Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Groot worden: alles wat je nodig hebt om het examen te maken €4,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Groot worden: alles wat je nodig hebt om het examen te maken

 10 vues  1 fois vendu

Een samenvatting over de ontwikkeling van het kind. Van baby tot adolescent. In dit document staat alles wat je nodig hebt om het examen te maken.

Aperçu 10 sur 37  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 en 3 tot en met 7
  • 5 juin 2022
  • 37
  • 2021/2022
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (8)
avatar-seller
kyrameuwissen
Groot worden

De ontwikkeling van het kind: gewikt en gewogen
 Leerkracht zijn = omgang met kinderen centraal
 Tijdens interacties -> rekening houden met kenmerken van hun leeftijd
 Speel in op hun karakteristieken
 Elke fase bouwt voort op wat voorafging en legt bouwstenen aan voor de volgende
fase
 Als leerkracht
-> moet je een afwijking in de ontwikkeling identificeren
-> heb je de verantwoordelijkheid om de ontwikkeling te observeren
-> moet je als er een afwijking is dit tijdig signaleren en indien nodig professionele
hulp zoeken


Wat is ontwikkeling?
 = het veranderen van een aanwezige structuur
 Gedragsveranderingen
 Winst en verlies
->Verwerven van nieuwe mogelijkheden & verliezen van een bepaalde
functie/vaardigheid
Bv. Rond 1j leert de baby zelfstandig lopen -> lopen=gedragsverandering = nieuw
Als kind kon ze haar benen in haar nek leggen, nu ze ouder is kan ze dat niet
meer
-> verlies van lenigheid = gedragsverandering = verloren
 Levenslang proces
 Niet herhaalbaar -> voortgang

Wat is psychologie?
 Psychè = ziel logos = gedachte
 Het innerlijke leven en gedrag
 Ontwikkelingspsychologie = bestuderen van het gedrag, denken en het beleven
van mensen in de verschillende levensfasen

Hoe ontstaat ontwikkeling?
 Nature/nurture-debat = de natuur/de omgeving die de ontwikkeling bepaalt
o De natuur
- = je erfelijke aanleg
- Erfelijkheidsfactoren bepalen de ontwikkeling
o Het milieu
- = je omgeving
- Omgeving heeft actieve invloed
o De zelfbepaling
- Kiest zelf doelen dat zijn leven zinvol maakt
- Zijn eigen weg
- Richting geven aan eigen ontwikkeling
o Gulden middenweg
- Voornamelijk natuur of milieu die beïnvloedt?
 Naast nature en nurture is zelfbepaling ook belangrijk
 De 3 factoren beïnvloeden elkaar
-> dynamisch spel tussen aanleg en milieu
 Op bepaalde momenten kan een bepaalde factor een
doorslaggevende invloed hebben



Stromingen binnen ontwikkelingspsychologie

,o Psychodynamisch perspectief
- = het onbewuste van persoon centraal
- Freud en Erikson
- Gedrag beïnvloedt door innerlijke krachten en onbewuste driften
- Bv. adolescent met overgewicht
-> fixatie in de orale ontwikkelingsfase = fase waar baby’s met de
mond ontdekken
-> persoon wordt gedreven om te eten door de lust die hij dan
ervaart
o Behaviorisme
- = Observatie van waarneembaar gedrag in relatie tot
omgevingssituatie
- Watson en Skinner
- Externe -> prikkels in omgeving
- Afhankelijk van prikkels heeft iedereen een uniek en persoonlijk
ontwikkelingspatroon
- Conditionering
= door belonen/straffen het gedrag van een persoon
aanleren/afleren
- Bv. adolescent met overgewicht
-> krijgt onvoldoende beloning/geen beloning voor en gezond
voedingspatroon
-> positief gedrag blijft onbeloond
o Cognitivisme
- = denkprocessen, over hoe mensen informatie verwerken en welke
invloed dit denken heeft op het gedrag
- Piaget
- Informatieverwerkingstheorie = denken van een persoon
vergelijken met de elektronische verwerking van informatie door
een computer
- INPUT = opgenomen info
OUTPUT = meningen, oplossingen of gedragingen
- Neurobiologisch perspectief
 = interne mentale processen
 Neurologische activiteiten
= probleem oplossen, denkprocessen, …
 Door neurobiologie is autisme en dyslexie achterhaalt
- Bv. adolescent met overgewicht
-> heeft geen effectieve strategieën aangeleerd om op gewicht te
blijven
o Evolutionair of ethologisch perspectief
- = effect van biologische kenmerken op het gedrag
- Darwin -> survival of the fittest
- Lorenz -> ontdekking van menselijke erfelijkheidsleer
- Bv. adolescent met overgewicht
-> aanleg voor overgewicht -> overgeërft




