College 1: ethiek en integriteit in de beroepsuitoefening.......................................................................1
Simunic – The Pricing of Audit Services: Theory and Evidence...........................................................2
Ethiek..................................................................................................................................................4
VGBA...................................................................................................................................................7
ViO......................................................................................................................................................7
College 2: Relevantie van de controle.....................................................................................................8
Jensen & Meckling – Theory of the Firm: Managerial behaviour, Agency Costs and Ownership
structure.............................................................................................................................................8
DeAngelo – Auditor size and audit quality........................................................................................12
Wallage – De actuele waarde van Limpergiaans vertrouwen...........................................................15
College 3: Audit Risk model en Risk Assessment..................................................................................17
Knechel – The business risk audit.....................................................................................................17
Peecher – It’s all about audit quality: perspectives on strategic-systems audit................................20
College 4: Fraude..................................................................................................................................23
Gendron – What went wrong? The Downfall of Arthur Andersen and the Construction of
Controllability Boundaries Surrounding Financial Auditing..............................................................23
Hogan – Financial Statement Fraud..................................................................................................26
College 5: Evidential planning en kwaliteit controlebewijs...................................................................29
Asare – Auditor’s internal control over financial reporting decisions...............................................29
Knechel – Audit quality: insights from the academic literature........................................................31
IAASB: A framework for audit quality...............................................................................................34
College 6: Rapportage en communicatie..............................................................................................36
Van Buuren – de controlekwaliteit blijft een belevenis.....................................................................36
Peecher – An accountability framework for financial statement auditors and related research
questions..........................................................................................................................................38
College 7: Besluitvorming.....................................................................................................................40
Nolder en Kadous – Grounding the professional skepticism construct in mindset and attitude
theory...............................................................................................................................................40
Nelson – A model and literature review of professional skepticism in auditing................................42
College 1: ethiek en integriteit in de beroepsuitoefening
,Simunic – The Pricing of Audit Services: Theory and Evidence
In dit artikel wordt onderzocht of er sprake is van concurrentie tussen accountants. Grote
accountantskantoren worden er namelijk van beschuldigd de markt voor audits te monopoliseren.
De accountantsmarkt kan gezien worden als een oligopolie: er zijn een viertal accountantskantoren
die meer dan de helft van de markt in handen hebben.
Het uitgangspunt voor de vraag naar de audit service is dat de accountant toegevoegde waarde moet
leveren aan de manager. 1 euro besteed aan de accountantscontrole =/> 1 euro toegevoegde waarde
voor het bedrijf. De toegevoegde waarde wordt geleverd door:
- Door meer zekerheid te bieden van het reporting proces.
- De aansprakelijkheid van het management te verlagen.
- De risico’s te verlagen.
- De rapporten efficiënter te maken.
De accountant zal de meeste toegevoegde waarde leveren wanneer er genoeg concurrentiedruk is. In
dat geval moet het kantoor zich namelijk onderscheiden d.m.v. een goede kwaliteit en een lage prijs.
Hierdoor zal de vraag naar de controle ook toenemen. Wanneer de controle te duur is of wanneer hij
te weinig kwaliteit levert, zal het management zelf de interne controle uit gaan voeren. Dit wordt het
in- en outsourcingsprincipe genoemd. Dit is het perspectief van Simunic, om die reden verwacht hij
niet dat de Big8 kantoren daadwerkelijk de markt monopoliseren.
De auditkwaliteit: de marginale opbrengsten die een gecontroleerde entiteit verkrijgt van de auditor.
Tabel 2
Expected total costs = costs of internal auditing control + audit fee + auditee’s share of residual loss.
In tabel 2 wordt getoond wat voor invloed verschillende situaties hebben op het financieel
verslaggevingsproces. Het gaat hierbij over vier situaties:
, - Monopoly pricing: monopolie: de Big 8 kan alles bepalen. Ze zullen minder kwaliteit leveren,
waardoor de aansprakelijkheid van de klant omhoog zal gaan (e). Aangezien ze de enige
aanbieder zijn, zullen ze ook de prijs van de externe audit omhoog gooien (p). Hierdoor zal de
hoeveelheid uren van de externe controle afnemen (q) en die van de interne controle
toenemen (a). De interne kosten gaan dus omhoog (va), waardoor de totale kosten ook
omhoog gaan (va + pq).
- Production economies: vrije concurrentie: gezien er sprake is van concurrentie, zullen ze zich
onderscheiden door kwaliteit te bieden en een lage prijs te hanteren. Deze hoge kwaliteit
zorgt ervoor dat de aansprakelijkheid van de klant omlaag gaat (e). Ook de prijzen van de
externe audits zullen dus omlaag gaan (p), waardoor de hoeveelheid uren van de externe
controle toenemen (q) en die van de interne controle afnemen (a). De kosten van de interne
controle nemen dan af (a), waardoor de totale kosten van de controle ook afnemen (va + pq).
- Increase in auditor’s share of losses: de accountant gaat meer aansprakelijkheid op zich
nemen, waardoor de aansprakelijkheid van de klant omlaag gaat (e). Hierdoor neemt de prijs
van de auditservices toeneemt (p). De accountant neemt niet meer of minder
werkzaamheden op zich (a en q). Doordat de prijs omhoog gaat terwijl er niet meer wordt
gewerkt, gaat de audit fee omhoog (pq), en daardoor ook totale accountantskosten (va + pq).
- Increase in loss exposure: een hoog risico voor de accountant, waardoor meer zekerheid
gegeven zal moeten worden. De aansprakelijkheid van de klant is hier ook hoog (e). Een
onderneming met veel risico zal meer werkzaamheden en tijd vergen van de accountant (q),
maar ook van de interne controleur (a). Hierdoor zullen de interne controlekosten stijgen
(va). Gezien het risico hoog is, zal ook de audit fee omhoog gaan (pq), maar de eenheidsprijs
zal hetzelfde blijven. Dit alles leidt ertoe dat de totale accountantskosten toenemen (va + pq).
Tabel 3:
De linkerkant van de tabel zegt iets over
beursgenoteerde ondernemingen die
gecontroleerd worden, rechts zegt juist iets
over kleine niet beursgenoteerde
ondernemingen die gecontroleerd worden.
CRE∨8 = onverklaarbare deel van de
kosten van bedrijven die gebruik maken van
een Big8 accountantskantoor.
CRE∨8 = onverklaarbare deel van de
kosten van bedrijven die gebruik maken van
een niet Big8 accountantskantoor.
CRE = average residual total system costs (niet verklaarbare deel van de prijs).
, De totale kosten die in tabel 2 onderaan staan, probeert Simunic te verklaren met de variabelen die
bekend zijn en de variabelen die niet verklaarbaar zijn. In tabel 3 probeert hij de onbekende variabele
te verklaren. Het gaat dus over het onverklaarbare deel van de prijs. Je gaat dus kijken of een Big8
meer onverklaarbaar deel in hun prijs hebben zitten dan de non Big8, of gelijk of andersom.
De drie elementen waarbij je moet kunnen verklaren waarom hogere/lagere prijzen te
rechtvaardigen zijn:
- Schaalvoordelen (rechts onderin): Indien een groot kantoor een lagere prijs kan bieden dan
een klein kantoor dan heeft dat bijna altijd te maken met schaalvoordelen.
- Product differentiatie (links bovenin): Een hogere prijs door een groter kantoor wordt
gerechtvaardigd door een betere auditkwaliteit. Er is meer kennis in huis, kwaliteitssystemen
zijn beter, beter personeel, betere dossiers etc.
- Diseconomies (midden onderin): Hier gaat het om specialisten. Een specialist kan bij een
groot kantoor voor meerdere klanten ingezet worden. Bij een klein kantoor zullen de kosten
moeten worden verdeeld over een kleiner aantal klanten, waardoor de kosten toenemen, en
daardoor ook de prijs.
Conclusie:
Het onderzoek van Simunic bewijst dat er ondanks de macht van deze grote kantoren toch
prijsconcurrentie bestaat in de markt en dat de Big8 kantoren de markt voor de auditdiensten niet
monopoliseren.
Simunic toont aan de hand van zijn onderzoek aan dat het marktmisbruik van de big 8 gering is vanuit
het perspectief dat de accountant toegevoegde waarde levert aan het management.
Ethiek
Van een accountant wordt verwacht dat hij zorgvuldig, uitlegbaar en standvastig handelt:
- Zorgvuldig
Rekening houden met rechten, belangen en welzijn van alle belanghebbenden.
- Uitlegbaar
Uitlegbaar betekent dat accountants kunnen aangeven hoe hun handelen past bij de
fundamentele beginselen, bij de regels, richtlijnen, wetten en andere bindende voorschriften
van het beroep.
- Standvastig
Standvastig betekent dat accountants hun rug recht houden bij bedreigingen; dat ze niet
onverantwoord handelen omdat dit de makkelijkste manier zou zijn.
Zorgvuldigheid verwijst naar de manier waarop een standpunt wordt ingenomen, uitlegbaarheid naar
de uitkomst van het handelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper InAccountancy. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.