Hoofdstuk 1. Introductie en overzicht
1.1. Besturen en bestuursrecht
Openbaar bestuur is het deel van de overheid dat zich bezighoudt met besturen. Het openbaar bestuur
is actief op verschillende overheidsniveaus en wordt direct of indirect gecontroleerd door
vertegenwoordigde organen. Deze zijn democratisch, in overeenstemming met de procedures van de
Kieswet, gekozen.
Kenmerken voor al het openbaar bestuur: de wet geeft niet uitputtend aan wat het bestuur nu precies
moet doen, en hoe het in een concrete situatie moet handelen. Kan ook niet openbaar bestuur moet
immers voortdurend het maatschappelijk leven regelen en sturen.
Een verenigingsbestuur behartigt het privaatrechtelijke (eigen) belang van deze rechtspersoon. Het
openbaar bestuur van NL behartigt het algemeen belang. De behartiging van het algemeen belang is de
leidraad voor het openbaar bestuur. Deze leidraad maakt ook duidelijk dat ons openbaar bestuur een
dienende functie heeft: het is in het leven geroepen voor ons allemaal. Het moet daarom zorgvuldig en
zonder partijdigheid zijn besluiten nemen en handelingen verrichten.
Waar de behartiging van het algemeen belang op gericht moet zijn, wordt in een democratische
rechtsstaat dus op hoofdlijnen bepaald door de wetgever. Het worden ook wel publieke belangen
genoemd. De belangen zijn algemeen omdat deze alle inwoners in principe aangaan (bijv. aanleg
autoweg). Het benadrukken van het publieke karakter van de belangen onderstreept dat de overheid
deze belangen niet zelf verzint maar dat op basis van een democratisch proces wordt bepaald welke
belangen op welke wijzen moeten worden behartigd.
1.1.1. Wat doet het bestuur?
Het openbaar bestuur reguleert en stuurt onder meer activiteiten van burgers, vaak via het nemen van
besluiten. Het nemen van een besluit betekent dat het bestuur een rechtshandeling verricht.
Daarnaast behartigt het bestuur diverse publieke taken. Het behartigen van die taken betekent vaak dat
de overheid ook feitelijke handelingen verricht of daartoe opdracht geeft. Meestal taken die niet alleen
aan burgers kunnen worden overgelaten, zoals aanleg en onderhoud wegen, en defensie.
Sommige activiteiten van het bestuur kunnen we daadwerkelijk zien, zoals uitrukken brandweer. Het gaat
hier om feitelijke handelingen van het bestuur, of in ieder geval om handelingen die in opdracht van dat
bestuur worden verricht.
Gemeentebestuur verlenen vergunningen bedrijven, wijzigen van lokale belastingen en vaststellen
bestemmingsplannen.
Op provinciaal niveau minder zichtbaar. Coördinerende en toezichthoudende functies. Ook ruimtelijke
ordening. Inpassingsplan maken.
1.1.2. De ontwikkeling van het openbaar bestuur
Na de tweede wereldoorlog van nachtstaat naar interventiestaat of verzorgingsstaat. In dit type staat is
er sprake van een overheid die zich met vrijwel alle aspecten van het maatschappelijk leven bemoeit. Dit
stuitte op verzet: privatisering (het overlaten van bepaalde overheidsactiviteiten aan particulieren) en
deregulatie (het streven naar minder regels) tot gevolg. Ook juridisering was probleem vereenvoudiging
van procedures.
,Tot 1795: bestuursfunctie op lokaal niveau geregeld.
1795 – 1848: vestiging eenheidsstaat (Bataafse Republiek 1795-1806/ Koninkrijk Holland 1806-1810/
Inlijving Frankrijk 1810-1813) eerste rijksdiensten (bijv. belastingdienst) en inspecties (bijv. rijksinspectie
voor het lager onderwijs). Willem de eerste: stelsel van departementen (ministeries). Bestuursmacht
Koning beteugeld door parlementair stelsel, de vestiging van de vertrouwensregel tussen regering en
parlement en de politieke ministeriele verantwoordelijkheid. Ook Meerenberg-arrest 1879 Koning
binnen stelsel Gw geen zelfstandige regelgevende bevoegdheid.
