Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
SAMENVATTING THEATERGESCHIEDENIS 1 €7,99
Ajouter au panier

Resume

SAMENVATTING THEATERGESCHIEDENIS 1

 15 vues  1 fois vendu

Volledige samenvatting (powerpoints, lessen en cursus) Zonder verplichte leesliteratuur! BA1 NL-TFL

Aperçu 4 sur 52  pages

  • 24 février 2022
  • 52
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
AichaS
1. Inleiding
1.1 Wat is theater?
1.1.1 Terminologie
 Zowel het gebeuren als de plaats noemt men theater/toneel
 Tinel = eetplaats voor gevolg
 Tineel = feestelijke bijeenkomst
 Termen als theater of tragedie komen ook voor buiten deze context
o Theater in maatschappij wel doorgedrongen versus bv. taal uit de poëzie
 Theater mundi = theater v/d wereld waarin men wereld vergelijkt met theater (metafoor, God is
regisseur)

1.1.2 Enkele kenmerken van theater
 Moeilijk om definitie van theater te vinden wel kunnen we naar kenmerken kijken:
1. Orale cultuur: je moet niet kunnen lezen om van theater te genieten
2. Visueel aspect
3. Term ‘drama’ = betekent gerichte handeling met inbegrip van tegenstand die overwonnen moet
worden
a. Drama tegenwoordig negatieve connotatie, maar betekent gewoon een gerichte handeling
4. Multimediaverschijnsel
5. Toneelspel = doordachte constructie waarvan uitvoering slecht mogelijk is o.b.v. aantal afspraken
tussen uitvoerders & toeschouwers
6. Conventies in theater die tijd & genre gebonden zijn
a. 4de wandfictie = doen alsof er nog muur is & publiek er niet is in moderne toneel soms nog
anders
i. Toneelstuk uit 2002 over oorlog in Rusland waar Tsjetsjenen binnengekropen waren,
bommen hadden geplaatst & publiek niet door had dat dit niet deel was van
theaterstuk
7. Zowel acteurs als toeschouwers nodig
8. Groepsgebeuren: collectief beleefd
9. Sociaal-culturele functie: brengt mensen samen (zeker vroeger: minder communicatiemiddelen)
10. Theater staat niet los van de maatschappij, maar reflecteert deze vaak


1.2 Problemen bij het beoefenen van
theatergeschiedenis
 Voorstelling bestaat alleen in het heden
 Object van onderzoek bestaat niet meer
 Wat is bewaard?
o Hoofd- & neventekst
o Afbeeldingen
o Stomme getuigen bv. mensen die stukken van theater getekend hebben
 Aspect performance haast niet meer te achterhalen
 Gedrag van publiek kan niet worden gereconstrueerd
 Interdisciplinariteit:
o Theatergeschiedenis binnen verschillende deelgebieden van geschiedenis bestudeerd,
afhankelijk van standpunt onderzoeker (cultuurgeschiedenis, sociale geschiedenis,…)
 Ook aandacht moet geschonken worden aan organisatie v/d samenleving & sociaal-maatschappelijk
systeem waarvan theater deel uitmaakt
 Elementen die onder loep moeten worden genomen
o Auteur


1

, o Tekst
o Opvoerende
o De opvoering
o Materiële omgeving niet altijd een grote zaal, soms ook rondgereden met auto
o Het publiek
o De omstandigheden waar, voor wie bv. in religieuze context
o Maatschappelijk culturele context


1.3 Oorsprong van het theater
 Primitieve dansen
 Religieuze rituelen/ceremonies vaak ook samen met iets wat je in het theater zou zien
 Feesten
 Kinderspel = imitatie, verbeelding zit in de natuur van de mens
 Maskers waar vanaf dat je ze op hebt je iemand anders bent bij bv. stammen


