1. Inleiding
1.1. De ontwikkeling van het kind: gewikt en gewogen
- Stilstaan bij de karakteristieken van elke ontwikkelingsfase (leeftijden) binnen de
verschillende ontwikkelingsdomeinen
➔ Inzicht in wat voorafging en focussen op de bouwstenen voor de volgende fase!
1.2. Wat is ontwikkeling
= veranderen van lichaam & geest
= verwerven van nieuwe mogelijkheden
= verliezen van een bepaalde functie of vaardigheid
= proces
= voortgang
! Is geen momentopname
1.3. Wat is psychologie
= wetenschap die het kennen, denken, voelen & streven en het gedrag van de mens
bestudeert
Ontwikkelingspsychologie
= bestudeert hoe het gedrag, het denken en het beleven van mensen evolueert over de verschillende
levensfasen
1.4. Hoe ontstaat ontwikkeling
- Ontwikkelingsfactoren
➔ Nature (aanleg)
➔ Nurture (milieu)
➔ Zelfbepaling
1.5. Stromingen binnen de ontwikkelingspsychologie
- Chronologisch geordend
- Voortgevloeid als tegenreactie
1. Psychodynamisch perspectief
2. Behaviorisme
3. Cognitivisme
4. Evolutionair of ethologisch perspectief
5. Contextueel of ecologisch perspectief
6. Het humanistisch perspectief
1.5.1. Psychodynamisch perspectief
- Ontwikkeling is afhankelijk van nieuwe driften
- Freud (seksuele ontwikkeling) & erikson (persoonlijkheidsontwikkeling)
- Nature (aanleg)
- Vb. verklaring voor obese zijn: de persoon is in de orale fase blijven hangen (Freud)
1.5.2. Behaviorisme
- Ontwikkeling is afhankelijk van omgevingsprikkels
- Nurture (milieu)
- Kijkt vooral naar uiterlijk waarneembaar gedrag
,- Klassieke conditionering
➔ Experiment Pavlov (honden van Pavlov)
- Operante conditionering
➔ Straffen en belonen (zijn ervan overtuigd dat straffen en belonen werkt)
➔ Experiment Watson (baby, konijn, hard geluid) en Skinner (duif, Skinner box)
➔ Uitdoving als het gedrag niet meer voorkomt
➔ Relevantie voor KO
• Straffen en belonen
• Token-economy
• Time-out (opvoedingssituatie)
- Vb. verklaring voor obese zijn: de persoon krijgt onvoldoende of geen beloning voor een
gezond of goed voedingspatroon. Positief gedrag bleef onbeloond
1.5.3. Cognitivisme
- Ontwikkeling is afhankelijk van denkprocessen
- Piaget (cognitieve ontwikkeling)
- Kijken naar denkprocessen in het hoofd
- Actief werken aan cognitief vermogen
- Mens is computer ‘input’ mens gaat het verwerken ‘output’
- Nurture (milieu)
- Vb. verklaring voor obese zijn: de persoon heeft geen effectieve strategieën geleerd om op
gewicht te blijven. Hij of zijn hecht er ook weinig belang aan waardoor er niet over gedacht
of geleerd wordt
1.5.4. Evolutionair of ethologisch perspectief
- Ontwikkeling is afhankelijk van biologische kenmerken
- Survival of the fittest
- Mensen passen zich aan aan de omgeving
- Bowbly: eerste persoon die je tegenkomt is de persoon waar je bij moet blijven om te
overleven (inprenting)
- Darwin & Bowbly (sociaal-emotionele ontwikkeling)
- Vb. waarom slaat covid 19 bij sommige patiënten harder toe
- Nature
- Vb. verklaring voor obese zijn: de persoon heeft een genetische aanleg om obese te zijn
1.5.5. Contextueel of ecologisch perspectief
- Ontwikkeling is afhankelijk van de sociaal-culturele context
- Vygotsky & bronfenbrenner→ hoe met ontwikkeling omgaan
- Bronfenbrenner: opdeling van de omgeving in 5 niveaus
➔ Micro-omgeving = de directe omgeving: het gezin, vrienden, leerkracht
➔ Mesosysteem: familie, vrienden van vrienden, medeleerlingen, andere leerkrachten
➔ Exosysteem = instituties: scholen, kerken/ = organisaties: plaatselijke overheid, lokale
media
➔ Macrosysteem: politiek, religie, cultuur
➔ Chronosysteem: historische gebeurtenissen en veranderingen
- Nurture (milieu)
- Vb. verklaring voor obese zijn: de persoon is obese omdat ze in het gezin en omgeving veel
belang hechten aan eten
,1.5.6. Humanistisch perspectief
- Ontwikkeling is afhankelijk van unieke kwaliteiten en natuurlijk vermogen en motivatie/ is
afhankelijk van vrije wil
- Rogers & Maslow
- Zelfbepaling
1.6. Hoe met ontwikkeling omgaan
1.6.1. Werken in de zone van naaste ontwikkeling
- Vygotsky
- Goede pedagogische hulp loopt steeds een klein beetje voor op het feitelijke
ontwikkelingsniveau van het kind en streeft naar het potentiële ontwikkelingsniveau
- You’ll never walk alone in Vygotsky’s zone
1.6.2. Welbevinden & betrokkenheid als richtsnoeren
- Welbevinden: gelukkig voelen, plezier beleven, ontspannen, zelfverzekerd en energiek, in
voeling met jezelf
- Betrokkenheid: geconcentreerd, gedreven, op de grens van je mogelijkheden, opgeslorpt
- 1st welbevinden → betrokkenheid → ontwikkeling
- Zijn de voorwaarden voor ontwikkeling
- Zijn de kwaliteitsindicatoren voor onderwijs
1.6.3. Motivatie als motor voor leren en ontwikkeling
- Het belang van de psychologische basisbehoeften aan
➔ Autonomie: kunnen aansluiten bij eigen interesses, waarden en ideeën
➔ Competentie: gewenste activiteiten tot een goed einde kunnen brengen
➔ Relationele verbondenheid: positieve relaties kunnen opbouwen met anderen en zich
geliefd voelen
- Als deze behoeften bevredigd worden kan een kind autonoom gemotiveerd handelen
- Autonome motivatie = beste motivatie
= Sterke interesse, meer plezier in de taak, hoger welbevinden en minder angst
➔ Intrinsieke motivatie = gedrag komt voor omdat het kind de activiteit interessant of leuk
vindt
➔ Geïdentificeerde regulatie = het gedrag komt voor omdat het kind de activiteit
persoonlijk zinvol of relevant vindt
- Gecontroleerde motivatie
➔ Externe regulatie = het gedrag komt voor vanwege een beloning of straf
➔ Geïntrojecteerde regulatie = het gedrag komt voor vanwege schuld- of
schaamtegevoelens
- Taak van de ouders/leerkrachten: structurerend en autonomie ondersteunend optreden
➔ Structurerend: houvast beiden zodat het kind weet wat van hem/haar verwacht wordt
➔ Autonomie- ondersteunend: zonvolle en concrete uitleg geven aan het waarom van
regels – empathisch meeleven – keuzemogelijkheden aanbieden – inspraak geven
, 1.7. Het handboek in een notendop
1.7.1. De ontwikkelingsfasen
- De ongeboren baby, de geboorte en de pasgeborene
- De baby (0 – 1,5 jaar)
- De peuter (1,5 – 3 jaar)
- De kleuter (3 – 6 jaar)
- Het lagereschoolkind (6 – 12 jaar)
- De adolescent (12 – 18/25 jaar)
1.7.2. De ontwikkelingsdomeinen of – gebieden
- De lichamelijke ontwikkeling
- De motorische ontwikkeling
- De tekenontwikkeling
- De perceptuele ontwikkeling
- De cognitieve ontwikkeling
- De taalontwikkeling
- De spelontwikkeling
- De seksuele ontwikkeling
- De sociaal-emotionele ontwikkeling
- De morele ontwikkeling
- De persoonlijkheidsontwikkeling