1848: voortdurende groei van bestuurswetgeving. Na de tweede wereldoorlog van nachtwakersstaat
naar interventiestaat/ verzorgingsstaat/ sociale rechtsstaat.
1.1.3. Bevoegdheden en wetmatigheid van bestuur
In bestuursrecht avv’s. Deze voorschriften vindt men niet alleen in wetten die gemaakt zijn door de
regering + SG maar ook in algemene maatregelen van bestuur (gemaakt door de regering en vastgesteld
bij KB) en in diverse soorten verordeningen.
Specialiteitsbeginsel iedere bestuurswet moet op haar eigen naar doel bepaalde terrein worden
toegepast.
Type handhavingsbevoegdheid: last onder bestuursdwang maakt het mogelijk een illegale activiteit
feitelijk te beëindigen.
Verder kunnen bestuursorganen in bepaalde gevallen vrijstelling of ontheffing van wettelijke
voorschriften verlenen. Aan dit type bevoegdheid ligt de gedachte ten grondslag dat er bijzondere
situaties denkbaar zijn waarin bepaalde regels beter niet kunnen worden toegepast.
Subsidiebevoegdheid art. 4:21 Awb.
Legaliteitsbeginsel /beginsel van wetmatigheid van bestuur /legaliteitsvereiste de bevoegdheden
van de overheid /bestuur dienen te berusten op een wettelijke basis.
- Waarborgt de vrijheid van burgers;
- Dient voor rechtszekerheid;
- Uitoefening wordt voorspelbaar en voorzienbaar (door wettelijke basis);
- Het geldt ook voor bevoegdheden op basis waarvan een burger kan worden begunstigd;
- De wet normeert de bevoegdheden van het bestuur. Normeren de wet formuleert de
inhoudelijke en procedurele voorwaarden, waaronder het bestuur van zijn bevoegdheden mag
uitoefenen;
- Dienen een specifiek doel:
- Iedere bestuursbevoegdheid moet altijd beperkt van aard zijn en in overeenstemming met de
bedoeling van de wetgever worden uitgeoefend;
- Bestuur onbeperkte bevoegdheden leidt tot een totalitaire samenleving samenleving waarin
er geen duidelijk onderscheid is tussen publiekrechtelijk sfeer staat en een vrije maatschappij
van de burgers
Waarborg dimensie = de normering van bestuursbevoegdheid.
Instrumentele dimensie = bestuursbevoegdheid als instrument om te besturen.
,1.1.4. Publiekrechtelijke bevoegdheid en bestuursbevoegdheid
Bestuursbevoegdheid is gebaseerd op de wet. Het betreft een bevoegdheid op basis waarvan het bestuur
publieke belangen behartigt ter regulering van het maatschappelijk leven.
Bestuursbevoegdheid is een bepaald type publiekrechtelijke bevoegdheid, uitgeoefend door een
bestuursorgaan. Publiekrechtelijke bevoegdheden die niet aan een bestuursorgaan toekomt
bevoegdheid wetgever van het maken wetten in formele zin + vernietigen van een besluit van een
bestuursrechter. Publiekrechtelijke bevoegdheid aan: wetgevende macht + uitvoerende macht +
rechtsprekende macht.
Publiekrechtelijke bevoegdheden hebben gemeenschappelijke kenmerken bevoegdheden. Een
bevoegdheid kan men omschrijven als een vermogen van een orgaan om (doelgericht) rechtsgevolgen tot
stand te brengen. Een rechtsgevolg is een gevolg in de wereld van het recht.
Publiekrechtelijke bevoegdheid is iedere bevoegdheid van een overheidsorgaan om positief recht (=
geldend en afdwingbaar recht) te vormen, vast te stellen of te handhaven en kunnen alleen maar door
een overheidsorgaan worden uitgeoefend. Burgers beschikken hier niet over. Publiekrechtelijke
bevoegdheden vinden eenzijdig plaats met inachtneming van geschreven + ongeschreven publieke
rechtsnormen (regels en beginselen) deze bevoegdheid komt niet eenieder toe maar slechts aan diegene
die daar in een specifieke wet voor is aangewezen.
1.1.5. Bestuursrecht: formeel en materieel
Het bestuursrecht houdt zich bezig met de rechtsverhoudingen tussen het bestuur en burgers. Het regelt
ook de bestuurlijke organisatie. Het bestuursrecht heeft vooral betrekking op de bevoegdheden waarover
het bestuur beschikt om in het algemeen belang in te grijpen in de rechtspositie van burgers, om deze
rechtspositie te wijzigen of vast te stellen.
Als een belanghebbende burger het niet eens is met een besluit van het bestuur, kan hij bezwaar maken
bij het bestuursorgaan dat het besluit nam. Vervolgens kan hij beroep instellen bij de bevoegde
bestuursrechter en daarna eventueel nog in hoger beroep gaan.
Het formele bestuursrecht ziet op de procedures inzake de totstandkoming van besluiten, de vorm en
inrichting van deze besluiten en de procedures m.b.t. de rechtsbescherming. Het formeel recht kan
worden verdeeld in 2 vormen:
Bestuursprocesrecht Besluitvormingsrecht
Het regelt de procedures die voorafgaan aan Omvat de procedurele regels over het tot stand
bezwaar en administratief beroep. komen van besluiten.
Procedures die voorafgaan aan een beroep op de Hoofdstuk 3, 4 en 5 Awb.
bestuursrechter. Nog buiten Awb en ongeschreven recht.
Regels over bezwaar, administratief beroep en
bestuursrechtspraak Awb h. 6, 7 en 8.
Het materieel bestuursrecht heeft in hoofdzaak betrekking op de inhoud van besluiten.
Het materiele bestuursrecht regelt de rechten en/of plichten die op grond van de bestuurswetgeving op
de burger en het bestuur rusten.
In de Awb en bijzonder bestuursrecht.
Détournement de pouvoir, art. 3:3 Awb Hierin heeft de wetgever bestuursorganen verboden om de
bevoegdheid tot het nemen van een besluit voor een ander doel te gebruiken dan waarvoor de
bevoegdheid is verleend. Materieel bestuursrecht.
, Vertrouwensbeginsel burgers kunnen onder voorwaarden een aanspraak op een besluit ontlenen.
Ongeschreven recht.
1.1.6. Het bijzonder deel en algemeen bestuursrecht
Bestuursrecht: algemeen deel + bijzonder deel (bepaald aspect van het maatschappelijk leven).
Bestuursrecht
Bijzonder
Algemeen (Awb en (Vreemdelingenwet
ongeschreven) en de Wet werk en
bijstand)
Rechtsbescherming Overig (bijv. o.a.
Besluitvorming recht
(h. 3, 4 en 5 Awb)
recht (h. 6, 7 en 8 bestuurlijk bestuursbevoegdh
Awb) organisatierecht) eden (bijv.
vergunningsstelsel
) en van de Awb
afwijkende
(procedure)regels
Bestuurlijke discretie (beleidsvrijheid): = de vrijheid die aan een bestuursorgaan kan toekomen bij het
uitoefenen van aan hen toegekende bestuursbevoegdheid.
De Awb vervangt de bijzondere wetgeving in bestuursrecht niet. Het doel van de Awb is om algemene
leerstukken van bestuursrecht en bestuurlijke rechtsnormen te codificeren. Het betreft leerstukken die
voor alle bijzondere delen van het bestuursrecht relevant zijn. De Awb heeft in beginsel geen zelfstandige
betekenis en dient in samenhang met een bijzondere bestuurswet te worden geraadpleegd.
In de verhouding tussen de de Awb en een bijzondere bestuurswet geldt in de regel dat het bepaalde in
de bijzondere wet (mits het een wet in formele zin betreft) voorrang heeft. Beide wetten moeten daarom
steeds nauwkeurig en in onderlinge samenhang worden geraadpleegd.
1.1.7. Bestuursrecht en andere rechtsgebieden
Het staats- en bestuursrecht gaat in het kort over het volgende:
- De organisatie van de overheid: welke overheidsorganen zijn er en hoe zijn die organen
samengesteld?
- Over welke bevoegdheden beschikken deze organen en op welke wijze worden deze
bevoegdheden verkregen?
- Hoe dienen deze bevoegdheden te worden uitgeoefend en welke rechtsnormen dienen hierbij in
acht te worden genomen?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper shannonstiels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.