DIt document bevat de samenvatting van het boek Retailmarketing van Quix. De hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 6, 8, 10, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18 en 20.
De samenvatting bevat opsommingen, gearceerde begrippen met definities.
1.1 Retailing:
Alle activiteiten van bedrijven en organisaties die zich richten op het direct leveren
(rechtsreeks aan consument) van goederen, diensten en informatie, via alle beschikbare
kanalen aan consumenten.
Deze goederen en diensten worden betaald uit het netto-inkomen van de consument
Retailbestedingen: bestedingen aan diensten (bank, verzekeringen) & goederen (ter
plekke nuttigen; horeca) door de consument
Detailhandelsbestedingen: afzet van consumptieve goederen verloopt via deatilhandel
1.2 Detailhandel en retail:
Detailhandel: dat gedeelte van de totale economische bedrijvigheid dat zich bezighoudt
met de verkoop van goederen direct aan de consument
Retail: dat deel van de economie dat zich bezighoudt met het rechtsreeks leveren van
goederen, diensten en informatie aan de consument
Waardekolom (value chain):
o Retail en detail = laatste schakel in proces
o Enerzijds de afnemers, anderzijds de toeleveranciers
Oude functie van detailhandel: herverdelen van goederenstroom van de producent naar de
consument in de tijd, naar plaats en naar hoeveelheid
Herverdeling in tijd: voorraadfunctie van retail
Herverdeling naar plaats: geografische distributiefunctie
Herverdeling naar hoeveelheid: oplossen van verschillen tussen ‘outputhoeveelheid’ (bij
producent) en ‘inputhoeveelheid’ (bij consument
1.3 Functieverandering retail:
à goods producing proess
à seller’s market
à buyer’s market
à vraag voorziening
Marketingmix = elementen waarmee retailer inspeelt op consumentbehoefte
1.4 Verandering aanbod gestuurd naar vraag gestuurd bevat consequenties:
Succesfactoren moeten worden aangevuld met kennis van de consumentbehoefte
Grossier: tussenhandels à werkte als distributeur
Vraagverwant assortiment: op consumentenbehoefte afgestemd
Private labels: eigen retail-merken en productie (huismerken)
Voorwaartse- (producten tot retailers) en achterwaartse (voorschrijven van
productiespecificaties) integratie
Van waardekolom naar waardeweb
1.5 Economische theorie:
Economies of scales
Demand satisfying process: van goods producing (dozenschuiver) naar dienstverlener
Detailhandel ontstaat alleen als de transactiekosten die horen bij het rechtstreek leveren
van de producent naar de consument hoger zijn dan de kosten die horen bij het leveren
van producent en retailer & de levering van retailer aan consument à boek: T1 > T2 + T3
Transactiekostenmatrix: mogelijke combinaties samenstelling distributiekosten
Marketingkosten: tijd, moeite en geld om bezoekers te trekken
, Retailmarketing
Fulltimekosten: kosten voor afwikkeling van gehele logistieke transactie
Kunstmatige intelligentie: artificial intelligence (AI) à oorspronkelijke vraag consument en
aanbod van consument beter voorzien
1.6 Marketing:
Gelijk aan procesbestudering van de goederenstroom van de producent naar de
consument
Consumentenmarketing: eindaspecten gericht op behoeftebevrediging van eindgebruiker
Trademarketing: gericht op de afzet van producenten aan de tussenhandel en retailers in
de goederensfeer
Retailmarketing: gericht op afzet van de retailer aan eindgebruiker
Winkelconcept: aflevering, de winkelformule
Interne marketingmix: gericht op het omzetten van de opgewekte belangstelling in feitelijk
koopgedrag
Externe marketingmix: gericht op het wekken van de belangstelling voor de formule
Generalisten: bieden diep & breed assortiment aan (coolblue)
, Retailmarketing
2. GOEDERENRETAIL IN NL: INDELINGSCRITERIA
2.1 Functionele detailhandel:
Vanuit vraagzijde gedefinieerd
Gedeelte van de totale particuliere consumptie dat via bedrijven met een geheel of
gedeeltelijk detailhandelsfunctie wordt afgezet
Levensmiddelen, duurzame en overige goederen, diensten
Institutionele detailhandel:
Alle ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het bedrijven van detailhandel
Vanuit het aanbod bepaald
Nominale (omzet) en volume (prijs & afzet) ontwikkelingen
Food- en non-food sector
2.2 Crosschannel aanpak:
Consument doet aankopen via meerdere kanalen
Webrooming: online oriënteren en offline kopen
Showrooming: offline oriënteren en online kopen
2.4 Juridische samenwerkingsvorm:
Inkoopvereniging: organisaties van onafhankelijk retailers die tot een conditieverbetering
willen komen door het bundelen van inkoopvolumes
Vrijwillig filiaalbedrijf (VFB): zelfstandig ondernemer verbind zich tot afname van 1 grossier
en presenteert onder 1 formule naam
Franchising:
Tussenvorm van filiaal/grootwinkelbedrijf en vrijwillig filiaalbedrijf
Onafhankelijke ondernemer (de franchisee) sluit zich aan bij een centrale
formulebeheerder (de franchisegever)
Hard franchising: franchisegever stelt harder eisen op elk onderdeel van marketingmix à
klant weet niet of hij in eigen vestiging of aangesloten bedrijf is (HEMA)
Conversie franchise: eigen filialen worden omgezet in franchisevestigingen à organisatie
beidt een filiaal manager die kan ondernemer te worden
Soft franchising: minder strenge eisen à ontstaan door toeleveranciers die afzetmarkt
onder druk zagen komen à ze ontwikkelde een formule voor hun afnemers
Steeds meer soft- worden hardfranchising
Fee: franchisenemer betaald dit aan -gever voor de inspanningen (winkelconcept, inkoop)
die hij niet hoeft te doen
2.5 Indelingen detailhandel:
1. Logistiekgeoriënteerde detailhandel:
Nadruk van dagelijkse bedrijfsproces ligt op de organisatie van de goederen stroom
Bedrijven met artikelcategorieën
Availability: het zorgen voor een constante aanwezigheid van het assortiment
Innovation: het zorgen voor een constante vernieuwing
Externe logistiek: geoderenstroom van leverancier naar centraal magazijn/winkels
Interne logistiek: goederenstroom van centraal magazijn/winkels naar verkoop schap
2. Verkoopgeoriënteerde detailhandel:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Roosvdven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.