Unilever Beroepsproduct 2
Managementsamenvatting
De organisatie maakt gebruik van een stelsel van risicobeheersing, dat is gedocumenteerd en
regelmatig wordt beoordeeld door de raad van bestuur. Het omvat risicobeheersing, interne
controleprocedures en controlemaatregelen en procedures voor openbaarmaking van informatie.
De raad van bestuur heeft de algehele verantwoordelijkheid voor het risicomanagement, het
beoordelen van de effectiviteit van het systeem van interne beheersing en de aanpak van het
risicobeheer. Met betrekking tot het risicomanagement van Unilever heeft de auditcommissie,
bestaande uit minimaal drie niet-uitvoerende bestuurders, een zeer belangrijke taak. De commissie
beoordeeld elk jaar hoe Unilever in zijn totaliteit omgaat met risicomanagement en beheersing,
evenals de processen, resultaten en rapportage daarover. De Code of Business Principles
beschrijft de gedragsnormen waarvan verwacht wordt dat elke medewerker zich hieraan houdt. Het
senior management van de individuele werkmaatschappijen hebben de dagelijkse
verantwoordelijkheid gekregen om ervoor te zorgen dat de principes worden toegepast. Voor elk
van de belangrijkste risico’s hanteert Unilever een raamwerk waarin de controles worden
beschreven die zijn ingevoerd. Unilever maakt gebruik van het model van Committee of
Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO) om de effectiviteit van de interne
controle over financiële rapporten te evalueren.
Unilever is een onderneming dat te maken heeft met risico’s en onzekerheden. In de COSO-
systematiek worden vier terreinen onderscheiden waarop risico’s zich voordoen: strategisch,
operationeel, rapportage en toezicht. Het onderdeel ‘strategisch’ betreft globale doelen en is
afgestemd op de missie, hieronder vallen de belangrijkste risico’s productinnovatie,
bedrijfstransformatie en duurzaamheid. Het onderdeel ‘operationeel’ betreft het effectief en efficiënt
gebruik van de middelen, hieronder vallen de belangrijkste risico’s machines,
productaansprakelijkheid en talent. Vervolgens betreft het onderdeel ‘rapportage’, betrouwbaarheid
van verslaggeving. Onder dit onderdeel vallen de belangrijkste risico’s menselijke factor, fraude en
IFRS 16. Tot slot, het onderdeel ‘toezicht’ betreft naleving van wet- en regelgeving. Hieronder
vallen de belangrijkste risico’s wet- en regelgeving, ethiek en klimaatverandering.
Aan de hand van de belangrijkste risico’s van Unilever is middels een analyse, een ranking
gemaakt. Uit de analyse zijn een aantal belangrijke zaken naar voren gekomen. Ten eerste, laat de
analyse zien dat de morele fouten die door het personeel gemaakt kunnen worden een groot risico
is. Bij de beheersmaatregelen moet dan ook naar voren komen dat voor dit risico strikte
maatregelen geïmplementeerd moeten worden. Ten tweede, is het risico op cyberaanvallen erg
groot, dit komt door het toenemende gebruik van IT-systemen tijdens het productieproces. Tot slot,
valt uit de analyse af te leiden dat rekening gehouden moet worden met het niet verduurzamen van
producten, echter is deze kans heel klein aangezien Unilever al volop hiermee bezig is.
Door het rangschikken van de risico’s naar omvang en kans, kunnen de juiste beheersmaatregelen
worden toegepast. Beheersmaatregelen voor de risico’s onjuiste implementatie van IFRS 16,
productaansprakelijkheid, het verliezen van talent en duurzaamheid bevinden zich in categorie I en
kunnen door de organisatie zelf worden gedragen. Risico’s in categorie II moeten overgedragen of
verminderd worden. Onder deze categorie valt onjuiste bedrijfstransformatie, gebrekkige
productinnovatie, fraude van bestuurders, niet houden aan wet- en regelgeving en
klimaatverandering. Een risico in categorie III is bedrijfsongevallen door machines. Dit risico moet
beheerst worden door een vermindering van de schadeomvang en schadefrequentie. De laatste
categorie bevat risico’s die vermeden of tot een aanvaardbaar niveau verminderd moeten worden.
Risico’s in deze categorie zijn onethisch handelen en cyberaanvallen.
2
,Unilever Beroepsproduct 2
Inhoud
1. Inleiding .......................................................................................................................................... 4
2. Het risicobeleid in de organisatie ................................................................................................... 5
2.1 Aanpak risicomanagement ....................................................................................................... 5
2.2 Organisatie ................................................................................................................................ 5
2.2.1 Auditcommissie .................................................................................................................. 6
2.3 Doel en waarden ....................................................................................................................... 6
2.4 Financiële verslaggeving .......................................................................................................... 7
2.5 Conclusie .................................................................................................................................. 7
3. De belangrijkste risico’s .................................................................................................................. 8
3.1 Risicogebieden ......................................................................................................................... 8
3.2 COSO-systematiek ................................................................................................................... 8
3.2.1 Strategisch ......................................................................................................................... 8
3.3 Conclusie ................................................................................................................................ 11
4. Zwaarte van de risico’s ................................................................................................................. 13
4.1 Risicomatrix ............................................................................................................................ 13
4.2 Conclusie ................................................................................................................................ 15
5. Beheersmaatregelen .................................................................................................................... 16
5.1 Beheersmaatregelen risico’s categorie I ................................................................................. 16
5.1.1 IFRS 16 ............................................................................................................................ 16
5.1.2 Productaansprakelijkheid ................................................................................................. 16
5.1.3 Talent ............................................................................................................................... 17
5.1.4 Duurzaamheid .................................................................................................................. 17
5.2 Beheersmaatregelen risico’s categorie II................................................................................ 17
5.2.1 Bedrijfstransformatie ........................................................................................................ 18
5.2.2 Productinnovatie ............................................................................................................... 18
5.2.3 Fraude .............................................................................................................................. 18
5.2.4 Wet- & regelgeving ........................................................................................................... 18
5.2.5 Klimaatverandering .......................................................................................................... 19
5.3 Beheersmaatregelen risico’s categorie III ............................................................................... 19
5.3.1 Machines .......................................................................................................................... 19
5.4 Beheersmaatregelen risico’s categorie IV .............................................................................. 20
5.4.1 Ethiek ............................................................................................................................... 20
5.4.2 Menselijke factor .............................................................................................................. 20
5.5 Conclusie ................................................................................................................................ 21
Literatuurlijst ..................................................................................................................................... 22
Bijlage 1. Logboek ............................................................................................................................ 24
3
, Unilever Beroepsproduct 2
1. Inleiding
Tijdens het beroepsproduct 2 zal aan de hand van een rapport de theorie van Governance, Risk &
Compliance in de praktijk worden gebracht.
Het doel van dit project is om te kunnen verdiepen in het risicomanagement van een grote,
beursgenoteerde onderneming. In dit rapport zal aandacht worden geschonken aan het risicobeleid
in de organisatie, de belangrijkste risico’s, zwaarte van de risico’s en beheersmaatregelen.
Er moet een keuze gemaakt worden uit een bedrijf dat in de Amsterdam Exchange Index is
opgenomen. Dit bedrijf moet een Nederlandse naamloze vennootschap zijn. De gekozen
onderneming voor dit project is geworden: Unilever. De opdrachten zijn verdeeld over zes weken
en vormen bij elkaar het eindrapport.
Unilever is een multinationale onderneming, dit betekent dat zij in meerdere landen tegelijk
geregistreerd en in dit geval ook werkzaam zijn. Het bedrijf produceert en verkoopt goederen in al
deze landen. Unilever hanteert een duale bedrijfsstructuur. Dit houdt in dat het Brits-Nederlands
concern twee hoofdkantoren heeft, namelijk één in Rotterdam (Unilever N.V.) en één in Londen
(Unilever PLC), twee juridische entiteiten en twee beursnoteringen. Het bestuur van Unilever N.V.
en Unilever PLC bestaan uit dezelfde personen, zij zijn lid van hetzelfde orgaan en
vertegenwoordigen samen de vennootschap. Unilever volgt een one-tier bestuursmodel waarbij
onderscheid wordt gemaakt tussen uitvoerende bestuurders en niet-uitvoerende bestuurders.
4