2. De Griekse Tragedie (circa 6de eeuw V.C.)
2.1 De oorsprong
 Waar het Westerse toneel begint

2.1.1 Religieuze oorsprong
 Tragedie = ‘zang van de bok/satyr’ of ‘bokkenzang’
 Satyrs deel vaan de cultus van Dionysos
o Dionysos/Bachus: God v/d wijn & feesten ook liederen gezongen en tragediën gespeeld
 Waarom heet zo’n toneelsoort dan tragedie/bokkenzang?
o Zang van als bokken of saters verklede zangers (maskers)
 Hebben paardenattributen
o Zang om de bok als eerste prijs voor de tragedie
o Zang die het verjagen & offeren van de ‘zondebok’ vergezelde threnos (klaaggezang)
o Bokken tonen wellust maar tragedie gaat zelden over wellust
 ALLEMAAL HYPOTHESEN
 Feesten voor Dionysos liggen aan basis v/d tragedie
o Koorgezangen & reidansen
o Dithyramben
 Inhoud van epos & tragedie gelijkaardig
 Tragedie heeft niet altijd een religieuze context

2.1.2 Vernieuwing door Thespis
 Volgens Herodotos: Arion van Methymna heeft in Korinthe (dus niet Griekenland) als eerste tragedies
laten opvoeren aan hof van Periander (dictator toen)
 Horatius: vernieuwing te danken aan Thespis
 Thespis won ook een bok in toneelwedstrijd
 Introduceerde de hypocrites
o = personage dat uitleg geeft bij het koor of vragen van het koor beantwoordt (een
verklaarder of beantwoorder)
o Introduceerde ook spel in proloog
 Onder Peisistratos: bloei van Athene op economisch & cultureel gebied liet in Athene bij stedelijke
Dionysusfeesten wedstrijden voor tragedies organiseren
 Onder Pericles: Athene geestelijk centrum van heel Griekenland veel groei van theater aan hem te
danken



2

,2.2 Tragediedichters
2.2.1 Aeschylos (Volgorde belangrijk, van oudste naar jongste!)
 De oudste
 Ook als militair actief

2.2.1.1 Werken
1. Perzen: Aan Perzisch hof wacht koor & koningin op bericht uit oorlog tegen de Grieken telkens
slecht nieuws geleverd, koning Xerxes zijn hybris is schuldig hieraan Darium voorspelde dit & als
Xerxes terugkomt klaagt het koor & de vorst
2. Thebe: broederstrijd tussen 2 zonen van Oedipus (Eteocles & Polynices) die elkaar betwisten over
heerschappij over Thebe 7 stadspoorten & 7 maal slecht nieuws als elke poort opgerukt wordt
broers doden elkaar
3. Oresteia: bestaat uit 3 chronologische stukken
a. Agamemnon (lezen, zie bijlage voor samenvatting)
b. De offerplengsters
i. Orestes komt met zijn vriend Pylades naar graf van vader Agamemnon koor van
offerplengsters samen met Elektra maakt offer op graf Orestes, die van Apollo
opdracht heeft om wraak voor vader te nemen, maakt zich bekend aan zuster
Elektra Orestes & Pylades vinden wraak bij paleis, worden nu achtervolgd
vluchten naar Delphi in hoop dat Apollo hen zal reinigen
c. Eumeniden
i. Apollo beschermt Orestes tegen Erinyen stuurt hem naar Athene waar Athena
speciale rechtbank instelt die moet oordelen wat het zwaarst weegt: eer uw moeder
of wreek uw vader Erinyen klagen Orestes aan, Apollo verdedigt hem Athena
stemt voor Orestes & gaat vrij

2.2.1.2 Thematiek
 Aeschylos zocht in mythen naar zin v/h leven & betekenis van rampen die mensen treffen
 Wereldorde bepaald door goden
 Eeuwige wetten hard voor mens maar rechtvaardig
 Begaat de mens hybris/trots/hoogmoed  godheid voert hem naar de ondergang
 Misdaad gaat als vloek over nageslacht tot iemand straf aanvaardt & boet

2.2.1.3 Dramatische techniek
 Uitvinder van gebonden trilogie & tetralogie
o Voor wedstrijden moest je trilogie indienen
 Voerde 2de acteur in: meer ingewikkelde actie mogelijk speelden meerdere rollen
 Handeling zeer eenvoudig & geconcentreerd bij begin of einde stuk tragedie speelt zich af op vrij
beperkte tijd
 Geen onverwachte wendingen
 Sterk gevoelsgeladen, maar eerder statische schildering
 Karaktertekening weinig genuanceerd

2.2.2 Sophokles
 In gouden eeuw geleefd van Griekse toneel
 Won 24 keer de dramatische wedstrijden
 Speelde aanzienlijke rol in politiek leven
 Verbonden met problemen van het ‘gewone volk’
 Zekere vroomheid

2.2.2.1 Werken
 Zou meer dan 100 stukken geschreven hebben
 7 tragedies bewaard


3

, 1. Antigone
a. Mythe rond Thebe: 2 broers hebben gestreden over vraag van wie koning mag worden
allebei dood Oom Kreon boos dat ze oorlog hebben gevoerd, verbied om ze te begraven
lijken overgeleverd aan vogels, geschonden lijk  doodstraf voor degene die waagt om hun
te begraven Antigone, de zus, wil hun begraven Antigone begraaft ze  Kreon gooit
Antigone in kerker & wordt levend begraven Haemon, lief Antigone & zoon Kreon is boos
Kreon smeken om zich te bedenken Antigone mag vrijkomen, maar blijkt dat ze al
zelfmoord gepleegd heeft, Haemon pleegt zelfmoord Moeder, Eurydice, pleegt ook
zelfmoord Kreon helemaal alleen
b. Grote vraag: moet je menselijke wetten naleven of goddelijke wetten naleven?
2. Elektra
a. Variant op verhaal van de offerplengsters: Elektra gaat samen met vrouwen offers brengen,
ontmoet daar Orestes smeekt Erinyen voor wraak voor vader & hoopt op terugkomst
Orestes
3. Philoctetes
a. Vrij goede afloop voor een tragedie
b. Gaat over Griekse strijder die mee naar Troye trekt heeft onoverwinnelijke boog gebeten
door slang & heeft wonde die niet wil genezen & heel hard stinkt wordt op onbewoond
eiland achtergelaten Troye heeft boog nodig, alleen dan kan Troy winnen Philoctetes
boos dat hij is achtergelaten sluwe Odysseus moet boog stelen zoon meegenomen van
Achilles, Neoptolemus liegt dat hij kwaad is op Grieken omdat vader dood is & stelt voor
om mee te gaan naar Griekenland voor wraak Philoctetes ziet Odysseus en heeft het
door wederzijdse sympathie tussen Neoptolemus & Philoctetes Odysseus wil zelf
ingrijpen maar Philoctetes dreigt boog te vernietigen Heracles verschijnt & beveelt
Philoctetes om mee te gaan, dan zal zijn wonde ook helen
4. Oedipus koning
a. Zelf lezen, zie bijlage voor samenvatting

2.2.2.2 Thematiek
 Tragiek is onmeedogend: hoofdpersonages met beste bedoelingen getroffen door afschuwelijkste
ongeluk (eigen schuld zonder dat ze dat beseffen)
 Grote waan waarin hij leeft & broosheid van geluk
 Mens kan bedoeling goden niet begrijpen toch moet hij buigen, geen vragen stellen & goden eren

2.2.2.3 Dramatische techniek
 3de acteur ingevoerd
 Handeling gebaseerd op tegenstelling
 Koor minder belangrijk, eerder om sfeer te scheppen geen deel meer van de handeling
 Vlak voor catastrofe figureert meestal een toneel dat valse hoop biedt ‘misschien is er nog een
oplossing’
 Soms deus ex machina
 Tragische ironie = personage weet minder dan het publiek & soms ook minder dan andere personages

2.2.2.4 Personages
 Over hoofdpersonage hangt dreiging van goden, maar koppig wil die toch bepaalde levenswaarde
realiseren soort eenzijdigheid, weten de ‘rechte en juiste’ weg
 Andere personages proberen hoofdpersonage van besluit af te brengen door
dreigementen/smeekbeden tevergeefs
 Hoofdpersonage klampen vast aan visie & besluit zonder te twijfelen rechtlijnig


2.2.3 Euripedes
 Jongste
 Soort kamergeleerde

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AichaS. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53068 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté