College 1
Empirisme:
- Kennis is gebaseerd op observaties
- Data wordt gebruikt als basis voor conclusies
Rationalisme: gebruik van ratio
- Inductie: van data naar theorie (specifiek algemeen)
- Deductie: op basis van theorie voorspellingen maken over nieuwe data (algemeen
specifiek)
- Rol van theorie
- Falsificeerbaarheid > een voorspelling moet ook niét waar kunnen zijn
Inductie > theorie > deductie > data > …
Openheid
Publicatie van resultaten (met gestandaardiseerde beschrijving van onderzoek en resultaten)
- Evalueren
- Repliceren
- Aanvullen
Peer-review: andere onderzoekers beoordelen of een artikel goed genoeg is voor publicatie
Het onderzoeksproces
Vraag antwoord
Fasen in het onderzoeksproces:
Beginfase
Ontwerpfase
- Onderzoeksdesign kiezen
- Deelnemers kiezen
- Hoe ga je data verzamelen?
Uitvoeringsfase
Analysefase
Presentatiefase
Keuzes maken
Ethiek
Beginnen met onderzoek
Vraagstelling: de vraag die je met het onderzoek wilt beantwoorden
Onderzoeksvraag gaat over samenhang tussen variabelen.
- Kwantitatieve variabelen: waarden geven een hoeveelheid aan (bv. leeftijd)
o Discreet: niet achter de komma (geen halve mensen)
o Continue: ook achter de komma
- Kwalitatieve variabelen: waarden staan voor categorieën (e.g. geslacht: 1= man,
2=vrouw). Ook wel: categorische variabelen of nominale variabelen.
Je moet wel altijd de niveaus er bij noemen. Bijv. je wilt kijken of iemand koffie
drinkt, dan is de variabele: koffie (ja/nee) of opleidingsniveau (laag/midden/hoog).
Operationaliseren
Operationele definitie: de definitie van een concept in termen van de procedures die gebruikt
worden om het concept te meten of te manipuleren.
, - Meten van angst:
o Vragenlijst over hoe angstig iemand zich voelt
o Observatie van angst
o Fysiologische meting: galvanic skin response
- Meten van intelligentie:
o WAIS, GIT, Raven
Causaal verband
Een oorzaak-gevolg relatie, waarbij de ene variabele (X) invloed heeft op een andere variabele (Y)
- Onafhankelijke variabele = vermoedelijke oorzaak (X)
- Afhankelijke variabele = vermoedelijke gevolg (Y) XY
Identificeren van een causaal verband:
1) Covariatie van oorzaak en gevolg: oorzaak en gevolg meten samenhangen. Dus: wel televisie
kijken = agressie, geen televisie kijken is geen agressie
2) Temporal precedence: oorzaak moet voorafgaan aan het gevolg
3) Eliminatie van alternatieve verklaringen: er mag niets anders verantwoordelijk zijn voor de
geobserveerde samenhang
= sterke interne validiteit
Niet-experimenteel versus experimenteel onderzoek
Experimenteel: onderzoek waarbij de onafhankelijke variabele is gemanipuleerd
Niet-experimenteel: onderzoek waarbij de onafhankelijke variabele niet is gemanipuleerd, doch
slechts is gemeten
Manipulatie: beïnvloeding van de onafhankelijke variabele door de onderzoeker
Een causaal verband kan alleen worden aangetoond met een zuiver experiment. Wanneer is een
onderzoek een zuiver experiment?
1) Manipulatie van de onafhankelijke variabele
2) Randomisatie van groepen.
3) Eliminatie van alle potentieel storende variabelen: onder controle houden van potentiële
storende vairabelen door bijvoorbeeld constant houden van die variabelen.
Fixeren: constant houden van variabele. Bijv. iedereen ‘sochtends
Balanceren: de helft
Randomiseren
4) Meting van de afhankelijke variabele
5) Vergelijking van condities m.b.t. gemiddelde op de afhankelijke variabele
Confounding variable: een ongecontroleerde storende variabele waarvan we weten dat die er is
, College 2:
Between-subjects designs vs. within-subjects designs
1. Between-subjects design: elke persoon krijgt één conditie van de onafhankelijke variabele
(~ independent groups design)
bijvoorbeeld: deelnemer 1 t/m 10: therapie A
deelnemer 11 t/m 20: therapie B
2. Within-subjects design: elke persoon krijgt alle condities van de onafhankelijke variabele
(~repeated measures design: herhaalde metingen)
bijvoorbeeld: deelnemer 1: 4 jaar en 5 jaar
deelnemer 2: 4 jaar en 5 jaar
deelnemer 3: 4 jaar en 5 jaar
Between-subjects design
elke pp krijgt één conditie.
Onafhankelijke variabele: conditie (A vs. B)
Afhankelijke variabele: meting
Gemiddelde Y-score bij conditie A = (3 + 1 + 2) / 3 = 2
Gemiddelde Y-score bij conditie B = (4 + 7 + 1) / 3 = 4
Effect A vs. B = 2 - 4 = -2
Within-subjects design
elk subject krijgt alle condities.
Onafhankelijke variabele: conditie (A vs. B)
Afhankelijke variabele: meting
Gemiddelde Y-score bij conditie A = (3+1+2+2+4+0) / 6 = 2
Gemiddelde Y-score bij conditie B = (5+3+4+4+7+1) / 6 = 4
Effect A vs. B = 2 - 4 = -2
Voordelen van within-subjects designs
• Persoonsverschillen kunnen niet tot storende variabelen leiden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elinemeuleman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.