A. Maak een observatieplan.
Ik ga mevrouw R observeren, Mevrouw R is 94 jaar en komt uit
Eemnes. Mevrouw heeft dementie en zit in de achterdochtige fase.
Mevrouw is een vrouw die vroeger hard heeft gewerkt. De aanleiding
waarom ik mevrouw ga observeren is als volgt mevrouw is steeds
vaker geagiteerd, hierbij kan ze boos worden, en verbaal agressief. Ik
ga mevrouw van een afstandje observeren dus niet participerend. Dit
ga ik doen met de ochtendzorg, na de ochtend zorg, en na het ontbijt.