Self@home: Recht: goederenrecht
Deel 1: Inleiding tot het recht
Deel 2: Verbintenissenrecht
Deel 3: Benoemde contracten (zelfstudie)
Deel 4: Goederenrecht
Deel 5: Zakelijke rechten en Zekerheden
Deel 6: Personen, familie en relatievermogensrecht
Deel 7: Nalatenschappen, schenkingen en testamenten
Deel 8: Bewijs
Deel 9: Verjaring
Goederenrecht
● Waarom bestaat recht ?
○ om een ordelijke samenleving mogelijk te maken
● Welk onderscheid kunnen we maken binnen recht ?
○ rechtssubjecten, natuurlijke personen van vlees en bloed
○ rechtsobjecten, ondernemingen en vennootschappen
● Soorten goederen:
○ materiële/lichamelijk vs immateriële/onlichamelijke
● Wat is het belangrijkste aspect bij bovenstaande vergelijking ?
○ zijn je goederen zintuiglijk waarneembaar ?
● Voorbeeld van materiële/lichamelijk vs immateriële/onlichamelijke goederen:
○ wagen=materieel lichamelijk goed
○ boek=materieel lichamelijk goed
○ copyright=immaterieel onlichamelijk goed
○ document van testament=materieel lichamelijk goed
○ rechten genoteerd in testament=immaterieel onlichamelijk goed
○ krantenwinkel=materieel lichamelijk goed maar de handelszaak op zich is
onlichamelijk aangezien er heel wat verschillende aspecten zijn
● Soorten goederen:
○ roerende vs onroerende goederen
● Welke 3 soorten onroerende goederen kennen we ?
○ onroerende goederen uit hun aard OF incorporatie
○ onroerende goederen door bestemming
○ onroerende goederen door het voorwerp waarop ze betrekking hebben
● Wat hebben die 3 soorten goederen gemeen ?
○ ze zijn onroerend, niet verplaatsbaar
● Wat zijn onroerende goederen uit hun aard/incorporatie ?
1
Deel 1: Inleiding tot het recht
Deel 2: Verbintenissenrecht
Deel 3: Benoemde contracten (zelfstudie)
Deel 4: Goederenrecht
Deel 5: Zakelijke rechten en Zekerheden
Deel 6: Personen, familie en relatievermogensrecht
Deel 7: Nalatenschappen, schenkingen en testamenten
Deel 8: Bewijs
Deel 9: Verjaring
Goederenrecht
● Waarom bestaat recht ?
○ om een ordelijke samenleving mogelijk te maken
● Welk onderscheid kunnen we maken binnen recht ?
○ rechtssubjecten, natuurlijke personen van vlees en bloed
○ rechtsobjecten, ondernemingen en vennootschappen
● Soorten goederen:
○ materiële/lichamelijk vs immateriële/onlichamelijke
● Wat is het belangrijkste aspect bij bovenstaande vergelijking ?
○ zijn je goederen zintuiglijk waarneembaar ?
● Voorbeeld van materiële/lichamelijk vs immateriële/onlichamelijke goederen:
○ wagen=materieel lichamelijk goed
○ boek=materieel lichamelijk goed
○ copyright=immaterieel onlichamelijk goed
○ document van testament=materieel lichamelijk goed
○ rechten genoteerd in testament=immaterieel onlichamelijk goed
○ krantenwinkel=materieel lichamelijk goed maar de handelszaak op zich is
onlichamelijk aangezien er heel wat verschillende aspecten zijn
● Soorten goederen:
○ roerende vs onroerende goederen
● Welke 3 soorten onroerende goederen kennen we ?
○ onroerende goederen uit hun aard OF incorporatie
○ onroerende goederen door bestemming
○ onroerende goederen door het voorwerp waarop ze betrekking hebben
● Wat hebben die 3 soorten goederen gemeen ?
○ ze zijn onroerend, niet verplaatsbaar
● Wat zijn onroerende goederen uit hun aard/incorporatie ?
1