PLP2 module 5 Borgen van kwaliteit en
veiligheid
Patiëntidentificatie
(Abulmajd, 2013)
Naam:
Studentnummer:
School: Hanzehogeschool, Groningen
Opleiding: Hbo-V
Leerjaar: PLP2 2020-2021
Stagelocatie: Treant, Scheper Ziekenhuis,
West 38 (cardiologie)
Werkbegeleider:
Docentbegeleider:
,Inhoudsopgave
1. Inleiding ........................................................................................................................................... 3
2. Aanleiding ........................................................................................................................................ 5
3. P6-methode ..................................................................................................................................... 5
3.1 Stap 1: Opstarten van het onderzoek ..................................................................................... 5
3.2 Stap 2: Inrichten van het onderzoek ....................................................................................... 7
3.3 Stap 3: Plan van aanpak........................................................................................................... 7
3.4 Stap 4: Uitvoeren van het project ......................................................................................... 12
3.4.1 Hoe luidt het protocol ‘patiëntidentificatie’? ............................................................... 12
3.4.2 Welke wet- en regelgeving is er omtrent patiëntidentificatie? .................................... 14
3.4.3 Hoe ziet de patiëntidentificatie er in de praktijk uit op West 38 en waarom verschilt dit
van het protocol? .......................................................................................................... 17
3.4.4. Wat is er nodig om de verpleegkundigen van West 38 volgens het protocol te laten
werken? ......................................................................................................................... 21
3.5 Stap 5: Opleveren van het projectresultaat .......................................................................... 28
3.5.1 Hoe wordt de interventie geïmplementeerd? .............................................................. 28
3.6 Stap 6: Afsluiten van het project ........................................................................................... 31
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 37
Bijlage A: Eerste enquête voor verpleegkundigen ................................................................................ 39
Bijlage B: Uitwerking van de eerste enquête voor verpleegkundigen .................................................. 40
Bijlage C: Checklist voor de patiënt ....................................................................................................... 45
Bijlage D: Uitwerking van de eerste checklists voor de patiënten ........................................................ 49
Bijlage E: Poster protocol ...................................................................................................................... 50
Bijlage F: Poster op de patiëntenkamer ................................................................................................ 51
Bijlage G: Stroomdiagram patiëntidentificatie ...................................................................................... 52
Bijlage H: Enquête eindevaluatie .......................................................................................................... 53
Bijlage I: Uitwerking van de enquête voor verpleegkundigen (Eindevaluatie) ..................................... 55
Bijlage J: Uitwerking van de checklists voor patiënten (Eindevaluatie) ................................................ 60
2
,1. Inleiding
In de opleiding hbo-V wordt er in het tweede, derde en vierde jaar 20 weken stage gelopen. In de
afstudeerfase worden de PLP2 (jaar twee) en de PLP3 (jaar drie) uitgevoerd. In deze afstudeerfase
wordt er gewerkt aan 7 modules die verdeeld worden over beide jaren. Tijdens de huidige PLP2 stage
is er voor gekozen om de volgende modules op eindniveau af te ronden: ‘Werken aan gezondheid’ en
‘Borgen van kwaliteit en veiligheid’. Aan de overige modules wordt aandacht besteed door de
persoonlijke ontwikkeling te koppelen aan de leeruitkomsten van deze modules. Hier wordt feedback
op gevraagd, waar vervolgens waarderingsformulieren voor worden ingevuld. Op deze wijze wordt
de persoonlijke ontwikkeling inzichtelijk. In de PLP3 worden de overige 5 modules afgerond:
‘Beargumenteren van zorg’, ‘Bevorderen van zelfmanagement’, ‘Regisseren van zorg’,
‘Voorbehouden handelingen’ en ‘Continu professionele ontwikkeling’. Deze laatste twee modules
zijn doorlopende leerlijnen van jaar 3 en 4.
De PLP2 stage wordt uitgevoerd in het Scheper Ziekenhuis van Treant, op de afdeling Cardiologie. Op
de afdeling cardiologie vinden opnames plaats van patiënten met hartaandoeningen. Het kan gaan
om een onderzoek, een behandeling, wachten op een behandeling in een ander ziekenhuis of om
observatie na behandeling. De patiënten worden klinisch opgenomen, of komen voor een dag
opname. In het laatste geval is er sprake van onderzoek of van behandeling dat volgt uit eerder
verricht onderzoek. De verpleegkundige zorg bestaat veelal uit protocollair werk, administratief werk
en regelwerk. Daarnaast is lichamelijke verzorging en psychosociale begeleiding van belang.
Belangrijke onderdelen zijn ook het observeren van de patiënt, het controleren van de vitale functies
en het objectief rapporteren van de observaties en bevindingen rondom de patiënt. Het doel is om
de patiënten weer zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren of om de kwaliteit van leven te
optimaliseren. De visie van de afdeling is “Optimale kwaliteit van zorg en maximale doelmatigheid.”
(Treant, 2020).
De visie van de afdeling is passend bij het doel van de afdeling. Uiteindelijk komt het er namelijk op
neer dat de patiënten optimale zorg ontvangen, zodat het dagelijks leven kan worden hervat in de
meest gezond mogelijke staat. De afdeling schenkt daarom veel aandacht aan de kwaliteit van zorg,
wat goed bij deze module past. In opdracht van het NIAZ QMentum worden er in 2020 maandelijks
18 VIR’s (vereiste instellingrichtlijnen) getoetst die in april 2021 officieel worden afgetoetst door
middel van een audit, waarbij alle VIR’s voldoende moeten zijn. Wanneer alle afdelingen deze audit
hebben behaald, krijgt het ziekenhuis de NIAZ-Qmentum accreditatie. De eerste VIR die met
onvoldoende werd beoordeeld is de ‘patiëntidentificatie’.
In dit hoofdstuk wordt de module ‘Borgen van kwaliteit en veiligheid’ uitgewerkt aan de hand van de
P6-methode. Middels deze methode wordt onderzocht hoe de patiëntidentificatie zich op de
afdeling uit en hoe de afdeling kan voldoen aan de regels van het NIAZ QMentum, mede door het
toepasbaar maken van het protocol ‘patiëntidentificatie’. Binnen deze module wordt er aan de
volgende leeruitkomsten gewerkt:
1. Past kennis van de voor kwaliteitszorg relevante wet- en regelgeving toe die van toepassing
is op de verpleegkundige beroepsuitoefening en de context waarin zij werkzaam is,
anticipeert hierbij op recente politiek/maatschappelijke ontwikkelingen van de zorg en de
financieel economische en bedrijfsmatige belangen van de instelling.
2. Toont vakinhoudelijk leiderschap en is zich bewust van het eigen voorbeeldgedrag inzake het
hanteren van veiligheidsnormen en geeft de grenzen van haar bevoegdheid en bekwaamheid
aan bij collega’s en zorgvragers.
3
, 3. Toont een positieve benadering van, en houding ten opzichte van, verander- en
verbetertrajecten en signaleert en analyseert op een methodische en kritische wijze
knelpunten (zoals (bijna)-incidenten) in het werk- en therapeutisch klimaat en geeft hier
onderbouwde adviezen over.
4. Implementeert onderbouwde adviezen ten behoeve van het verbeteren en borgen van de
kwaliteit van zorg.
5. Kan diverse methoden en relevante meet- en screeningsinstrumenten toepassen voor het
verbeteren, borgen en monitoring van resultaten van zorg, en werkt hierbij volgens de
vigerende richtlijnen van het veiligheidsmanagementsysteem (zoals veiligheidsbeleid,
infectiepreventie, medicatiebeleid, ergonomie, economie en ecologie).
Aan deze module zijn de volgende CanMEDS-rollen gekoppeld die zijn uitgelegd aan de hand van de
Stuurgroep Bachelor of Nursing 2020 (2015):
- Professional en kwaliteitsbevorderaar
Tot deze rol behoort dat de verpleegkundige de zorg monitort, meet en screent om goede
kwaliteit van zorg te borgen, dan wel te verbeteren. Ook behoort hiertoe dat de
verpleegkundige bijdraagt aan de kwaliteitssystemen van de organisatie en betrokken is bij
het toepasbaar maken en het uitvoeren van standaarden, richtlijnen, protocollen en
zorgtechnologie.
Deze module representeert deze competenties, aangezien de kwaliteit van zorg wordt
gemeten op het gebied van de patiëntidentificatie en wordt verbeterd door het toepasbaar
maken van het protocol ‘patiëntidentificatie’.
- Reflectieve EBP-professional
Tot deze rol behoort dat de verpleegkundige met een onderzoekend vermogen handelt, wat
leidt tot reflectie, EBP en innovatie. Ook behoort hiertoe dat de verpleegkundige meewerkt
aan bevordering en ontwikkeling van de beroepsgroep, van de eigen deskundigheid en van
die van collega’s door voortdurend kennis te zoeken en te delen en door te participeren in
praktijkgericht onderzoek.
In de module komt deze rol naar voren aangezien er een onderzoek wordt gedaan in de
praktijk naar het verbeteren van kwaliteit en veiligheid op de afdeling. Dit onderzoek betreft
de verpleegkundigen op de afdeling, maar is ook deel van de het team ‘kwaliteit en
veiligheid’ van Treant en daarboven weer van de overkoepelende organisatie NIAZ
Qmentum.
- Organisator
Onder deze rol valt dat de verpleegkundige leiderschap toont in het verpleegkundig
handelen en in de samenwerking met anderen. Zij weegt de verschillende belangen af,
waarbij de zorgvrager voorop staat. De verpleegkundige coördineert de zorg en neemt
verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de zorgvragers en medewerkers.
Deze rol is terug te zien in de module aangezien dit onderzoek samenwerking vraagt van de
verpleegkundigen om daadwerkelijk tot verbetering te komen. Hier moet een plan voor
worden opgesteld en uitgevoerd en is van belang om de veiligheid op de afdeling garant te
kunnen stellen.
4