1. Overzicht van de lidwoorden
2. Wanneer welke naamval?
3. Keuzevoorzetsels
4. Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
,Overzicht van de lidwoorden
Der-Gruppe
nv mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
1 der die das die
2 des ... s* der des ... s* der
3 dem der dem den ... n*
4 den die das die
Ein-Gruppe
nv mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
1 ein eine ein keine
2 eines ...s* einer eines .. s* keiner
3 einem einer einem keinen .. n*
4 einen eine ein keine
, Wanneer welke naamval?
Wanneer 1e naamval?
Onderwerp (HIJ)
Bij werkwoorden:
- Sein
- Bleiben
- Werden
Wanneer 2e naamval?
Bezit (VAN HEM) (zonder voorzetsel von)
Bij voorzetsels:
Duits Nederlandse vertaling
diesseits aan deze kant van
jenseits aan de andere kant/overkant van
mithilfe/mittels met behulp van
infolge met behulp van
anlässlich naar aanleiding van/ten gevolge van
wegen vanwege/wegens
oberhalb boven
unterhalb onder
während tijdens
trotz ondanks
außerhalb buiten
statt in plaats van
innerhalb binnen
Bij werkwoorden:
- Anklagen
- Beschuldigen
- Sich … bedienen
- Bedürfen
- Entbehren
- Sich … (er)freuen
- Sich … erinnern
- Gedenken
- Sich … schämen
- Verdächtigen
Wanneer 3e naamval?
Meewerkend/ondervindend voorwerp (AAN HEM/VOOR HEM)
Bij voorzetsels:
Duits Nederlandse vertaling
zu naar (plekken + personen)
entgegen tegemoet
gemäß overeenkomstig met
mit met
ab vanaf
aus uit
gegenüber tegenover