Begrippen:
Criminologie - De criminologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de besturing van menselijke
gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de wijzen waarop de overheid en de rest van
de samenleving daarop reageert.
Multidisciplinaire wetenschap.
Doel criminologie: verklaren, voorspellen, beschrijven.
Criminaliteit – datgene dat door de wet strafbaar is gesteld.
Door de wet strafbaar gesteld, containerbegrip, een sociale constructie die aan tijd en plaats gebonden is, sociaal
construct
Criminalisering – nieuwe strafbepalen aan het Wetboek van Strafrecht of bijzondere wetten toegevoegd om
bepaalde maatschappelijke belangen of belangen van burgers beter te beschermen. ( Het strafbaar stellen van
bepaalde gedragingen en handelingen)
Decriminalisering – het verdwijnen van strafbepalingen. (Het legaliseren/gedogen van gedragingen en
handelingen die voorheen wel strafbaar waren)
Darknumber - Delicten die niet geregistreerd zijn • Geen aangifte of melding • Aangiftebereidheid laag
Georganiseerde misdaad - Groepen van personen, primair gericht op illegaal gewin, systematisch plegen van
misdaden, effectieve afscherming met ernstige gevolgen voor de samenleving
Criminaliteitspreventie - Alle maatregelen van burgers, particuliere instellingen en overheid (buiten de
strafrechtspleging in enge zin), die erop gericht zijn gedragingen die volgens de wet strafbaar zijn, te voorkomen
CPTED - Het zodanig ontwerpen en beheren van de gebouwde omgeving dat optimale sociale controle mogelijk is.
Doel: mensen zich prettig en veilig te laten voelen in de gebouwde omgeving.
Terrorisme - Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen
gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappij ontwrichtende zaakschade, met
als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke
besluitvorming te beïnvloeden.
Dadergroeperingen
Religieuze groeperingen (bv. Army of God, ISIS)
Extreem Rechts (bv Neo-Nazis)
Extreem Links (bv RaRa, Rote Armee Fraktion)
Milieuactivisten (bv. ELF)
Dierenrechtenactivisten (bv RaRa)
- Economisch – redenering om iets crimineels te doen, kostenbaten afweging maken
- Sociologisch – criminaliteit vanuit maatschappij en invloeden, cultuur
- Psychologisch – kijkt naar de factoren in directe omgeving, waarom is de een wel crimineel en ander niet
- Biologisch – biologische verklaringen, aangeboren
Kwantitatief onderzoek (cijfers, wat, hoeveel, hoevaak, waar, wie, grootschalig maar breed) statistieken
1. Survey onderzoek
2. Secundair analyse
3. Experiment
, Kwalitatief onderzoek (inhoud/proces, hoe en waarom, kleinschalig maar diepgaand) archieven, interview,
observatie, case studies
1. Diepte interview
2. Focusgroepen
3. Participerende observatie
4. Case study
5. Inhoudsanalyse
H1 – geschiedenis
1. Thomas van Aquino – 1255-1274
2. Thomas Hobbes – Leviathan – 1651
3. John Lock – over het staatsbestuur – 1689
4. Casare de Beccaria – 1738-1784
5. Adolphe Quetelet – 1796-1874
6. Cesare Lombroso – 1835-1909
7. Émile Durkheim – 1858-1917
Aquino – neiging om in anderen het goede te zien, getuigt van een goed hart. Alles wat tegen het geweten ingaat, is
een zonde. (wet van God, erge straffen, zonde)
Hobbes – hieruit blijkt duidelijk dat de mensen, gedurende de tijd dat zij niet onder een gemeenschappelijke macht
leven die allen ontzag afdwingt, in een toestand verkeren die we oorlog noemen, een oorlog van allen tegen allen.
(ieder voor zich, sociaal contract, controle en bekrachtiging)
Lock – de natuurtoestand wordt beheerst door een natuurwet de voor iedereen bindend is, deze wet is de rede, die
de hele mensheid, als zij er maar bij te rade wil gaan, leert dat waar allen gelijk en onafhankelijk zijn, niemand een
ander dient te schaden in het leven, gezondheid, vrijheid of bezit
Beccaria – elke uitoefening van autoriteit van de ene mens over de andere waar geen absolute noodzaak voor
bestaat, is een daad van tirannie. Gelukkig het land dat geen geschiedenis heeft.
(student, rationalisme, economisch perspectief, klassieke school, schreef op 26 e over misdrijf en straffen)
Quetelet – ik ben minder geneigd verschijnselen te verklaren dan hun bestaan vast te stellen.
(gebruik statische methode, Frans/milieuschool)
Lombroso – de criminele mens. Criminelen worden geboren, niet gemaakt. Criminelen te onderscheiden aan de
hand van uiterlijke kenmerken, schedel, kaak, jukbenen, evolutie theorie) (antropologie, italiaans/positivistische
school)
Durkheim – een gezonde maatschappij kan niet zonder criminaliteit. (definieert wat goed/fout is, afwijkingen
negatief en positief)