Week 1 Onderwerpen
Wat is bestuursgeschiedenis?,
Wat is bestuursgeschiedenis? nut van bestuursgeschiedenis
De studie van structuren en processen in, en ideeën over en bestuursgeschiedenis als
methode
de overheid in het verleden en de daadwerkelijke en
gewenste plaats van publieke functionarissen daarin
- Gaat dus over alle instituties en actoren die zich bezighouden met het dienen van publieke
belangen, publieke waarde toebedelen en het besturen van de publieke ruimte
- Object van de studie is dus erg breed
- Aandacht voor alles wat op een bepaald moment al dan niet als overheid werd
ervaren of publieke dienst verleende (dit verandert natuurlijk voortdurend)
Er zijn verschillende ontwikkelingen binnen het openbaar bestuur als gevolg van
veranderingen op de volgende grensvlakken:
- Publiek-privaat
- Bijv. iets wat vroeger privaat werd gedaan wordt nu publiek gedaan en andersom
- Politiek-bestuur
- Bijv. wanneer spreek je van politiek en wanneer van ambtenaren?
- Staat-samenleving
- Vroeger werd veel door de samenleving zelf gedaan, maar nu is er juist een
aanzienlijk grote staat/overheid
Ontstaan van het bestuur en gemeenschap
17e/18e eeuw door een complexere en nauw verweven staat
- Veel gebeurde privaat maar het wordt steeds publieker
- Staat en samenleving nauw verweven (kleine staat)
- Geen onderscheid tussen politiek en bestuur
Ideeën:
- Participatie omwille van gemeenschappelijk belang
- Eerst gemeenschappen en dan pas individu
- Publieke sfeer bevat al het sociale leven
- Publieke dienstverlening als burgerplicht
Object van de bestuursgeschiedenis
Empirische fenomenen (wat er is)
- Structuur (organisatie) – bijv. geschiedenis van het parlement
- Functioneren (processen) – bijv. geschiedenis van wetgeving
- Functionarissen (mensen) – bijv. geschiedenis van burgemeester
Normatieve fenomenen (wat er zou moeten zijn)
- Ideeën (wat kan of moet?) – bijv. representatie
- Verwachtingen (wat wil men?) – bijv. eerlijk bestuur
- Taakverdeling (wie zou wat moeten doen?) – bijv. overheid/burger
1
,Nut van bestuursgeschiedenis
Nutteloos, omdat…
- Geschiedenis als last?
- Geschiedenis als irrelevant voor het heden?
- Geschiedenis als gevaar?
Nietzsche: Mensen hebben in tegenstelling tot dieren een historisch besef, we dragen het
verleden met ons mee, dat is een last omdat we er wat mee moeten maar als men het in
balans brengt kan men daar ook wat mee
Nuttig, omdat…
1. Beter begrijpen van het heden
- Savoir pour savoir
- Liberating influence = Het weten van het geschiedenis maakt je een betere
wereldburger en helpt voor je algemene ontwikkeling
- Het heden is deels gevormd door en in het verleden
- Toont verandering en continuïteit
- Toont toevallige, irrationele en fundamentele (in de hele geschiedenis speelt dit een rol)
- Toont waarom keuzes (niet) gemaakt zijn
- Helpt bij het maken van ‘nieuw’ beleid
2. Praktische lessen formuleren
- Sommige zaken zullen zichzelf herhalen of bestaan al
-> Men hoeft niet alles altijd opnieuw uit te vinden
- Maar: context verandert steeds -> Houdbaarheid is dus beperkt
3. Tegenwoordige problemen oplossen
- Op basis van de vorige punten
- Hoe kunnen wij (beter) vormgeven aan hedendaags openbaar bestuur met kennis van het
verleden?
Relevante vragen waarbij bestuursgeschiedenis van pas kan komen
- Oorsprong en functioneren van beleidsdomeinen en publieke organisaties
- Zo kan men teruggaan naar het oorspronkelijke nut van de organisaties
- Oorsprong van belangrijke ideeën/concepten
- Haalbaarheid en wenselijkheid van plannen en hervormingen
- Voorbeeld nemen uit hoe plannen zijn ontvangen en doorgevoerd in het verleden
- Fundamentele feiten
- Leugens ontkrachten en feiten bewijzen (waar is geschiedenis gebruikt/misbruikt?)
Bestuursgeschiedenis als methode
Objectieve feiten liggen er, maar hun selectie en interpretatie zijn subjectief
- Bijv. de grondwet is er, maar er zijn verschillende interpretaties over hoe deze is ontstaan
Hoe kan men leren van geschiedenis? Zijn er wetmatigheden te herkennen?
Universele wetten = Altijd en overal geldig
Wetmatigheden = Lawlike generalizations, niet overal/altijd geldig maar komen wel vaak
2
, voor als bepaalde zaken zich voordoen
Toevalligheden = Niet overal/altijd geldig, puur toeval
Vroeger: Historici vs Positivisme
Historici -> Het concrete, specifieke, onvoorspelbare, toevallige beschrijven in context van
tijd en plaats
Positivisten (sociale wetenschappers) -> Het algemene, regelmatige, abstracte, theorie,
modellen verklaren
Nu: Vermenging van beide (voor het bestuderen van de geschiedenis van het openbaar
bestuur)
- Het doel hedendaags is dus om betekenisvolle relaties aan te tonen tussen losse feiten
- Modellen en theorie helpen daarbij
Doel van een model
- Feiten interpreteren: mechanismen ontdekken
- Vereenvoudigen en nieuwe vragen stellen
- Vergelijken: verandering en continuïteit, overeenkomsten en verschillen
Nuttig, maar mag niet tot versimpeling leiden of een oogklep worden (want soms kunnen
fenomenen van het historische model afwijken)
Week 2
Republiek (1588-1795) Onderwerpen
Vorming van de Republiek Republiek (1588-1795) en
Nederland was een lappendeken in het Heilig Roomse bureaucratisering in historisch
Rijk
- Erg gevarieerd, allerlei soorten autonome hertogdommen en graafschappen met eigen
religies, wetgevingen, munteenheden etc.
Externe en interne spanningen en ontwikkelingen en hun impact op het openbaar bestuur
van de Republiek
Extern
- Internationale verhoudingen (begin globalisering)
- Gebieden moesten zich weren tegen andere machten/staten gebieden
- Beginnende wereldeconomie
- Expansie overzee, kolonialisme etc.
- Gebieden moesten samenwerken om samen sterker te staan tegen al het
buitenlandse geweld en sterker te staan in de overzeese handel en diefstal
Intern
- Maatschappelijke strijd
- Allerlei groepen en actoren zaten in een strijd en stonden voortdurend tegenover
elkaar, deels ook gevoed door buitenlandse spanningen (bijv. als troepen het gebied
aanvallen dan wil het volk een sterkere stadhouder)
- Stadhouder (opperbevelhebber van het leger)/Regenten/Adel/Kerk/Burgers
- Vaak ook religieuze strijd
3