Nederlandse Samenvatting voor Statistiek Tentamen. H.1, 2, 3, 4, 5, 10, 8, 12, 19.
Premaster CIW, 9 behaald voor tentamen.
Samenvatting aan de hand van colleges & boek.
Samenvatting statistiek
Hoofdstuk 1
Kwalitatieve data: het testen van theorieën met taal
Kwantitatieve data: het testen van theorieën met getallen
Theorieën: Een verondersteld algemeen principe of verzameling van principes waarmee
waarnemingen verklaard kunnen worden en van waaruit nieuwe verwachtingen of hypotheses
opgesteld kunnen worden.
Hypothese: een voorspelling vanuit een theorie.
Falsificatie: het weerleggen van theorie of hypothese.
Je kan een hypothese nooit zeggen 100% bevestigen, maar wel voorspellen hoe waarschijnlijk een
theorie is.
Onafhankelijke variabele: de veronderstelde oorzaak
- De gemanipuleerde variabele (in experimenten)
Afhankelijke variabele: het veronderstelde effect
- De uitkomstvariabele
- Geobserveerd en niet gemanipuleerd (in experimenten)
Meetniveau ’s:
Categorische variabele: onderscheid maken naar afzonderlijke categorieën.
- Binaire of dichotome variabele: slechts twee categorieën
o Dood of levend
- Nominale variabele: meer dan twee categorieën
o Men is omnivoor, vegetariër, veganist of fruiteter
- Ordinale variabele: nominale variabele die logisch geordend kunnen worden.
o Studenten zakken, slagen, cum laude of summa cum laude halen voor examen.
o Mag geen gemiddelde berekenen. (je kan doen of het een interval schaal is)
Continue variabele: observaties krijgen score op meetschaal
- Interval variabele: gelijke intervallen op de variabele representeren gelijke verschillen in de
gemeten eigenschap.
o Verschil tussen 6 en 8 is gelijk aan het verschil tussen 13 en 15.
- Ratio variabele: gelijk aan interval variabele, maar ook de verhouding van scores moet
betekenis hebben.
o Score van 16 op een angstschaal betekend dat iemand twee keer zo angstig is als
iemand met een score van 8. (score 0 geen angst)
,(Interval - ratio: bij ratio is er een natuurlijk of echt nulpunt, zoals bij leeftijd, je begint als nul-jarige. Bij
temperatuur (interval) is nul graden Celsius geen natuurlijk nulpunt, want je kunt ook -1 en -11 graden
meten. Bij leeftijd kan dat niet, want je kunt niet -5 jaar zijn. Kalendertijd is een intervalvariabele omdat
het een arbitrair gedefinieerd nulpunt heeft.)
Mogelijke uitspraken interval en ratio:
Interval - ratio: vanwege dat echte of natuurlijk nulpunt bij ratio mag je zeggen dat 66 jaar twee maal
zoveel is als 33 jaar. Bij temperatuur in graden Celsius mag je niet zeggen dat 20 graden
twee maal zoveel is als 10 graden.
Meetfouten (error): het verschil tussen de werkelijke waarde die we proberen te meten en de
geobserveerde waarde.
- Voorbeeld: in werkelijkheid weeg je 80kg. Weegschaal geeft 83kg aan. De meetfout is 3kg.
- Je kan nooit iets 100% exact meten.
Geldigheid: een meetinstrument is geldig als het meet wat het beoogt te meten.
- Criteriumvaliditeit: de mate waarin een test daadwerkelijk gedrag kan voorspellen.
o Predicatieve validiteit: diploma VWO heb je dat wel nodig om aan universiteit te
studeren? (dit kun je nagaan)
o Concurrent validiteit: samenhang met al gevalideerd instrument . (Meet een ander
instrument hetzelfde)
- Inhoudsvaliditeit: mate waarin de inhoud van de test het beoogde construct representeert.
- Ecologische validiteit: mate waarin testresultaten geldig zijn buiten de testsetting.
o Bv. Niet alleen in laboratorium maar ook daarbuiten.
Betrouwbaarheid: mate waarin een instrument dezelfde uitkomsten produceert onder vergelijkbare
condities.
Test-Hertest betrouwbaarheid: de mate waarin een instrument dezelfde uitkomsten produceert als
dezelfde personen op twee verschillende tijdstippen worden getest. (weegschaal)
,Er is geen geldigheid zonder betrouwbaarheid!
Cross-sectioneel onderzoek: Deze term impliceert dat de data op één tijdstip worden
verzameld. Je observeert wat er in de wereld gebeurt zonder dat je daar als onderzoeker invloed op
uitoefent.
- Uitspraken over oorzaak en gevolg zijn moeilijk te maken (niet onmogelijk)
- Bv. Correlationeel onderzoek: je brengt observaties met elkaar in verband (correleert ze)
Er worden dingen in verband gebracht zonder dat er sprake is van oorzakelijkheid.
Experimenteel onderzoek: een of meer variabelen worden systematisch gemanipuleerd om het effect
daarvan op een uitkomstvariabele.
- Uitspraken over oorzaak en gevolg zijn te maken.
- Bv. Variantie-analyse: je vergelijkt gemiddelden
Experimentele onderzoeksdesigns:
Oorzaak en gevolg:
- Oorzaak en gevolg moeten op elkaar aansluiten in dezelfde tijdsperiode.
- De oorzaak komt voor het effect
- Het effect mag niet optreden zonder de aanwezigheid van de oorzaak.
Storende variabele: (derde variabele)
- Heeft een 3de (al dan niet gemeten) variabele mogelijk een effect op de uitkomstvariabele?
- Bv. Relatie tussen borstimplantaten en suïcide is schijnrelatie die verklaard wordt door
zelfwaardering.
- (Schijnrelatie)
Uitschakelen van storende variabelen
- Een effect moet aanwezig zijn als de oorzaak aanwezig is.
- Als de oorzaak afwezig is moet het effect ook afwezig zijn.
- Controleconditie: de oorzaak is afwezig
- Onder controle brengen van storende variabelen.
Methoden van dataverzameling:
- Between subject-design/independent samples: personen nemen deel aan één experimentele
conditie.
- Within subject-design/paired samples: personen nemen deel aan meer dan één experimentele
conditie.
o Voordeel: economisch d.w.z. minder subjecten
o Nadelen: leereffecten, vermoeidheid
Variatie:
Systematische variatie: verschillen in uitkomsten zijn het gevolg van een specifieke experimentele
manipulatie.
Willekeurige variatie: verschillen in uitkomsten zijn het gevolg van onbekende factoren.
- Meetfouten
Randomisatie en counterbalancing: minimaliseert willekeurige variatie.
Het analyseren van data:
Frequentieverdelingen (Histogram): een figuur waarbij de waarden van een variabele op de horizontale
als worden afgedrukt en met de
verticale staven worden de frequentie
van de geobserveerde waarden
weergegeven.
Belangrijke frequentieverdelingen:
Normaal-verdeling: je kan precies
berekenen hoe groot de kans is dat een
waarde tussen bepaalde waarden ligt.
- Klok of heuvelvormig
- Symmetrisch rond het centrum
, De curve laat de ideale vorm zien.
Scheefheid: Symmetrie van de verdeling
- Positieve scheefheid (rechtsscheef)
- Negatieve scheefheid (linksscheef) negatief getal
- Symmetrisch als scheefheid =0
Steilheid: hoogte van de verdeling
- Positieve kurtosis = steile verdeling (leptokurtic) (heavy tails)
- Negatieve kurtosis – platte verdeling (platykurtic) (light tails)
- Normaal als steilheid = 0
Centrale tendenties
Modus: de meest frequente score
- Bimodaal: twee modi
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rd-v. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.