Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting straf(proces)recht I (behaald cijfer: 9,0) €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting straf(proces)recht I (behaald cijfer: 9,0)

 17 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Zoek niet verder! Deze samenvatting Straf(proces)recht I is compleet en perfect! Met deze samenvatting heeft u in één klap de kern van de stof te pakken. Met behulp van deze stappenplannen – in combinatie met uw eigen voorbeelden uit de werkgroepen en het college – bent u in staat een fraai c...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 27  pages

  • 27 avril 2023
  • 27
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
JUR-2STR1 - Straf(proces)recht 1 – 8EC: samenvatting werkgroepen & tutorials

Week 1: introductie stof
Kennisclip voorvragen art. 348 Sv
De formele vragen/voorvragen:
1. Is de dagvaarding gelding? Fungeert als de grondslag voor de terechtzitting en moet
voldoen aan de eisen:
a. Externe eisen: persoonsaanduidingsfunctie (naam verdachte), oproepingsfunctie (5:85 Sv: waar en
wanneer verschijnen voor de rechter?).
b. Interne eisen: informatiefuncite (melden dat verdachte bepaalde rechten heeft), beschuldigingsfunctie
(dat de verdachte weet waarvan hij beschuldigd wordt: de tenlastelegging met tijd, plaats, feit en
wettelijk voorschrift moet in dagvaarding staan).
Indien niet voldaan aan de eisen of vb. betekening: dan nietigheid van de dagvaarding.
2. Is de rechter bevoegd? Onderscheidende elementen:
a. Absolute competentie: welk type rechter is bevoegd? (Wet op de RO en WvSv);
b. Relatieve competentie: welk assonrissement is bevoegd? (WvSv art.2 t/m 6).
Indien niet voldaan dan: onbevoegdheid van de rechter.
3. Is de OvJ ontvankelijk, dan wel de A-G in hogerberoepzaken? Relevant zijn de
vervolgingsbeletselen:
a. Uit de wet: vb. 681 Sr, 69 Sr, 486 Sv, 101 Sr.
b. Als sanctie op ernstige vormverzuimen (3591 Sv; een uiterste sanctie voor uitzonderlijke gevallen),
moet wel grof zijn, andere sancties zijn dan bewijsuitsluiting of strafvermindering.
Indien niet voldaan dan: niet ontvankelijk van de OvJ in de vervolging.
4. Is er redenen voor schorsing van de vervolging? Redenen staan vermeld vanaf art. 14 Sv.

Preliminair verweer: art. 283 Sv.
Kennisclip hoofdvragen art. 350 Sv
De hoofdvragen volgen de voorwaarden voor strafbaarheid: Het strafbaar feit is opgebouwd uit (1)
een menselijke gedraging (2) die voldoet aan een geldige wettelijke delictsomschrijving (3) en deze
moet wederrechtelijk en (4) aan de schuld van de verdachte te wijten zijn. Dán kom de vraag pas
aan de orde welke straf moet worden opgelegd.
1. Is het tenlastegelegde feit bewezen?
- De rechter is op basis van de grondslagleer gebonden aan de tenlastelegging; er wordt gekeken
naar de letterlijke tekst.De rechter moet bewijzend dat de menselijke gedraging zoals opgenomen
in de tenlastelegging ook daadwerkelijk zo heeft plaatsgevonden.
Indien niet kan bewijzen: dan vrijspraak.
2. Is het strafbare feit te kwalificeren?
- De rechter dient het bewezenverklaarde juridisch te duiden: hij moet aangeven of het
bewezenverklaarde voldoet aan een delictsomschrijving. Dit heet kwalificeren en is terug te
voeren naar het legaliteitsbeginsel. Redenen om niet te kwalificeren: vergeten opnemen
bestanddeel, problemen omtrent de bepaling (strijd hogere bepaling, verlopen bepaling:
onverbindende bepaling), feitelijke omstandigheden komen niet overeen met de geïnterpreteerde
delictsomschrijving.
Indien niet te kwalificeren: OVAR.
3. Is de dader strafbaar?
- Is het bewezenverklaarde strafbare feit wederrechtelijk en verwijtbaar. Is er sprake van een
rechtsvaardigingsgrond resp. schulduitsluitingsgrond. Meestal zijn ze elementen, dan leidt dit tot
OVAR. Indien het als een bestanddeel is opgenomen in de delictsomschrijving, dan vrijspraak. Bij
culpoze delicten kom je uit op vrijspraak. Denk ook aan: 39 Sr misschien geen straf, maar wel:
3522Sv.
4. Welke sanctie wordt er opgelegd?
Wordt er een staf en/of maatregel opgelegd (art. 350, eind) óf een rechterlijk pardon (9a Sr).


Literatuur
De term strafrecht wordt wel gehanteerd als verzamelnaam van drie grote deelgebieden: materiële
strafrecht, strafprocesrecht en het penitentiaire recht alsmede internationaal strafrecht, het
jeugdstrafrecht, het militair strafrecht en verschillende vormen van bijzonder strafrecht zoals
economisch- en verkeersstrafrecht.

De opstellers van de mvt gebruiken de term ‘gematigd accausatoir’ in verband met het
laatstegenoemde gebruikte systeem waarmee wordt gedoeld op de tegenstelling tussen het
accusatoire en het inquisitoire proces. In het accusatoire proces strijden twee gelijkwaardige
partijen met elkaar ten overstaande van een lijdelijke, passieve rechter die zich beperkt tot
vervulling van de rol van scheidsrechter; hij ziet toe dat de partijen de regels van het processuele
spel in acht nemen. In het inquisitoire proces is justitie actief op zoek naar de waardheid. Hier
verschijnen vervolgen en een beschuldigende tegenover elkaar. Die beschuldigde is geen
gelijkwaardige procespartij, maar object van onderzoek. De justitie is in dit proces bekleed met
allerlei bevoegdheden die inbreuk maken op anders door het recht gewaarborgde rechten.

, Het strafproces is geen accusatoir proces, omdat de strafvorderlijke overheid op de burger
dwangmiddelen kan toepassen, hem kan beschudigen op basis waarvan de rechter een
sanctie kan opleggen , terwijl het omgekeerde niet kan. Men kan beter spreken van
gematigd accusatoir, omdat de verdachte in de beginfase vooral obect van onderzoek is en
als zodanig de uitoefening van dwangmiddelen heeft te dulden. Hij heeft daarbij overigens
wel bevoegdheden om zich weer te stellen tegen de hantering van dwangmiddelen ten
opzichte van hem.

Tijdens het o.t.t. heet het proces – mede onder invloed van de werking van art. 6 EVRM –
een meer accusatoir karakter; dan wordt de verdachte in hoofdzaak op gelijke voet met het
openbaar ministerie behandeld: hoor en wederhoor, máár geen gelijke procespartijen. Want
de verdachte kan de dwangmiddelen op zijn berut niet op het openbaar ministerie gaan
toepassen of een reconventionele vordering indienen. De strafvorderlijke overheid moet
daarom extra zorgvuldig zijn bij het toedelen en hanteren van bevoegdheden, want de
burger heeft in een rechtsstaat allerlei rechten die niet zomaar opzij gezet mogen worden:
(1) verdachte is en blijft burger, (2) verdachte kán onschuldig zijn.

Het gematigd accusatoire karakter kan aan betere waarheidsvinding bijdragen: er is ook
voor wat vóór de verdachte spreekt i.p.v. dat de strafvorderlijke overehid slechts zoekt naar
dat wat de beschuldigde belast. De door de overheids ingenomen standpunt blijft ook bij
nieuwe wijzigingen in stand gehouden.