o Contextueel of ecologisch perspectief

, - Verbindt verschillende componenten met elkaar
- Via probleemoplossende interacties -> wereld leren begrijpen
- Bronfenner -> bio-ecologisch model
-> verandering in het ene heeft effect p het andere
Bv. scheiding ouders -> effect op leren van het kind
-> veranderingen in het ene weingig gevolgen als andere delen niet
mee veranderen
Bv. antipestbeleid op school -> weinig effect als ouders thuis het
pestgedrag van broer of zus versterken
 Micro-omgeving = directe omgeving (gezin,vrienden, …)
 Mesosysteem = familie, vrienden van vrienden, medelln, …)
 Exosysteem = instututies (school,kerk, …), organisaties
 Macrosysteem = politiek, religie, …
 Chronosysteem = historische gebeurtenissen
- Bv. adolescent met overgewicht
-> ontwikkeld vanuit ongewoon belang dat gehecht wordt in het
gezin aan voeding
o Humanistisch perspectief
- = nadruk op unieke kwaliteiten die elk individu bezit
- Rogers -> individu heeft nood aan geliefd en gerespecteerd worden
- Maslow -> zelf-actualisatie = zijn potentieel volledig realiseren
o 1 visie/combinaties
- Afhankelijk van erfelijk materiaal, interesses, ervaringen en
omgeving

Hoe met ontwikkeling omgaan?
 Opvoeing heeft een belangrijke rol
-> kan op een postitieve/negative manier beinvoeden
o Zone van naaste ontwikkeling
- = de afstand tussen het feitelijke ontwikkelingsniveau (kind lost
probleem op zonder hulp) en het potentiële ontwikkelingsniveau
(probleemoplossen onder volwassen begeleiding)
- Rekinging houden met kennen en kunnen
- Steeds een beetje vooruit lopen
o Welbevinden en betrokkenheid
- 2 condities ten volle aanwezig -> enthousiast
- Welbevinden
 Basisbehoefte van het kind
 Gelukkig, plezier
- Betrokkenheid
 Intensiteit van je activiteit
 Concetratie, gedrevenheid




o Motivatie
- Psychologische basisbehoefte

,  Autonomie
 Competentie
 Relationele verbondenheid
- Autonomie motivatie = vrije keuze
 Intrinsieke motivatie = interesses
 Geïdentificeerde regulatie = persoonlijk zinvol
- Gecontroleerde motivatie = onder druk gezet
 Externe regulatie = beloning/straf
 Geïntrojecteerde relatie = schuldgevoel
- Autonomieondersteunende stijl
 Inzicht krijgen
 Empatisch meeleven
 Keuzemogelijkheden aanbieden
 Inspraak geven

Ontwikkelingsdomeinen
 Lichamelijke ontwikkeling = lichamelijke groei
 Motorische ontwikkeling = de bewegingen/motoriek
 Tekenontwikkeling = motorisch
 Perceptuele ontwikkeling = ontwikkeling van zintuigen
 Cognitieve ontwikkeling = ontwikkeling van het denken
 Taalontwikkeling = leren praten en beheersen van volwassentaal
 Spelontwikkeling = spelend leren kinderen
 Seksuele ontwikkeling = leren kennen van het eigen geslacht en verkennen van
het lichaam
 Sociaal-emotionele ontwikkeling = contact met andere
 Morele ontwikkeling = wat mag en wat mag niet
 Persoonlijkheidsontwikkeling = eigen identiteit, eigen ik-je leren kennen




De baby (0-1,5 jaar)
Lichamelijke ontwikkeling
 De groei loopt asynchroon -> verschillende delen in een verschillend tempo

,  6 maanden -> eerste tanden (onderste snijtanden)
 Voeding: - Melk (voornaamste tot 1j)
- Fruitpap (5 mnd)
- Groentepap (6mnd)
- Vaste voeding (1j) + eigen lepel + drinken uit beker
 Slaap = basisbehoefte: - Ontwikkeld lichamelijk als intellectueel
- Geen onderscheid dag en nacht
- 1ste mnd – 4de maand -> slaappatroon

Motorische ontwikkeling
Niet allemaal op dezelfde leeftijd + geen vaste volgorde

 Grove motoriek
o controle over het hoofd -> nek -> rug -> benen

 Fijne motoriek
o controle over de hele arm -> hele hand -> beweging vingers


 5 fasen:
o Het kijkstadium (0-3 mnd)
- Verkent wereld door kijken en observeren
- Volgbeweging -> hoofd + romp richten naar omgeving
o Het grijpstadium (3-6 mnd)
- Grijpen van belang -> wereld verkennen + manipuleren en zo te
begrijpen
- Bekijkt, betast, zuigt, bijt
- Evolutie reflex:
 2 mnd -> reflex losser
 3 à 4 mnd -> reflex verdwijnt -> doelgericht grijpen
 6 mnd -> object vastnemen = handgreep
 1j -> tanggreep = object helemaal omvatten met vingers +
rollen
o Het zitstadium (6-9 mnd)
- 9 mnd -> uit willekeurige positie => zelfstandige zithouding
- Lichamelijke rijping + spontane oefening voor nodig


o Het kruipstadium (9-12 mnd)
- Voorafgaande ontwikkelingsstappen:
 hoofd + bovenlichaam optillen
 stevigheid arm- + buik- + rugspieren
 evenwicht behouden
- 10 mnd -> vlot kruipen




o Het loopstadium (12-15 mnd)
- Voorafgaande ontwikkelingsstappen
 Overeind houden met & zonder hulp
 Rechttrekken
 Staan zonder steun
 Stappen aan de hand/vasthouden aan meubilair
- 13 à 15 mnd -> eerste pasjes zonder steun

,Tekenontwikkeling

 Handgreep -> tanggreep => potlood/pen vastpakken
 1j -> krabbelstadium:
 stelt niks voor
 plezier
 bewegingsspel
 motorische expressie
 noodzaak voor de ontwikkeling -> uitdrukking gevoelens

Perceptuele ontwikkeling
 Ontwikkeling van de zintuigen
o Zien
- Lichtgevoelig
- Ziet kleuren maar niet scherp
- 3-4 mnd visuele functies zoals bij volwassene
- Perceptuele constantie = neemt wereld waar als een
gestructureerd en samenhangend geheel
- Diepteperspectief:
visuele kloof -> ontwikkeld  erover

-> niet ontwikkeld = erover
o Horen
- Stemmen onderscheiden
- Voorkeursmethode (menselijk&instrumentaal/vrouwen&mannen)
- Onderscheid gesproken taal -> voorkeur eigen moedertaal
- Voorkeur hoge tonen
- Moeilijk onderscheid maken tussen achtergrondgeluid & geluid voor
hen bestemd
o Ruiken en proeven
- Voorkeur zoete geuren & vloeistoffen
- Borst vinden:
 De warmte van de borst
 Aanraking met tepel -> zoekreflex
 Geur van de borst
o Voelen
- Tastervaringen
 Warmt & kou
 Pijn
 Druk
- Mond = belangrijkste tastorgaan
- Met alle 5 de zintuigen




o Stimulerende omgeving
- 2 soorten reacties
 Oriënterende respons
= verhoogde alertheid + richten naar de bron
Bv. Een speeltje dat geluid maakt
Zacht praten tegen de baby
 Defensieve respons = kind trekt zich terug
Bv. Een pan die op de grond valt -> hard geluid
Plotselinge verandering in lichtintensiteit
- Omgeving rijk aan prikkels -> actief

, - Prikkels net even anders -> meest stimulerend
- Gewenning/habituatie prikkel -> reageert niet op prikkel
- Prikkel terug van weggeweest -> opnieuw aandacht
- Aandacht sterker? -> nieuw element!

Seksuele ontwikkeling
Gaat samen met andere ontwikkelingsdomeinen

o Kinderseksualiteit
- Ontdekken eigen lichaam met bijhorende gevoelens
-> aanraken + aangeraakt worden
-> eigen lichaam leren kennen + waarderen
- Aanraken en ontdekken van een ander
- Huidcontact -> vorm van koesteren -> gevoel veiligheid

o Volgens Freud
Kritiek: geen wetenschappelijke onderbouwing
- Kinderen doorlopen fasen
-> genot & bevrediging centraal
-> gericht op andere biologische functies
-> gericht op ander deel van het lichaam
- Verplaatsing genot:
1. Mond = orale fase (0-8 mnd)
-> zuigen, eten, beweging lippen, bijten

2. De anus = anale fase (18-36 mnd)
-> zindelijkheid

3. De genitaliën = fallische fase (3-6j)
-> liefde voor tegenovergestelde geslacht, vijandig voor
zelfde geslacht

4. Verstand = latentiefase (6-12j)
-> seksualiteit op achtergrond

5. Geslachtscontact = genitale fase (12-18j)
-> ontluiken van seksuele interesses

- Fixatie = gedrag dat in vorig ontwikkelingsfase is blijven
steken en nu gevolgen heeft voor de volgende fase




o Seksuele ontwikkeling baby
- Op pregenitaal niveau
-> geslachtsorganen minder belangrijk
- Directie behoefte bevredigd (eten, drinken)
-> prettig
- Aangenaam gevoel
-> zuigen aan de borst/fles, stem mama, huidcontact
- Aanraking
-> veiligheid, vertrouwen, houden van, waardering
- Evolutie:
 4mnd -> eigen lichaam vastpakken (tenen,voeten,...)
 1j -> onthoudt waar vorig aangenaam gevoel plaatsvond
zodat dit nu nog eens kan plaatsvinden

,Sociaal-emotionele ontwikkeling

 Vroege communicatie = belang voor emotionele banden later
 Beschikken over een natuurlijk aanvoelen en natuurlijke reacties
Bv. Als volwassene word je sterk aangetrokken door een baby waardoor hij de
baby aandacht en verzorging geeft
 Moeder en kind passen zich aan elkaar aan => groeiende interactie
 Geen contact => vroeg overlijden
 Liefde en aandacht = belangrijke must!!

o Hechting en gehechtheidsgedrag
- Hechting = emotionele band tussen mensen waarbij jij er alles aan
doet om zo dicht mogelijk bij die persoon te zijn zodat de relatie
blijft bestaan
- Ontstaan:
-> Door huilen, brabbelen roept de baby de verzorger zodat hij/zij
dicht bij de baby is => hechting
- Afhankelijk van responsiviteit ouders
-> veilige of onveilige hechting
-> verwachtingspatroon vertrouwen/wantrouwen

- Responsiviteit  positieve aandacht aan het kind
Bv. Het kind oppakken uit behoefte om ermee te spelen terwijl het
kind wil slapen, bevredigd eigen behoefte
-> gaat niet op wensen in van het kind -> niet responsief
- Sensitieve responsiviteit => veilige gehechtheid
- Ga altijd op behoefte in  verwennen
-> zo leren ze dat huilen of lachen een middel is om iets te
verkrijgen




o Gehechtheidstheorie volgens Bowlby
- Hechting = evolutionair principe van voortbestaan van de soort
- Imprinting = zo snel mogelijk weten wie zijn moeder is en wie hij
moet volgen
- Gehechtheid = het kind is erop bereid om de veiligheid bij de
opvoeder te realiseren
Bv. Als de opvoeder niet in de buurt is voelt het kind zich niet
veilig/angstig en zal dmv huilen om de opvoeder vragen.

- Gehechtheidswerkmodel
 Weerslag op persoonlijkheid kind
Bv. Als de behoefte van troost en veiligheid niet wordt
beantwoord door de opvoeder ontwikkelt het kind negatieve
gevoelens over de eigen waarde. Het kind voelt zich
afgewezen.

,o Gehechtheidspatronen
- 4 categorieën
 A = afstand
 B = basis
 C = contact
 D = desoriëntatie

- A-relaties = onveilige hechting
 = vermijdende gehechtheid
 Moeder ongevoelig voor uitdrukkingen van kind
 Kind weert lichamelijke aanhankelijkheid af
Bv. Als het kind valt zal het geen troost gaan zoeken bij de
ouder maar houdt het kind zich groot
 Deze kinderen zijn geremd in hun sociaal gedrag en
exploratie

- B-relaties = veilige hechting
 Het kind zal onrustig zijn als de moeder de vreemde ruimte
verlaat maar zal niet van streek zijn
 Moeder en kind zijn in harmonie met elkaar
-> kind heeft een heel open manier van doen
-> de moeder gaat sensitief in op wat het kind doet => ze
nemen na de korte scheiding de draad weer op
 Een kind dat hierin opgroeit heeft:
-> gezonde zelfzekerheid
-> verkent rustig en volhardend de wereld
-> vlotte sociale vaardigheden en interesse




- C-relaties = onveilige hechting
 = afwerende gehechtigdheid
 Ambivalent gedrag
= aanhalerig en contact zoekend/opvliegend en
onhandelbaar als ze hun zin niet krijgen
 Het kind is meteen in paniek als de moeder een vreemde
kamer verlaat en ontroostbaar als de moeder terugkeert
 Moeder reageert tegenstrijdig
-> reageert alert en goed
-> vergeet het kind/scheept het kind af (stel je niet aan)

- D-relaties = onveilige hechting
 = gedesoriënteerde gehechtigdheid
 Door stressvolle situaties in de war gebracht
-> kind voelt zich ongelukkig en loopt huilend weg van
ouders

, o Vreemden-/ 8-maandenangst en separatieangst
- 6 à 8 mnd
-> selectief in gehechtheidsrelaties
-> beperking tot familieleden met voorkeur de moeder
- Kind begint te huilen of klampt zich vast aan moeder
- Bewustheid aan- of afwezigheid
- Separatieangst als kind gescheiden wordt
-> uit angst op moeder te verliezen
- Hulpmiddelen
 Kiekeboespelletjes
 Verdwijnspelletjes

o Social referencing
- Doelbewust zoeken naar info over gevoelens van andere => de
betekenis van een situatie helder krijgen
- Maken gebruik van gelaatsuitdrukkingen van andere
Bv. Mama wil laten zien aan de familie dat het kind bravo kan.
Mama doet het voor en het kind doet mama na. Iedereen van de
familie klapt (hard geluid), het kind kijkt verwonderd naar mama.
Mama lacht naar het kind en het kind begint ook te lachen en klapt
opnieuw.




Cognitieve ontwikkeling volgens Piaget
= De ontwikkeling van het denken: hoe denkt een kind en waarom denkt het zo?
 Ervaring de motor van de cognitieve ontwikkeling
 Zelfsturend, zelf organiserend proces
 Zelfbepaling speelt doorslaggevende rol
 Vaste volgorde 4 periodes

o Sensori-motorisch stadium
- = zintuigelijk en motorisch handelen van de baby
- Geen interne denkactiviteiten -> handelen = denken
- Evolutie
 Pasgeborene:
-> beschikt over babyreflexen om zich zo aan te passen
(=adaptatie)
-> deelreacties combineren (verdere adaptatie)
Bv. Zuigen ontstaat door zuig-, zoek- en slikreflex
-> reacties treden steeds meer op bij meerdere prikkels

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kyrameuwissen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté