Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD): Hyperactiviteit, impulsiviteit, onoplettendheid
Prevalentie:
+/- 80% van alle gevallen ADHD is erfelijke oorzaak
verschillende bevindingen t.o.v. aantal diagnoses in verschillende landen
meer jongens dan meisjes hebben ADHD (3:1) klinische sample is verhouding 6:1
totaal heeft 3-5% op basisschool ADHD, 3% van volwassenen
Symptomen:
Primaire symptomen:
onoplettendheid
hyperactief-impulsief
Diagnose:
symptomen moeten 6 mnd lang voorkomen
voor 12e levensjaar
op 2 verschillende plaatsen zoals school en thuis.
Hierbij ook nog minimaal 6 symptomen vertonen die weer onder onoplettendheid en hyperactief-impulsief staan.
Classificatie
1. ADHD-I/ADD: voornamelijk aandacht- en concentratie tekort (meer meisjes) (ADD)
2. ADHD-HI: hyperactiviteit + impulsiviteit (meer jongens)
3. ADHD-C: combi van 1 en 2. Komt het meest voor
ADHD-I (I = Inattentive)
Exp: “Inattention” Exp Barkley”
Bleek dat ADHD kinderen minder aandacht geven aan hun werk dan normale kinderen.
Selectieve Aandacht: vermogen aandacht te houden bij 1 punt en niet afgeleid te worden door andere stimuli.
Exp Larch (2000): tv kijken en speelgoed op de grond. Bleek ADHD sneller afgeleid: meer afleiding als taak saai, moeilijk
is. Conclusie hieruit: wel verschil tussen ADHD kinderen en gewone kinderen, maar gewone kinderen worden ook afgeleid
door speelgoed. Dus onder gemiddeld.
Langdurige Aandacht: vermogen aandacht te geven aan één taak gedurende bepaalde tijd”.
Exp: CPT, Continious Performance Task: stimuli, dan op knop drukken.
ADHD mensen, minder of niet reagerend: inattention. Hierbij ook meer fouten en langzamer dan gewone mensen:
sustained attention. Conclusie: ADHD kinderen lukt dit niet, niet mogelijk langdurig aandacht te geven. Echt beperkt.
Diagnose bij: > 6 symptomen van ADHD-I en <6 symptomen van ADHD-HI
ADHD-HI (HI = Hyperactivity Impulsivity)
Hyperactief: altijd druk, niet mogelijk om stil te zitten, vaak onhandig (dingen omstoten), moeite goede actie uit te voeren
in bepaalde situatie.
Exp: “meetapparaatjes in ochtend en middag” Dane (2000): Alléén in middag waren ADHD kinderen actiever.
Situaties waarin ADHD kinderen stil moeten zitten, aandacht moeten geven zijn probleemsituaties voor hen. Bijv school.
Impulsief: door impulsiviteit vaak omschreven als grof, onvolwassen, onverantwoordelijk.
Exp: “Stop Signal Task” Schacher & Logan (1990): letters, knopjes drukken, soms de opdracht om dit niet te doen
BLEEK: ADHD meer moeite met stoppen
Exp: “Matching Familiar Figures Task MFFT” 1 originele foto, 6 andere versies, zoeken welke matched
BLEEK: ADHD zeer snelle keuze en veel fouten, dit duidt op impulsiviteit.
Diagnose bij: >6 symptomen van HI, en <6 symptomen bij ADHD-I
ADHD-C: Combination type
Diagnose bij >6 symptomen van beiden.
Testen:
Bij 1. Tv + speelgoed -> hoe snel afgeleid? Meet selectieve aandacht
CPT-> langdurige aandacht.
Bij 2. Ochtend geen verschil met andere kids, in de middag wel. Dus meer problemen op schoolgebied. Dit is een
hyperactiviteitstest
Stop-signal task-> meet impulsiviteit. Impulsief reageren = sneller foute antwoorden
Mfft: Impulsiviteit zorgt dat je te snel kiest voor verkeerde foto’s. Dus meer fouten.
, Intelligentie
iets lager IQ dan gemiddeld
gevoelig voor leerproblemen (vooral spellen, rekenen)
speciaal onderwijs kan speciale aandacht geven
Inhibitieproblemen: ADHD kinderen hebben moeite met remmen van hun gedrag
Theory of inhibition (douglas):2 systemen beïnvloeden gedrag.
Behavioral inhibition System: gedrag remmenwerkt niet goed bij ADHD.
Behavioral activation: gedrag activerenADHD’ers zijn gevoelig voor beloning. Inconsistentie van beloning kan
veel problemen opleveren. ADHD kinderen willen beloning meestal direct en niet uitgesteld. Beloning kan zorgen
voor regelmaat en structuur in hun leven.
Executieve functies: Moeite met plannen/organiseren
Sociaal gedrag:
ADHD heeft veel sociale impact: veel praten, hoog sociaal contact