Het hoofddoel van het strafprocesrecht is het regelen van de schakel tussen het strafbaar feit en de
door de rechter – en soms ook door de ovj – op te leggen strafrechtelijke sanctie. Het
strafprocesrecht heeft zelf als hoofddoek de juiste toepassing van het materiële strafrecht te
realiseren, opdat schuldigen (kunnen) worden gestraft en onschuldigen niet. Daarnaast zijn er
nevenfuncties, te weten:
1. speciale preventie: reeds van het enkele terecht-staan of de enkele toepassing van
dwangmiddelen kan een nuttig preventief effect op deverdachte uitgaan.
2. generale preventie: derden ervaren dat verdachten in een strafproces worden betrokken,
dat dwangmiddlen op hen worden toegepast, dat zij moeten terechtstaan. Dat kan hen
aanzetten tot normconform gedrag.
3. Voorkomen eigenrichting: voorkomen dat de burger medeburgers zelf met door het
recht verboden middelen de verdachte te lijf gaat doordat de overheid niet tegen strafbaar
gedrag opkomt. Dit betekent overigens niet dat burgers helemaal niet mogen opkomen:
art. 53, 9525 en 160 Sv.
4. Orde scheppen: met het strafprocesrecht kan maatschappelijke onrust worden
gekanaliseerd zodat gevoelens kunnen worden gezuiverd van onveiligheid en de angst om
in de steek gelaten worden.
5. Genoegdoening slachtoffer: het strafproces verschaft het slachtoffer gelegenehdi voor
participatie in het strafproces (vordering schadevergoeding, spreekrecht) zodat het
slachtoffer genoegdoening ervaart.

Het Wetboek van Strafvordering is aan een grote moderniseringsoperatie onderhevig waarbij het
zal bestaan uit acht boeken [Corstens, p. 15]. De aanleidingen betreffen vijf ontwikkelingen:
1. Doelstelling strafproces zijn verbreed: nevendoelstellingen nemen belangrijkere plaats zin.
- Erkenning van het slachtoffer als procesdeelnemer en zijn catalogus aan rechten.
- Toegenomen aandacht voor rechten, vrijheden en plichten van andere personen dan de
verdachte.
2. Wijziging van de aard van de criminaliteit alsmede het strafrechtelijk sanctiepakket.
Vb. opkomst georganiseerde criminaliteit, wijzigende afdoeningsmodaliteiten etc.
3. De veranderende rolverderling tussen de strafvorderlijke actoren.
Vb. rol rechter-commissaris (vooronderzoek, onderzoeksrechter) en ovj (volledige leiding
opsporings-onderzoek alsmede afdoening),
4. De internationalisering van de strafrechtspleging.
Vb. op gebied van rechtshulp en internationale opsporing.
5. De ontwikkeling en de beschikbarheids van nieuwe technieken.
Vb. digitalisering opsporingsbevoegdheden en informatie-uitwisseling binnen de
strafrechtspleging.

De consequenties hiervan: Sv is momenteel onverzichtelijk geworden, burgers beschermen tegen
gevaren en risico’s omdat zij – als gevolg van de ontwikkeling van de verzorgingsstaat – mondiger
zijn geworden.
De hoofdbeginselen, zoals vastgesteld in 1926, worden echter niet losgelaten. Dit is interessant
omdat men in vergelijk met de vijf ontwikkelingen twee verschuivingen ziet:

, 1. De van oorsprong dominante rol van de rechter is kleiner geworden, maar die van je ovj is
juist groter geworden. Denk aan: verantwoordelijkheid vooronderzoek, strafbeschikking.
2. Van oorsprong was het Sv gericht op het versterken van de rechtsbescherming van de
verdachte, maar tegenwoordig gaat het meer op het voorzien in een duidelijk geregelde
rechtspositie van verschillende aan het strafproces deelnemende actoren. Vb. verdachte
heeft niet alleen rechten, maar draagt nu ook meer eigen verantwoordelijkheid.




Week 2: relatie controle en opsporing, aanwenden van
strafvorderlijke beslissingen c.q. controlebevoegdheden
Kennisclip: inzet van controlebevoegdheden in het strafprocesrecht
De sfeerovergang: van bestuursrechtelijke bevoegdheid (controle) naar strafvorderlijke
bevoegdheid (opsporing:132a Sv !!). Varianten hiervan zijn:
- Zuivere sfeerovergang: overgang op basis van dezelfde wet. (vb. Wvw -> Wvw)
Dit is toegestaan en niet problematisch. Die controlebevoegdheid is er nou juist voor de
inzet van de strafvorderlijke bevoegdheid. Een voorwaarde is dat:
(a) het ambt dat de bevoegdheden uitvoert moet voor beide bevoegd zijn.

- Voortgezette toepassing: overgang op basis van een andere wet. (vb. Wvs ->
Opiumwet)
Ingevolge HR Geweer toegestaan, mits voldaan aan twee voorwaarden:
(a) het ambt dat de bevoegdheden uitvoert moet voor beide bevoegd zijn.
(b) het ambt mag géén misbruik maken van de bevoegdheid (detournement de
pouvoir). (=‘toevallig aanw.’)

De sfeercumulatie de bestuursrechtelijke bevoegdheid (controle) wordt ingezet om op te sporen
(132a Sv !!). Dit is problematisch, omdat een bestuursrechtelijke bevoegdheid voor een ander doel
dan de controle wordt ingezet. Ingevolge HR Controle en opsporing is dit toelaatbaar, mits voldaan
aan 3 voorwaarden:
(a) het ambt dat de bevoegdheden uitvoert moet voor beide bevoegd zijn.
(b) de bestuursrechtelijke bevoegdheid mag niet uitsluitend ten behoeve van de
opsporing zijn toegepast.
HR Dynamische verkeerscontrole: indien controlebevoegdheid daadwerkelijk is uitgeoefend,
mag worden aangenomen dat deze in ieder geval mede ter controle is ingezet. Bijv. rijbewijs
controleren volstaat.
(c) de waarborgen van de verdachte zijn in acht genomen.
Voor het bestuursrecht geldt de medewerkingsplicht. Voor het strafrecht het cautie.

Een praktijkvoorbeeld is HR Dynamische verkeerscontrole: politie rijdt over staat en ziet een dure
BMW rijden met twee mannen erin van buitenlandse afkomst. De politie achtte de BMW te duur
voor de wijk. Deze drie factoren maakten hen een opvallende combinatie voor de politie. Bij het
natrekken van het kenteken blijkt dat deze van een BV is die bekend staat zich met niet-legale
zaken bezig te houden. Dan volgt:
- Bestuursrechterlijke bevoegdheid: een controle op basis van de Wegenverkeerswet.
Rijbewijs wordt bekeken en agenten vragen of ze de kofferbak mogen inzien.
- Strafvorderlijke bevoegdheid: de opsporing op basis van de Opiumwet.
In de kofferbak ligt een zak met hennep.
De verdediging voert aan dat hier sprake is van detournémant de pouvoir (machtsmisbruik), omdat
de agenten de bestuursbevoegdheid alleen zouden aanwenden om de opsporingsbevoegdheid te
kunnen gebruiken. Hoge Raad stelt van niet, want het rijbewijs wordt bekeken zodat het optreden
van de politie rechtmatig is.
(!) De controlebevoegdheid mag niet in overwegende mate zijn aangewend op basis
van ras of hun godsdienst of levensovertuiging. [I.c. ging het om] het (dure) type
auto, de wijk waarin de auto reed en de firma die als kentekenhouder van de auto stond
geregistreerd, [zodat] […] daarvan in het onderhavige geval niet [is] gebleken.

Resumé: met behulp van de bestuursbevoegdheden kan het opsporingsonderzoek veel eerder
aanvangen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SamenvattingenVanDavid. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter