gebaseerd en hoe resultaten tot stand zijn gekomen, anders is het geen
wetenschappelijk onderzoek. Door het analyseren van de empirische gegevens kunnen de
onderzoeksresultaten niet in twijfel getrokken worden.
OIMA Hoorcollege 3 Wetenschaptheoretische begrippen
Wetenschap heeft te maken met veronderstellingen, empirie, bewijzen en theorieën. Je hebt een theorie
en je kijkt of dit klopt met de werkelijkheid, empirie. Deze twee zijn constant met elkaar in beweging.
- Empirie: ondervinding, ervaring door waarnemingen of metingen als bron van kennis.
Casus: Groupthink, vergaderingen
Wat kan er misgaan in een vergadering?
- Steeds dezelfde mensen aan het woord
- Inbreng van anderen wordt genegeerd.
- Slechte leiding
- Persoonlijke conflicten
- Rommelige procedures
Basis van sociaalwetenschappelijk onderzoek:
- Sociaal fenomeen: groepsbesluitvorming
- Veronderstelling: Inrichting van het besluitvormingsproces (x) kwaliteit besluit (y)
- Om dit vast te stellen: definiëring en operationalisatie (x) en (y).
- Operationaliseren: theoretisch begrip vertalen naar waarneembare aspecten, bijvoorbeeld
vragen of stellingen in een vragenlijst.
- Verdere uitbouw van de veronderstelling(en) in een theorie, bv. door hypotheses.
Janis, 1982: Wat gaat er mis in besluitvormingsprocessen waardoor individueel competente personen
als groep vaak slechte besluiten nemen?
- Centrale concept: groepsleden proberen conflicten te minimaliseren en een consensus te
bereiken ten koste van kritische evaluatie van alternatieve ideeën of oplossingen.
- Claim: streven naar consensus staat een kritische bespreking van de alternatieven in de weg.
Hij baseerde dit op twee casussen:
- Varkensbaai incident (1961)
o Illusie van unanimiteit, iedereen dacht dat ze het wel eens waren met de oplossing.
o Onderdrukking van persoonlijke twijfel, mensen legde twijfel niet op tafel uit
onzekerheid.
o Slechts beperkt aantal alternatieven op tafel.
o Taboe op kritiek te hebben op te leider en de (andere leden van de) groep.
- Slecht besluitvormingsproces Slecht besluit.
- Cubacrisis (1962)
o Grondige bespreking van alle alternatieven.