Stijl en tijd Ontstaan Kenmerken schilderijen Onderwerp
Neoclassicisme Hernieuwde belangstelling Strenge compositie, koel/ helder kleurgebruik, 3 Uit de geschiedenis en klassieke
1770-1830 Grieken/Romeinen (klassiek) delen, belichting van buitenaf, eigen tijd, verhalen, propaganda (politiek)
verhoogde taillelijn, duidelijke lijnen. en gewone dingen.
Romantiek In Duitsland, als reactie op de Drukke compositie, emotie, gevoel, fel Actuele en niet actuele
1800-1890 industrialisatie en de kille, kleurgebruik, licht-donkercontrast. onderwerpen over de natuur en
stedelijke samenleving. de mens zelf. Belangstelling voor
verleden, exotische landen en
oosterse culturen. Verschil
Noord/zuid.
Realisme Invloed denkers en schrijvers: De werkelijkheid, geen
1870-1890 gewone mens komt in de schoonheid. Echte leven, wonen
belangstelling. en werken. Lijkt op romantiek,
maar de inhoud verschilt.
Impressionisme Tegen de ‘salons’ in Parijs in. Snelle toetsen, verf buiten gebruiken (tubes), Vastleggen wat je ziet (vluchtig),
1870-1890 kleurlakken direct naast elkaar, geen contourlijn, alledaagse onderwerpen,
schaduw heeft een kleur, afsnijding (fotografie). lichtweerkaatsing schilderen.
Post-impressionisme Raar vergaar bakje. 1 ding gemeen: er wordt gezocht naar een werkelijkheid die verder reikt dan het oog kan
waarnemen. Vormt de basis voor andere kunststromingen. Cézanne: gericht op vormen, ondersteund door kleur.
Saurat: onderzoek naar de werking van kleuren. Van Gogh: weergeven van persoonlijk doorvoelde wereld. Gaugain:
gevoelens en gedachten door symboliek, associaties en primitieve weergaven.
Pointillisme Schilders gingen zich Scherpe contourlijnen, figuren en profil,
1885-1905 bezighouden met kleur, kleine horizontale en verticale lijnen, geen interactie
ongemengde verftoetsen. tussen figuren, stipjes die in het oog mengen.
Symbolisme Niet tevreden met het Boven werkelijke,
1885-1900 uitbeelden van de zichtbare onverklaarbare, gevoelens,
werkelijkheid zoals het gedachten, mysterie.
impressionisme.
Jugendstil Staal en gietijzer werden als Bloemvormen, golvend lijnenspel, totaalkunst, Toegepaste kunst, vormgeving in
1890-1910 constructiematerialen met de hand gemaakt. samenhang met gebruiksdoel,
toegepast. Vernieuwde materiaal, fabricageproces en
vormgeving. versiering.
Expressionisme In Duitsland, jonge kunstenaars Onnatuurlijk felle kleuren, grove/dikke Levende mensen die ademen en
Neoclassicisme Hernieuwde belangstelling Strenge compositie, koel/ helder kleurgebruik, 3 Uit de geschiedenis en klassieke
1770-1830 Grieken/Romeinen (klassiek) delen, belichting van buitenaf, eigen tijd, verhalen, propaganda (politiek)
verhoogde taillelijn, duidelijke lijnen. en gewone dingen.
Romantiek In Duitsland, als reactie op de Drukke compositie, emotie, gevoel, fel Actuele en niet actuele
1800-1890 industrialisatie en de kille, kleurgebruik, licht-donkercontrast. onderwerpen over de natuur en
stedelijke samenleving. de mens zelf. Belangstelling voor
verleden, exotische landen en
oosterse culturen. Verschil
Noord/zuid.
Realisme Invloed denkers en schrijvers: De werkelijkheid, geen
1870-1890 gewone mens komt in de schoonheid. Echte leven, wonen
belangstelling. en werken. Lijkt op romantiek,
maar de inhoud verschilt.
Impressionisme Tegen de ‘salons’ in Parijs in. Snelle toetsen, verf buiten gebruiken (tubes), Vastleggen wat je ziet (vluchtig),
1870-1890 kleurlakken direct naast elkaar, geen contourlijn, alledaagse onderwerpen,
schaduw heeft een kleur, afsnijding (fotografie). lichtweerkaatsing schilderen.
Post-impressionisme Raar vergaar bakje. 1 ding gemeen: er wordt gezocht naar een werkelijkheid die verder reikt dan het oog kan
waarnemen. Vormt de basis voor andere kunststromingen. Cézanne: gericht op vormen, ondersteund door kleur.
Saurat: onderzoek naar de werking van kleuren. Van Gogh: weergeven van persoonlijk doorvoelde wereld. Gaugain:
gevoelens en gedachten door symboliek, associaties en primitieve weergaven.
Pointillisme Schilders gingen zich Scherpe contourlijnen, figuren en profil,
1885-1905 bezighouden met kleur, kleine horizontale en verticale lijnen, geen interactie
ongemengde verftoetsen. tussen figuren, stipjes die in het oog mengen.
Symbolisme Niet tevreden met het Boven werkelijke,
1885-1900 uitbeelden van de zichtbare onverklaarbare, gevoelens,
werkelijkheid zoals het gedachten, mysterie.
impressionisme.
Jugendstil Staal en gietijzer werden als Bloemvormen, golvend lijnenspel, totaalkunst, Toegepaste kunst, vormgeving in
1890-1910 constructiematerialen met de hand gemaakt. samenhang met gebruiksdoel,
toegepast. Vernieuwde materiaal, fabricageproces en
vormgeving. versiering.
Expressionisme In Duitsland, jonge kunstenaars Onnatuurlijk felle kleuren, grove/dikke Levende mensen die ademen en