Les 1 : Door een andere bril
1.1 Intro : onze bril op de wereld
Taal is niet zomaar een spiegel, maar een blik op de wereld : het bepaald onze blik op die wereld en
construeert hoe wij kijken
Brillen
- boek ‘On Looking’ - Alexandra Horowitz : ‘Hoe kijken verschillende mensen naar de stad,
naar de wereld?’
ze beschrijft verschillende brillen dat mensen kunnen opzetten, het idee dat
verschillende mensen anders kijken : kunstenaar, socioloog… kijken allemaal anders
naar de straat en zien andere dingen
quote : “I aimed to knock myself awake. I took that walk “around the block”—an
ordinary activity engaged in by everyone nearly everyday—dozens of times with
people who have distinctive, individual, expert ways of seeing all the
unattended,perceived ordinary elements I was missing. Together, we became
investigators of the ordinary, considering the block—the street and everything on it
—as a living being that could be observed.”
déformation professionnel : de neiging om te kijken vanuit het perspectief van zijn
functie
waar we aandacht voor hebben : iedereen vertelt een ander verhaal
keuze voor een andere taal : bv. benoemen in bepaald jargon (vb. een geoloog gaat
andere taal gebruiken dan kunstenaar wanneer die over de stad praat)
- Citaat - Kenneth Burke : “A way of seeing is also a way of not seeing - a focus upon object A
involves a neglect of object B.” = een manier van zien, wil zeggen dat je andere dingen
uitsluit, vb. kaart : uitsluiten van hoogteverschillen
iets benoemen in taal = competentie & blinde vlekken
Kaarten als representatie
- Stel, je reist naar San Francisco. Op je kaartje is het vijf straten van het hotel naar het
museum. Je denkt dit wel op enkele minuten te kunnen doen : ‘Waarom heb je ongelijk?’ =
bergop
vraag stellen : ‘Voor wie zijn deze stadskaarten eigenlijk gemaakt? Welke doelen
hangen er aan vast?’ (= vooral voor automobilisten) ⇒ betekenis aan geven
betekenis ontstaat door de manier waarop iets gerepresenteerd wordt in ‘taal’ :
“We give things meaning by how we represent them – the words we use about
them, the stories we tell about them, the images of them we produce, the emotions
we associate with them, the ways we classify and conceptualize them, the values we
place on them.”
Taal = perspectief op de wereld (kennen!)
- Onze taal bepaalt ook hoe we kijken naar de wereld : wat we kunnen benoemen en wat niet
hoe kan taal op heel concrete manieren ons perspectief beïnvloeden?
vb : ‘Hoe richten woorden als “migratiecrisis”, “leerwinst”... onze blik op bepaalde
elementen en niet op andere?’
Retorische analyse : ‘Wat gaan we doen in dit vak?’ (kennen!)
, - letten op taal en kijken welke perspectieven dit ons geeft
- Welke effecten heeft taal in onze praktijken en communicatie?
- hoe worden we overtuigd? : van expliciete tot meer verborgen vormen : reclame, politiek…
- Kijken naar andere, maar ook kijken naar onszelf : zelf-reflectie op onze eigen manier van
zijn, onze eigen taal. Andere perspectieven begrijpen en onze blik bijstellen.
- quote : “Retorische analyse van culturele narratieven” als het begrijpen van mijn eigen en
andermans manier van kijken door taal en het in staat zijn tot het bijstellen van die blik op de
wereld”
1.2 DEEL 1: Retoriek & verhaal : voorbij negatieve definities (kunnen uitleggen hoe retoriek en
verhaal in negatieve zin worden gebruikt, en welke invullen ons voorbij deze negatieve definities
brengen - vbvraag : “Welke meerdere betekenissen gaf Wayne C. Booth aan retoriek?”)
1.2.1 Retoriek
Retoriek als ‘vuil spelletje met taal’
- iemand die heel retorisch is : iemand die veel trucjes gebruikt, manipuleert
- ‘Jij bent retorisch, ik ben oprecht’ : de ander gebruikt drogredeneringen kwakkelende
argumentaties, en zit vol vooroordelen, maar ikzelf ben rationeel, helder en objectief
- psychologie : self-affirmation theory = mensen beschermen hun zelf-concept dat ze goede,
morele personen zijn
Stigma rond retoriek
- Historische geschiedenis van de retoriek : ontstaan met Plato en Socrates t.o.v. de sofisten
- sofisten = rondreizende leraren die tegen betaling mensen leerden hoe ze tot publiek
moesten spreken (naast andere vaardigheden)
- Plato keek heel negatief tegenover de sofisten : de sofisten waren volgens hem enkel bezig
met mensen te manipuleren
hij vond dat filosofie moest gaan over de zoektocht naar de ‘Waarheid’
hij vond dat datgene waar ze les over gaven een gevaar voor ‘demagogie’ in zat =
overtuigen van ‘demos’ (= de democratie) door taal
⇒ ontstaan eeuwenoude debat sofisten (retoriek) en filosofen
Aristoteles
- leerling van Plato
- iets pragmatischer : gaat handboek schrijven over retoriek (o.a. over de verschillende
soorten van overtuiging, drogredeneringen…)
- retoriek was volgens hem een techniek om goed te debatteren en te overtuigen
- civiele (burgerlijk) invulling van retoriek : ‘hoe kan je door retoriek te leren een goede burger
zijn?’
