Nederlands Formuleren
1. Dubbelop:
➔ Onjuiste herhaling: Als een vast voorzetsel ten onrechte 2x wordt gebruikt.
- Onjuist: Voor een toename van het aantal orgaandonoren zijn afgelopen jaar al veel
campagnes voor gehouden.
- Juist: Voor een toename van het aantal orgaandonoren zijn afgelopen jaar al veel campagnes
gehouden.
➔ Tautologie: Als hetzelfde 2x wordt gezegd, meestal verschillende woorden van dezelfde
woordsoort.
- Onjuist: De president kreeg veel kritiek op zijn uitspraken, maar steeds kon hij echter rekenen
op waardering van de bevolking.
- Juist: De president kreeg veel kritiek op zijn uitspraken, maar steeds kon hij rekenen op
waardering van de bevolking.
➔ Pleonasme: betekenis van woord/woordgroep wordt nogmaals uitgedrukt, dat andere woord
is meestal van andere woordsoort.
- Onjuist: De meeste slachtoffers zijn minderjarige kinderen.
- Juist: De meeste slachtoffers zijn kinderen.
➔ Contaminatie: Als 2 woorden/uitdrukkingen worden verward.
- Onjuist: Mijn tas is kwijt.
- Juist: Mijn tas is weg; Ik ben mijn tas kwijt.
➔ Dubbele ontkenning: Er wordt ten onrechte een 2e ontkenning toegevoegd
- Onjuist: Hoe kun je voorkomen dat er geen fouten worden gemaakt?
- Juist: Hoe kun je voorkomen dat er fouten worden gemaakt?
2. Onjuist verwijzen:
➔ Onzijdige woorden zijn het-woorden: Verwijs met het en zijn
- Landen, provincies, steden, clubs en verkleinwoorden
➔ Mannelijke woorden zijn de-woorden: Verwijs met hij, hem en zijn
➔ Vrouwelijke woorden zijn de-woorden: Verwijs met zij, ze en haar
- -heid, -nis, -ing, -schap, -te, -de, -ie, -ij, -iek, -theek, -teit, -uur, -st
➔ Deze of die; dit of dat?
- De-woorden: Die of deze
- Het-woorden: Dit of dat
➔ Hen of hun?
- Wanneer verwijswoord lv is: Hen
- Na voorzetsel: Hen
- Als mv is en geen voorzetsel ervoor: Hun
➢ Hun is nooit ow!
➢ Verzameling van personen is enkelvoudig; geen hen of hun!
➔ Dat of wat?
- Het-woorden: Dat
- Overtreffende trap: Wat
- Onb. vnw (iets, niets, het enige): Wat
- Hele zin of deel van zin: Wat
➔ Wie of waar?
- Bij personen: Voorzetsel + wie
- Bij zaken, dingen: Waar + voorzetsel