Probleem 5 Gender issues
Vignet 1
1. Hoe wordt het geslacht bepaald en zijn er afwijkingen?
2. Zijn er verschillen in de hersenen tussen mannen en vrouwen?
Vignet 2
3. Zijn er verschillen in hersenen tussen homo’s en hetero’s?
4. Wat is de oorzaak van homoseksualiteit?
Vignet 3
5. Wat is de rol van hormonen bij seksuele driften?
6. Wat is de rol van menstruatie bij seksuele driften?
Vignet 4 (huiswerkopdracht).
bronnen: Toates (niet aan te raden, veel irrelevante info!), Pinel, Kalat
Chromosomen, genen en DNA
Chromosomen: draadachtige structuren in celnucleus. In één celnucleus 23
chromosoomparen: onder te verdelen in twee soorten chromosomen:
● Autosomale chromosomen: matchende paren (22)
● Geslachts chromosomen: paar van chromosomen dat het geslacht
bepaalt. Vrouw: XX, Man: XY. Y chromosoom bevat maar 27 proteïnen,
terwijl X chromosoom ong 1500 proteïnen bevat.
→ Sex-linked traits: eigenschappen beïnvloed door X, niet door Y want
die draagt maar weinig genen.
Genen eenheden van erfelijkheid, behouden structurele identiteit van generatie
op generatie
- Fenotype: observeerbare (fysieke) eigenschappen van organisme
- Genotype: eigenschappen die organisme door kan geven aan
nageslacht d.m.v. genetisch materiaal
- Alleles: twee genen met dezelfde eigenschap
- Homozygous: organisme dat twee identieke genen voor een
eigenschap heeft
- Heterozygous: organisme dat twee verschillende genen voor een
eigenschap heeft
- Dominant gen: heeft sterk effect in de homozygous of
heterozygous condition
- Recessive gen: heeft alleen een effect in homozygous condition
proteïnen ontstaan als volgt:
Genen in de chromosomen bevatten molecuul: DNA.
, DNA heeft vier bouwstenen:
1) Adenine (component = thymine) A
2) Thymine (component = adenine) T
3) Cytosine (component = guanine) C
4) Guanine (component = cytosine) G
Volgorde van deze bouwstenen in chromosoom bepaalt de genetische code.
● Mutatie: erfelijke verandering in een DNA-molecuul
● Replicatie: de twee strengen van het DNA komen los van elkaar. Hierna trekken de bases in het DNA, de
tegenovergestelde bases aan die in de vloeistof van de nucleus drijven. Nu zijn er dus twee identieke DNA-
molecuul strengen gecreëerd (zie afb.)
Endocriensysteem en hormoonstelsel
Endocriensysteem: aantal klieren die hormonen afscheiden in het lichaam, langzaam proces, non-selectief en heeft
invloed op hele lichaam
Twee soorten klieren:
Exocriene klieren scheiden hormonen af buiten het lichaam, chemicaliën in kanalen, naar het oppervlak van lichaam (bijv.
zweetklier)
Endocriene klieren scheiden hormonen af binnen het lichaam.
● In hersenen: hypothalamus, hypofyse (pituitary gland), epifyse (pineal gland/pijnappelklier)
● In lichaam: bijnieren (adrenal glands, cortex en medulla)
→ Geslachtsklieren (gonads): eierstokken en testikels
○ produceren ei- en zaadcellen
○ geven steroïde hormonen af
○ Grote rol bij maken van baby. Wanneer spermacel een eicel bevrucht, kan er een zygote ontstaan (één
cel), dat uit kan groeien tot een fetus.
Hormoon: niet-selectieve boodschapper die door endocriene klieren via receptoren en bloedbaan aan doelcellen of
organen worden afgegeven.
Hormonen beïnvloeden geslacht op twee manieren:
- Organizing effect: sekse bepaling, bij mensen voor geboorte: langdurige effecten van hormonen
- Activating effect: tijdelijk effect: alleen als hormoon aanwezig is
Drie soorten hormonen
● Aminoacid derivates: samengesteld door aminozuurmoleculen.
vb. epinefrine (adrenaline), dat vrijkomt uit de adrenale medulla.
● Peptides & proteins: Peptide hormonen: kort, proteïne hormonen: lange kettingen van aminozuren
● Steroïden: samengesteld door cholesterol: type vetmolecuul. beïnvloeden seksuele ontwikkeling en activatie
van volwassen seksueel gedrag. Geslachtsklieren en bijnierschors produceren seks steroïden:
Alle sekshormonen steroïden: kunnen direct door celmembraan. Hebben langste en meest diverse effecten.
○ Hebben 3 functies:
■ binden aan membrane receptors (snel effect)
■ komen cellen binnen en activeren proteïnen in het cytoplasma
■ binden aan receptoren die aan chromosomen zitten en specifieke genen (de)activeren.
○ Sekse hormonen: steroïden van geslachtsklieren, invloed op brein, genitaliën en andere organen.
verantwoordelijk voor verschillen tussen mannen en vrouwen: borsten, baard, lichaamsverhouding
■ Androgeen: mannelijk hormoon → bekendst testosteron
■ Oestrogeen: vrouwelijk hormoon → bekendst (o)estradiol
■ Progestageen → bekendst progesteron: bereidt baarmoeder en
borsten voor op zwangerschap, functie bij mannen is onbekend
→ Door vermindering van androgenen (castratie, alcohol, marijuana, haloperidol, cocaïne) kunnen
mannen vrouwelijker gedrag vertonen.
Hypothalamus en Hypofyse (pituitary gland): een van belangrijkste hormoonklieren: hersenaanhangsel, onder
hypothalamus, stimuleert vrijlating van hormonen van andere klieren. gereguleerd door hypothalamus. Bestaat uit: