Dit document bevat een 10tal oefen examenvragen met een duidelijk geformuleerd antwoord bij. Het geeft een duidelijk beeld over hoe het examen er kan uitzien. Er zijn zowel open- als gesloten vragen worden uitgebreid besproken.
1.Wat wordt binnen de economische wetenschap bedoeld met ‘het probleem van
schaarste’? Hoofdstuk 1
a. Jonge economieën kennen schaarste, maar meer ontwikkelde economieën
overwinnen het schaarste probleem.
b. Soms zijn er bepaalde producten niet meer voorradig en worden er hoge
prijzen betaald.
c. Het groot toekomstig tekort aan grondstoffen.
d. De behoeften zijn onbeperkt en de middelen onvoldoende om deze allen te
bevredigen.
- D
2.Welk is een collectief goed? Hoofdstuk 1
a. Een zwembad in de eigen tuin waar veel vrienden uit de buurt welkom
zijn.
b. Gezaagd hout in de meubelfabriek dat wordt gebruikt voor de productie
van schoolbanken.
c. De wagen van de taxichauffeur.
d. Een oude dijk naast de rivier.
- D
3.In welk van de volgende situaties wordt hout gerekend als intermediair goed?
Hoofdstuk 1
a. Hout dat gebruikt wordt als brandhout in de open haard.
b. Hout dat naar Nederland wordt uitgevoerd.
c. Hout dat door een fabrikant verwerkt wordt tot pallets.
d. Tropisch hout dat bij schaarste door een speculant wordt opgekocht.
- C
4.Er moet aan 4 voorwaarden voldaan zijn om van een perfecte competitieve
markt te kunnen spreken. Welke van de 4 onderstaande voorwaarden hoort daar
niet bij? Hoofdstuk 2
a. Er is een markttransparantie. Iedereen heeft zicht op het economisch
gebeuren.
b. Marktatomisme, er zijn veel producten en consumenten.
c. De toegang tot de markt is enkel toegankelijk als een producent beschikt
is over een zeldzame technologie.
d. Het betreft homogene producten.
- C
5. De groei van de economie is onder meer te verklaren door een sterke stijging
van de arbeidsproductiviteit. Welke sector heeft in de moderne geschiedenis
slechts een kleine stijging van de arbeidsproductiviteit gekend? Hoofdstuk 2
a. De landbouwsector
b. De auto-industrie
c. Het scheepstransport
d. De horecasector
, Extra vragen Welvaart, Ongelijkheid en Armoede
6. Duidt de juiste bewering aan. Hoofdstuk 2
a. Bij de consumptie van een collectief goed, worden andere consumenten
automatisch uitgesloten.
b. De productie van een collectief goed wordt het best gefinancierd door de
betrokken consumenten vrijwillig te laten bijdragen.
c. Het is altijd gemakkelijk om iemand uit te sluiten van de consumptie van
een collectief goed.
d. Een goede overheidsreglementering is essentieel om de consumptie en
productie van collectieve goederen correct te laten verlopen.
- D
7. Een onderneming koopt voor € 1 000 000 grondstoffen en intermediaire
goederen en betaald € 1 000 000 aan lonen. De geproduceerde output wordt
verkocht voor € 2 500 000. De totale bijdrage van die onderneming tot het BBP
bedraag (lonen spelen geen rol): Hoofdstuk 3
a. €1 500 000
b. €2 500 000
c. €1 000 000
d. €2 000 000
- A
8. Om de economische prestatie van de wereld over de tijd heen en tussen de
verschillende landen te meten, gebruiken we: Hoofdstuk 3
a. Het overheidsbudget per inwoner van de verschillende landen.
b. De tijd die iedere boer nodig heeft om 1 ton graan te produceren.
c. Het totale BBP, aangepast aan de inflatie.
d. Het BBP per inwoner, aangepast met de koopkrachtpariteit.
- D
9. Welke uitspraak over de economische kringloop is correct? Hoofdstuk 3
a. In ruil voor de levering van productiefactoren ontvangen gezinnen lonen
en transferinkomsten.
b. De overheid haalt haar inkomsten voor de financiering van de collectieve
goederen voornamelijk uit de winst die gemaakt wordt bij de
overheidsbedrijven.
c. De economische kringloop geeft weer wat een land max. kan produceren
aan goederen van een schematisch model van de werking van de
economie.
d. Naast de bedrijven doet ook de overheid beroep op de productiefactoren
van de gezinnen.
- D
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur geukenskato. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.