Week 8, Ontstaansmechanismen
en preventie van blessures en
weefsel herstel
Hoorcollege
Meer dan 4 miljoen blessures per jaar in NL, daarvan is 45% overbelasting en ook
recidief (terugkomende blessures) is ook 45%.
1 op de 3 mensen zijn bang voor blessures.
De fysio focus zich meer op de blessure, als sportmedisch trainer focust meer op
de fitheid en je andere oefening kunt geven.
Macro trauma = plotseling, denk aan= enkelverzwikking, spierscheur,
Mirco trauma = dat ontstaat geleidelijk, achillespees stendinose
Gradaties van spierletsel:
- 1e graads = scheur klein aantal spiervels, zelfde sterkte, maar pijnlijke
spieractiviteit
- 2e graads = gedeeltelijke spierscheur, zwakker, en pijnlijke spieractiviteit
- 3e graads = geheel afgescheurde spier, zeer zwakke maar pijnloze bij
spieractiviteiten. Kan alleen herstellen met een operatie
Gradaties ligament letsel
1e graads = weken herstel
2e graads = maanden herstel
3e graads = half jaar herstel
,Oorzaken van blessures
Gevolgen van de blessures
Het bepaald deels of je blessure terugkomt ja of nee.
- Mindere ROM (komt door pijn, zwelling, adhesie= verklevingen)
- kracht kan verminderen ( beschadiging spiervezels en of motorische
zenuwen, reflexinhibitite door pijn en of zwelling
- balans en coördinatie verminderd (beschadiging sensorische en of
motorische zenuwen en of proprioreceptoren; verlies kracht en ROM)
Weefselherstel, volgt een bepaalde
tijdlijn.
Dit is meestal in 3 fases.
1. Ontstekingsfase
2. Proliferatiefase
3. Remodelleringsfase
,Bij weefsel herstel onderscheiden ze 2 soorten herstel:
1. Mechanisch herstel = de vezels weer in de goede richting liggen
2. Functioneel herstel = de coördinatie is weer van ouds.
Het is dus van belang om en kracht maar ook coördinatie oefeningen te doen.
Beinvloeden factoren hersteltijd:
Lokale factoren Systemische factoren
- Type, grootte en plaats - Circulatie
- infectie - Voeding
- medicatie - Hormonale status
- radiotherapie
- beweging
Preventie van blessures
Gedrag als aangrijpingspunt
WOP richtlijnen
W
- Impulsgeleiding verbeterd
- Frictie daalt
- Coördinatie gaat omhoog
Waarom zorgt dit voor verminderde lichaam went aan de bewegingen, en went
aan de belasting, de bewegingen gaan soepeler.
O
- cumulatief trauma voorkomen
- het bevorderd functionele adaptatie
Kenmerken van overtraining zijn verschillende kenmerken, eerder
psychologische kenmerken, minder zin in training, daarna zal explosieve dingen
minder goed.
P
- Veilig, efficiënt en meest effectief
- Belastbaarheid spier- en peesweefsel gaat omhoog
- coördinatie en krachtverdeling verbeterd
Hoe kan krachttraining zorgen voor gewoontegedrag tijdens het trainen moet
je bijvoorbeeld niet je knieën naar binnen vallen of een bolle rug maken, dit kan
dus ook gelinkt worden naar het dagelijks leven.
Week 9, aanpak bij blessures
, Werkcollege
1. Bij welk soort blessure heeft coördinatietraining over het
algemeen de meeste prioriteit en waarom?
Vooral bij blessures aan de gewrichten, dus waarbij de stabiliteit en de
coördinatie van het aaneengesloten lichaamsdeel zijn aangetast. (bijv.
enkelverzwikking, knieblessures enz)
Dit zorgt voor mindere proprioceptieve vaardigheden van het lichaam.
( het vermogen van het lichaam om de positie en beweging van het aan
lichaamsdeel waar te nemen) en de neuromusculaire controle. Coördinatie
training zorgt ervoor dat dit wordt verbeterd en dat de patiënt zijn
bewegingen beter kan controleren en voorkomen dat de blessure opnieuw
optreedt.
We kunnen spier, pezen en banden beschadigen.
Spieren, zorgen voor beweging.
Pezen verbind de spier met het bot hun brengen de krachten over, daar
wordt erg aan getrokken. Daarnaast kunnen ze ook energie opslaan.
Pezen krijgen microscheurtjes, bij te weinig herstel kunnen de scheurtjes
verder scheuren.
Ligamenten (banden), wat doen die? Zorgt voor stabiliteit, het is een soort
rem.
Dus coördinatie training is vooral voor de banden (ligamenten) er liggen
allemaal sensoren in. De spieren gebruiken we het meest, dus stel je gaat
door je enkel, langzaam start je weer op, dus spieren ga je gelijk weer
gebruiken, maar je banden enz worden niet getriggerd.
2. Beschrijf de trainingsrichtlijnen voor het herstel van een
tendinose van de patellapees (jumpers knee)
Door te rekken, en wel krachttraining te blijven doen, alleen niet zo diep
zakken. Een pees is gebaad, om een flinke krachttraining toe te dienen. Je
moet hem blijven belasten, maar wel opbouwen, veel herhalingen, weinig
gewicht en dat steeds minder hh en meer gewicht.
Excentrische kracht is goed, kun je een extreme prikkel genereren.
Focus ligt vooral op heavy slow
12 weken lang 3x per week 15hh om gewend te raken en gewicht te
verhogen.
Je mag hier wel (lichte) pijn ervaren.
3. Leg uit wat ‘perceptie-cognitie controle’ is en welke rol dit speelt
in bij de beslissing om weer (op het oude niveau) te gaan sporten
Wat is perceptie?
Signalen van de omgeving, wat heeft dit voor invloed op een blessure
het is vaak intern bij iemand met blessure, denk aan dat verhaal dat het
meisje van turnen, die haar arm had gebroken, en die hand bij een
overslag anders plaatste dan haar andere arm. Hier moest iets iets aan
gedaan worden (denk aan 2 stippen op de grond waar ze haar handen
moet plaatsen enz) zorgen voor een externe focus. Om zo de grenzen op
te zoeken.
4. In welke fase van weefselherstel is het belangrijk om veelvuldig te
bewegen, wat is het nut ervan en hoe doe je dat?
Tijdens alle fases
