Samenvatting Bestuur en recht
Week 1
Administrative justice: adequate vervulling van verschillende functies van bestuur (wat
verwachten burgers van bestuur en wanneer zijn zij tevreden?)
Roosenbloom functies bestuur: (approaches to public administration)
1. Bestuur als bureaucratie (managerial approach):
-gedepolitiseerd bestuur, geformaliseerde verhoudingen, codificatie, bestuur past slechts
regels toe
-burgers worden niet gezien als persoon maar als ‘case’ met bepaalde kenmerken
-burgers zijn tevreden wanneer bestuur effectief en efficiënt is
2. Bestuur vindt plaats binnen politieke kaders (political approach):
-bestuur bevindt zich in politieke omgeving: verantwoording, participatie etc.
-burgers worden gezien als lid van pressiegroep
-burgers zijn tevreden wanneer zij betrokken worden bij besluitvorming en wanneer hun
belangen juist afgewogen worden
3. Bestuur past recht toe (legal approach):
-bestuur bevindt zich in rechtsstaat en moet aan rechtsbeginselen voldoen/recht toepassen:
zorgvuldigheid, legaliteit, gelijkheid, rechtszekerheid etc.
-burgers worden gezien als dragers van rechten en plichten
-burgers zijn tevreden wanneer hun rechten gewaarborgd worden
Week 2
Verstrekkend bestuur: massaal beschikkingen verstrekken en bureaucratisch bestuur
Ambtelijke beleidsvrijheid (concept van discretion): eigenschap van feitelijke beslisser, kan op alle
handelingen betrekking hebben en gaat over feitelijke vrijheid van beslisser (geen juridische vrijheid)
waarom wordt ambtelijke beleidsvrijheid beperkt?
1. Recht is ambigue (dubbelzinnig): soms wordt in de wet BO vrijheid gegeven, maar vervolgens
weer afgenomen/ingeperkt (bijv. college legt boete op, maar amvb beslist hoogte)
2. Uitvoering uiteindelijk sterk geprotocolleerd: recht biedt ruimte, maar in uitvoering (bij
protocol/beleidsregels) zijn nadere regels gesteld bestuur perkt zichzelf in (zelfbinding)
3. Bestuur is afhankelijk van bijzondere expertise: ruimte bestuur wordt ingeperkt door
ingehuurde advisering die niet aan te vechten is
4. Organisatorische omgeving: bijv. ict-isering en managementsrapportages
steeds minder ambtelijke beleidsvrijheid, steeds meer regel is regel (waarom niet van regel
afwijken: kostenreductie, conflictmijding, politieke druk, fysieke onmogelijkheid)
Bureaucratic justice:
waarom is maatwerk leveren zo moeilijk?
Mashaw: besluitvormingsmodellen:
Model Doel Design besluitvorming Hoe beslissen?
Bureaucratische Het realiseren van Hiërarchische Feit + regel = beslissing
rationaliteit beleidsdoelen verhoudingen
Professionele Het tevreden stellen van Interpersoonlijke Beslissen als arts
rationaliteit cliënten controle (autonomie): (gericht op
kennis zit slechts bij welbevinden cliënt
beslisser en veel met een grote mate
intermenselijk contact, van autonomie)
moeilijk te controleren
Morele beoordeling Belangentegenstellinge Onafhankelijk (bijv. Regeltoepassing in het
n oplossen rechter) licht van het doel
, Week 3
Ordenend bestuur: hoe regel je betrokken burgers? interactieve besluitvorming en
burgerparticipatie
Besluitvormingsprocedures:
-planprocedures: over concreet besluit (vaak bestemmingsplan), sterk gejuridiseerd BO stelt
ontwerp ter inzage, belanghebbenden kunnen zienswijze indienen vaak wijkt besluit echter niet af
van ontwerpbesluit
-coproductie: participatie als doel (bijv. coöperatieve wijkraad), niet gejuridiseerd overheid is
afhankelijk van burger bij publieke diensten, participatiesamenleving, beleid verrijken, sociale
cohesie als beleidsdoel
Irvin en Stansbury: waarom zou je als burger meedoen aan besluitvorming?
kenmerken participanten en procesregels (onafhankelijke variabelen) hebben invloed op de
effecten van de inspraak (afhankelijke variabele)
-voordelen burgerparticipatie procedure:
Burger: overheid informeren en overtuigen en vaardigheden opdoen
Beslisser: burger informeren en overtuigen, allianties sluiten en legitimatie
-voordelen burgerparticipatie resultaat:
Burger: voorkeur verwezenlijken, controle uitoefenen en beter beleid
Beslisser: voorkeur verwezenlijken, kosten vermijden (want juridische procedures
vermijden) en beter beleid
-risico’s burgerparticipatie procedure:
Burger: kost tijd en opbrengst is onzeker
Beslisser: kost tijd en geld, mogelijk onvrede aanwakkeren en gevaar van
participatieparadox: negeren van reële belangen groep van participanten is zwakke
afspiegeling van samenleving (factoren/hulpbronnen als leeftijd en opleiding beslissen of je
mee doet of niet, stille meerderheid blijft ongezien)
-risico’s burgerparticipatie resultaat:
Burger: slechter resultaat door burgers met veel invloed
Beslisser: controle kwijt, mogelijk slecht besluit en minder budget over
participatie is zinvol als kosten laag en opbrengsten hoog zijn
Van Eijk en Steen: wanneer doen burgers mee?
-belang dat burger ergens aan hecht
-internal efficacy: hoe makkelijk is het om mee te doen?
-external efficacy: is het zinvol om mee te doen? hangt af van vertrouwen in instituties
percepties: hangt af van hulpbronnen: motivatie (altruïstisch of zelfgericht), sociaal kapitaal
(netwerken) en menselijk kapitaal (bijv. opleiding en inkomen) motivaties en capaciteiten
ervaring met deelname aan eerder proces bepaalt of je opnieuw deelneemt
Van Damme en Brans: effecten van participatie:
-kenmerken procedure: open of gesloten procesregels en ruimte om proces aan te passen
-effecten procedure: enrichment, conflict reduction
voor beste effect een combinatie van open en gesloten regels nodig en adaptief
procesmanagement: reageren op burger veel autonomie in procesdesign om deze op situatie aan
te laten sluiten
Week 4
Intermediërend bestuur: wie bepaalt inhoud van algemene regels?
-macht= potentiële invloed gedrag van een ander beïnvloeden in overeenstemming met eigen
doeleinden, gebaseerd op machtsbronnen: draagvlak, steun, middelen (geld, informatie etc.) en
bevoegdheden