Gevaar tot verwarring
- retoriek = zowel ‘het doen’ van retoriek (vb. spreken) als de studie van die retoriek
- retoriek = zowel taal met negatieve effecten als ‘verheffende’ taal, bv. de retoriek van Adolf
Hitler, de retoriek van Barack Obama
- retoriek = gevaarlijke overtuiger (demagoog) of goeie burger
- retoriek = gesproken en geschreven taal, beelden & symbolen (in verschillende settings)
Meerdere betekenissen : 4 soorten retoriek (zie ppt)
, 1. Sub-rhetoric : leugenachtige vorm, vuile taal = negatieve invulling van retoriek
2. Mere rhetoric : vb. reclame auto (min of meer authentiek of oprecht, wel trucjes om te
verkopen)
3. Rhetoric-B : zoeken of bedenken van de best mogelijke middelen tot overtuiging
4. Rhetoric-A : onderzoeken van onze doelen, motivateis en waarden in kritische dialoog (naar
onszelf kijken)
→ Listening rhetoric (o.a het verwijderen van misverstanden), zelfreflectie
1.2.2 Verhalen (narratieven)
Verhalen (narratieven)
“Hij zit vast in een samenzweringsverhaal”
- we leggen soms verbindingen tussen gebeurtenissen die er niet zijn : dit kan soms resulteren
in samenzweringsverhaal
- samenzweringstheorieën : we construeren een “verborgen” verhaal (vijandbeelden,
zondebok, duistere en slechte motieven, niet is per ongeluk…)
- quote - Stuart Hall : “we give things meaning by how we represent them – the words we use
about them, the stories we tell about them, the images of them we produce, the emotions
we associate with them, the ways we classify and conceptualize them, the values we place
on them.
Rol verhalen in conflicten
- rol van verhalen in anti-semitisme, racisme… (conflicten) : de ‘goede’ en de ‘slechte’
- ontspoorde taal en vastgeroeste verhalen kunnen leiden tot geweld of haatspraak
- een onderdeel van groter geheel van historische praktijken, opvattingen,
groepsdynamieken…
- verhaal is zowel gevolg als motor ( → constrcutie van een kijk op de realiteit)
Contestatie : #metoo
- activiste Taran Burke: uitnodiging tot delen van verhalen, vergroten empathie,
bonding, groep
- Lokale verhalen: ervaring van 1 persoon accumulatie gelijkenissen, begrip, politieke
impact
- verhalen om andere verhalen te doorbreken = positieve kijk
Denken met/in verhalen
- We maken en interpreteren (literaire / nieuws / …) teksten als verhalen
- We vertellen elkaar verhalen in conversaties
- We getuigen over een misdaad in de rechtbank
- We herinneren ons verleden als een verhaal
- We volgen bepaalde ‘scripts’ in situaties die min of meer herkenbaar zijn (bv. een
restaurantbezoek)
, 1.3 DEEL 2: Enkele ‘constructieve’ perspectieven (4 perspectieven kennen met bijzondere aandacht
voor speech-act theory - bv. kunnen uitleggen aan de hand van terminologie, zoals locutie, illocutie,
perlocutie ; ethos, pathos, logos, constructie van een discours en identificatie)
→ deze perspectieven sluiten elkaar niet uit : het zijn niet verschillende vormen van retoriek, maar
manieren om duidelijker te maken wat een ‘retorische bril’ kan zijn
1.3.1 Taal en symbolen die tot verandering leiden
- Taal is niet zomaar een versiering of louter een beschrijving, maar heeft impact op en geeft
mee vorm aan (de kijk op) de wereld
- Naast beschrijven, kunnen we ‘verzoeken’, ‘vragen’, ‘bevelen’, ’beloven’, ‘bedanken’ (bevat
een bepaalde attitude)
- Expliciete vormen (een politieke speech), maar ook gewoon taalgebruik bepaalt onze kijk, en
daarmee ons handelen
- Opheffen onderscheid taal & actie → taalactie
- quote - Lloyd Bitzer : retoriek als “a mode of altering reality, not by the direct application of
energy to objects, but by the creation of discourse which changes reality through the
mediation of thought and action”
Vb : Speech-act theory
- performatieve taal
- vb van priester versus acteur die priester speelt : “Ik verklaar u man en vrouw”
- vervaging tussen vaststelling en actie
- belang van macht, institutie, regels, traditie, vertrouwen
→ Hoe werkt het ?
vb. “Pfff, het hier zo warm”
Locutie : wat je zegt (de vaststelling)
Illocutie : wat je wilt dat gebeurt (vb. een raam openen)
Perlocutie : wat er gebeurt als gevolg (effect of niet)
Vb : “Wir schaffen das”
- uitspraak van Duitse bondskanselier Angela Merkel in 2015 als reactie op toegenomen
migratie
- Simpele vaststelling? “Wij, Duitsers, zijn gastvrij en rijk genoeg om vluchtelingen op te
vangen
- maar context (scepsis en angst voor vluchtelingen) en haar status → oproep tot actie
→ woorden creëren een realiteit, waarin gehand moet/kan worden
Dehumanisering (spelen met woorden is ook een machtsspel)
- Nazisme : joden als ongedierte
- Rwanda : Tutsi's als kakkerlakken of slangen (gevaar)
+ culturele aannames & praktijken (vuil, bedreiging) ‘opkuisen’, uitroeien van mensen
1.3.2 Constructie van een discours
- middelen zoeken om te overuigen
- gaande van woordgebruik (metaforen, termen), argumentatieve structuren (vb. opbouw van
een speech), aanspraak op emoties,...
- binnen een multimediale context : overtuiging is context-gebonden (speech is anders dan
een powerpoint, dan een blogtekst…)