K000459A - Universiteit Gent
SAMENVATTING
SOCIOLOGIE 2023 |
Camille V.
,1 SAMENVATTING SOCIOLOGIE 2023 | Camille V.
1 Sociologie: een eerste kennis making
Omschrijving van de sociologische zienswijze adhv een toelichting van de ‘sociologische verbeelding’
en een conceptuele analyse van gedrag, sociaal handelen, interactie en context. Het voorstellen van
de sociologie als wetenschappelijke werkwijze, met bijzondere aandacht voor het verschil tussen
kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Een eerste afbakening maken tussen sociologie en andere
wetenschappen, zoals de psychologie en de biologie.
1.1 Inleiding: niet iedereen leeft even lang
Het verschil in opleiding zorgt voor sociale ongelijkheid
Hoger behaald diploma → betere job-kans → betere job → beter milieu →
mindergezondheidsgevaren
Levensverwachting van mannen en vrouwen naar opleidingsniveau
- Vrouwen leven langer dan mannen
- Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe hoger de levensverwachting
= > Hogere opleiding leidt tot materiële voordelen en bepaalt ook de persoonlijke vorming. Men
heeft de mogelijkheden en vaardigheden om gezonder te leven en met bedreigingen om te gaan.
Dit leidt tot een hogere levensverwachting
Sociologie tracht de invloeden van de sociale omgeving op het persoonlijke leven te bestuderen.
1.2 De sociologische verbeelding
Sociologische verklaring: begint met de sociologische verbeelding
Sociologische verbeelding: individuele gebeurtenissen plaatsen en verklaren vanuit een
geheel van sociale relaties die zelf een specifieke historische
oorsprong hebben.
1) Persoonlijke, individuele gebeurtenissen
2) De sociale krachten die er vorm aan geven anderzijds
! Niet zo individueel als ze op het eerste zicht lijken + invloed op sociale omgeving op wat
individuen meemaken in hun leven
,2 SAMENVATTING SOCIOLOGIE 2023 | Camille V.
Stap 1 Biografie - Levensloop van een individu (werk vinden, …)
- Individuele keuzes + gebeurtenissen
- Verklaringen?
o Waarom-vragen
Stap 2 Sociale omgeving - Levensloop hieraan koppelen
- Samenleving:
o = geheel van sociale relaties waarvan we
deel uit maken
o = resultaat van historische ontwikkeling
Stap 3 Historische ontwikkeling - Samenleving = resultaat van historische ontwikkeling
(industrialisering, urbanisatie, …)
- Continue sociale verandering
Bijv: Zonder de IR zou de kennisbehoefte zich nooit gemanifesteerd
hebben (productie en kennis staan nu centraal in laat-kapitalistische sml)
Bijv: Werkeloosheid van 50-plussers is te wijten aan de hogere
scholingseisen. In hun tijd was na het middelbaar werken een realistische
keuze.
1.3 Van gedrag tot samenleving
De socioloog bekijkt de biografie vanuit haar verband met de
‘historische’ maatschappelijke omgeving waarin ze tot stand
komt. In de volgende stap zoomen we verder in op de
bouwstenen van de biografie en de maatschappelijke
omgeving.
1.3.1 Gedrag
= elke actie/reactie van een individu (bijv: lichamelijke beweging, verbale uiting of subjectieve gewaarwording) .
Het bevat zowel een objectieve als subjectieve component (2 dimensies)
Objectief waarneembare of Tussen minimum 2 individuen (ego & alter) waargenomen
externe component → gesproken woord, gebaren en lichamelijke bewegingen
Subjectieve of interne Door 1 waarnemer (ego) waarneembaar
component - Motivationele component
o Ultieme drijfveren van het handelen die
aanzetten, motiveren tot gedrag
o → winstmaximalisatie, zucht naar sociale erkenning,
zucht naar controle en seksuele lust
- Emotionele component
o Innerlijke gevoelens
o → angst, onrust, schaamte, schuld, …
- Cognitieve component
o Beelden die we ons vormen van de
werkelijkheid
- Reflexieve component
o Het beeld dat je over jezelf vormt
De verschillende dimensies van het gedrag kunnen doorgaans enkel analytisch van elkaar gescheiden
worden. In de werkelijkheid doorkruisen deze dimensies elkaar.
,3 SAMENVATTING SOCIOLOGIE 2023 | Camille V.
Een voorbeeld van de verwevenheid van de interne en externe dimensies van gedrag is het feit dat
de meeste emoties samengaan met specifieke gelaatsuitdrukkingen.
1.3.2 Sociaal handelen
= Handelen wordt gekenmerkt door een gerichtheid op een object. Handelen heeft als finaliteit altijd
de realisatie van een doel, het is dus gedrag met een nadrukkelijke doelgerichtheid
Bijv: wanneer we kijken naar waar de uitgang van een lokaal zich bevindt, zijn we het verlaten van dat lokaal al aan het
voorbereiden
→ door deze doelgerichtheid krijgt het handelen een betekenis: de mentale voorbereiding of
projectie van de voltooide handeling. Wanneer een handeling zonder problemen/obstakels verloopt,
zijn we ons niet helemaal bewust van de mentale voorbereiding.
→ volgens Weber is handelen sociaal wanneer de actor bij het plannen van zijn/haar handelen
rekening houdt met wat anderen deden, doen of kunnen doen.
Hij maakte een typologie van sociaal handelen waarbij een onderscheid tussen 5 types van sociaal
handelen wordt gemaakt:
Instrumenteel rationeel handelen Hoe, gegeven de condities en middelen, kan het doel zo
(zweckrational) efficiënt mogelijk bereikt worden?
- Actoren willen een bepaald doel bereiken binnen
een specifieke handelingssituatie
- Handelingssituatie bestaat uit andere mensen en/of
objecten
- Actoren hebben 2 soorten verwachtingen met
betrekking tot die objecten/mensen
o De voorwaarden/condities waaronder de
doelrealisatie kan overgegaan worden
▪ Kunnen niet vrij gemanipuleerd
worden
o De objecten/mensen die faciliterend werken
▪ De middelen, wel te wijzigen
elementen
! De actoren wegen af welke middelen het best geschikt
zijn op een bepaald doel te bereiken
Waarde-rationeel handelen Bewust geloof in de inherente waardevolheid van een
(Wertrational) handeling
- Waarde van ethische goedheid, esthetische
schoonheid en religieuze verbondenheid aard
- De handeling op zichzelf is waardevol en niet het
realiseren van een doel
o Draait om het volgen van eisen die de actor
als bindend inschat
,4 SAMENVATTING SOCIOLOGIE 2023 | Camille V.
Mensen volgen bij WRH een religieuze roeping, laten zich
leiden door inherent plichtsgevoel of streven ze schoonheid
of persoonlijke loyaliteit na
! Het onderscheid tussen WRH en IH is analytisch.
Sociologen brengen onderscheid denkmatig (dus analytisch)
aan. In de praktijk (empitie) zal WRH ook binnen situatie
plaatsvinden met mogelijkheden (middelen) en beperkingen
(condities).
Hoe bepaal je dan of het WRH of IH is? Nagaan welk aspect
de bovenhand haalt:
- Efficiëntie
- Inherente waardevolheid van de handeling zelf
Affectief handelen Gedreven door het navolgen van gevoelens
- Grensgeval binnen de typologie van handelen
- Kan bestaan uit een ongecontroleerde reactie op
een bepaalde stimulus
- Handelen gedreven door gevoelens kan van een
betekenis voorzien worden (sociaal handelen)
Traditioneel handelen Volgt uit sociale gewoontes, beter verstaanbaar als tradities.
De herhaling van eenzelfde handeling, gekenmerkt door een
verplicht kararkter.
- Traditie en gewoonte stuwen ons in een bepaalde
richting
- Verleden bepalend voor het vormgeven van de
toekomst, dit zorgt voor zekerheid
! Als mensen zich echter bewust zijn van de traditie en die
op zichzelf gaan waarderen, kunnen we dit als waarde-
rationeel handelen beschouwen.
Reflexief handelen ↔ traditioneel handelen
Gebaseerd op ‘stoppen, denken en kiezen (zoals instrumenteel-
rationeel handelen)
- Disruptief en breekt de continue lijn
- De reflexieve mens moet nadenken over de richting
die hij wenst uit te gaan en een alternatief kiezen,
na overweging. Dit leidt tot onzekerheid
Complex mensbeeld:
Homo economicus Sociale wetenschappers
De mens weegt dingen af, kosten en baten Complex mensbeeld
(beste optie voor zichzelf)
,5 SAMENVATTING SOCIOLOGIE 2023 | Camille V.
1.3.3 Interactie
→ ontstaat waneer 2 of meer mensen een gedeelde, of op zijn minst complementaire, betekenis aan
elkaars handelen geven. Sociaal handelen vormt de onderbouw van een interactie.
- Niet chaotisch, handelen kent een zekere herkenbaarheid en voorspelbaarheid en is
betekenisvol
- SH = gebaseerd op het principe dat voor de andere ‘zinvol’ ervaren wordt, nl het bereiken
van externe doelen, beleven van waarden, volgen van affecten en tradities
- Soms herkennen we (bewust of onbewust) de ultieme motieven achter handelen. We
denken dat iemand iets doet omdat:
o Winst wil maximaliseren
o Sociale erkenning
o Seksuele lust
Gevolg: We kunnen reageren op het handelen van anderen en anticiperen op de gevolgen van het
eigen handelen, kenmerkt de mogelijkheid tot interactie
Binnen de dynamiek van sociaal handelen kunnen we 2 soorten motieven onderscheiden:
Opdat-motieven We proberen iets te realiseren, een extern doel, een waarde of het
beleven van een emotie.
→ We handelen opdat iets zou worden gerealiseerd
Omdat-motieven Een handeling van een persoon vanuit opdat-motief, wordt voor de
andere persoon een omdat-motief
Geslaagde onderlinge Leidt tot interactie
afstelling vd 2 motieven
→ moeilijkere handelingen vergen een mentaal plan om het geviseerde doel te bereiken. Dit is erop
gericht het opdat-motief te bereiken. Hetzelfde geldt voor de reactie hierop, het omdat-motief.
1.3.4 Vormen van interactie
Mensen kunnen ook verschillende dingen samen doen. Los van de concrete inhoud neemt interactie
ook een bepaalde vorm aan
Conformiteit Interactie die verloopt volgens de betekenis die beide partners aan de
interactie vastknopen. We doen wat van ons verwacht wordt. In een
conforme interactie bevinden zich 2 aspecten:
- Wederzijds akkoord over…
o Wat er in de interactiesituatie zal gebeuren
o Hoe die overdracht zal gebeuren
↔ deviantie/afwijking: minstens 1 van de interactie partners houdt zich niet
aan de al dan niet expliciet afgesproken regels
Samenwerking/ Sociale eenheden proberen samen een doel te bereiken
coöperatie
- Er moet een akkoord, stilzwijgend of afgesproken, zijn op samen een
bepaald doel te bereiken
,6 SAMENVATTING SOCIOLOGIE 2023 | Camille V.
- Er moet wederzijdse bereidheid tot samen handelen zijn en een
minimum aan conformiteit mbt het navolgen van de afspraken
- Conformiteit is een deelaspect
- Interacties gebaseerd op samenwerking en conformiteit maken
samenleven mogelijk
- Conformiteit en samenwerken werden door sociologen als kernobject
van de sociologie gemaakt
Conflict ↔ samenwerking
Hebben betrekking op schaarse middelen, waarden, aanzien en macht
- Centrale kenmerk:
o Ten minste 2 partijen, al dan niet impliciet, gaan niet akkoord
met hoe een interactie moet verlopen, waarbij ze een poging
doen om de interactie te laten verlopen volgens de eigen
zienswijze
o Mensen moeten over middelen beschikken, meestal
middelen niet in overvloed
o Menselijk leven kenmerkt zich door het zich toe-eigenen van
schaarse middelen
o Wanneer bij verdeling van schaarse middelen geen akkoord
komt → conflict
- Niet eenzijdig negatief beschouwen
o Kan een positieve bijdrage vormen tot de opbouw en later tot
de versterking vd sml.
o Het is een stimulus voor de ontwikkeling van nieuwe regels,
normen en instituties
- Conflicten maken ‘slapende regels’ wakker
o Schudden sml wakker, herbevestigen regels en eventueel
nieuwe regels
- Onder invloed van een gemeenschappelijke vijand worden groepen
zeer onverdraagzaam mbt interne dessidentie. Enkel beperkte
afwijking worden aanvaard
- Conflicten zorgen ook voor groepscohesie. Een gemeenschappelijke
vijand brengt mensen dichter bij elkaar
Ruil Niet alleen beschouwen vanuit een economische context. Vaak een ongelijke
verdeling van kosten en baten
- Voor de studie van interactie is sociale ruil belangrijk.
Baten/beloningen die in individuen in sociale verbanden ontvangen,
betekenen meestal kosten voor de anderen (Blau)
- Wnr we publiekelijk onze dankbaarheid uitdrukken, verkrijgen we een
hogere status
o Dankbaarheid wordt als een sociale norm beschouwd
o Cynisch zouden we kunnen stellen dat de neiging om andere
te helpen wellicht vaak is ingegeven door te streven naar
sociale erkenning
,7 SAMENVATTING SOCIOLOGIE 2023 | Camille V.
-
Mensen zien interactie vaak als ruil. Als je iets in anderen investeert,
wordt verwacht dat een tegenrepresentatie geleverd wordt. Dit is een
algemeen aanvaard sociaal principe (principe van wederkerigheid)
Conclusie: deze interactievormen zijn overal aanwezig en eens de vormen geïdentificeerd zijn kunnen
we concrete interacties verklaren
1.3.5 De stolling van interactie in cultuur en structuur
Interactie (sociale relaties) hebben vergaande gevolgen, uit interacties groeien cultuur en structuur
Cultuur De gedeelde betekenis die mensen aan het handelen en de objecten uit hun
omgeving toekennen, en die geformaliseerd worden in waarden, normen,
overtuigingen en wetten
Uit interactie van mensen ontstaan allerlei ideeën over wat goed en wat slecht is
Structuur Het geheel van posities van actoren en de vorm van de interacties en relaties
(= regels) tussen die actoren, zoals arbeidsspecialisatie, centralisatie, conflict, samenwerking,
…
Uit interactie ontstaan er verschillende posities, waarbij er rijken en armen,
bezitters en niet-bezitters, machtigen en machtelozen zijn
Alle sociale eenheden ontwikkelen, ongeacht hun omvang, zowel culturele als structurele
kenmerken. De duizenden interacties die mensen met elkaar aangaan zorgen voor de productie van
cultuur en structuur. Dit zijn stabiele, gestolde inhouden en vormen van interactie.
- Cultuur en structuur:
o Ontstaan en bestaan omdat er onderliggende interacties zijn
o Structuren en culturen vallen niet door simpele acties van individuen
▪ Bewegen meestal enkel na langdurige en massale ‘niet-conformistische’
handelingen
Dit mechanisme van stolling en weer vloeibaar worden van structuur en cultuur via sociale interactie
is een centraal thema in de sociologie. We spreken enerzijds van:
- Sociale orde en stabiliteit
vs
- Sociale verandering en dynamiek
Hoe kan de omgeving (structuur en cultuur) en de sociale interactie andere interactie en gedrag verklaren?
Hoe kan sociale interactie de vorming van structuur en cultuur verklaren?
Het verklaren van herhaalde patronen, bij meerdere vergelijkbare individuen dat zich steeds herhaald in de tijd.
(universele verklaringen)
1.3.6 De context
De analyse van de structurele en culturele context staat centraal bij het verklaren van interacties en
gedrag in de sociologie. De context waarbinnen interacties plaatsvinden, is echter ruimer dan dat.
,8 SAMENVATTING SOCIOLOGIE 2023 | Camille V.
Demografische Primaire demografische Gebeurtenissen als geboortes, huwelijken,
factoren kenmerken migraties en sterfte
Secundaire demografische Vloeien voort uit de werking van de primaire
kenmerken demografische kenmerken, zoals leeftijds-
structuur, bevolkingsdichtheid, gemiddelde
gezinsgrootte, …
Ecologische - Hebben betrekking op de natuurlijke omgeving, zoals topografie, het
factoren klimaat, het milieu, …
- De organisatie van het dagelijks leven, welbepaalde
overlevingspatronen en allerlei culturele- structurele constellaties zoals
steden, structuren, ontwikkelt zich dikwijls in eerste instantie als gevolg
van een adaptie aan het fysisch leefmilieu
Materiële en - Elementen die worden aangewend ter beheersing van de omgeving en
technologische die dienen om de basisbehoeften van de mens zo adequaat mogelijk te
factoren bevredigen, zoals technologische ontwikkelingen, organisatie van
economie, huisvestigingsnormen, de organisatie van transport en
communicatie
1.4 De sociologie en haar aanverwante disciplines
We kunnen de sociologie samenvatten in 2 algemene stelregels:
1) Sociologen leveren geen enkelvoudige verklaringen, maar algemene wetmatigheden.
Hiermee proberen ze tijd en ruimt gebonden verklaringen te overstijgen
2) Sociologen verklaren gedrag, (sociale) handeling en/of interacties door invloed van de
sociale omgeving, dus door te verwijzen naar andere sociale handelingen en/of interacties
o Microsociologie: de klemtoon op de studie van kleine groepen en interactie tussen
individuen
o Macrosociologie: focus op de kenmerken van grotere sociale eenheden
De sociologie verschilt enigszins van wetenschappen zoals geschiedschrijving of de culturele
antropologie qua invalshoek en analysemethode. Ze gelijken wel wat op elkaar qua onderzoeksobject
Geschiedschrijving Historici zijn een soort detectives die obv nauwgezet en kritisch
bronnenonderzoek een complex fenomeen uit het verleden proberen
begrijpen en verklaren, hierbij verwijst hij naar algemene
wetmatigheden alsook tijd- en plaatsgebonden factoren. Hij gaat creatief
om met informatiebronnen
Culturele Het beschrijft en interpreteert culturen. Ze hebben zich in praktijk
antropologie voornamelijk toegespitst op de studie van 1 sml in al zijn complexiteit en
maken doorgaans gebruik van kwalitatief onderzoek, namelijk veldwerk
(identiteit, religie, seksualiteit, globalisering en de relatie met de natuur)
Sociologie is uiteraard niet de enige wetenschap die menselijk gedrag bestudeert. Alle domeinen
oefenen invloeden uit op elkaar
Biologie Houdt zich oa bezig met na te gaan hoe variaties in fysiologische
eigenschappen, hormonale processen en biogenetische factoren gepaard
gaan met variaties in gedrag
, 9 SAMENVATTING SOCIOLOGIE 2023 | Camille V.
Psychologie Ziet het gedrag als een soort weerspiegeling van cognitieve en
emotionele processen die ‘van binnen uit’ het gedrag bepalen. Het
gebruikt een intra-individuele benadering
! we zijn conservatief als we enkel gaan kijken naar de intra-
individuele verklaringen, we moeten naar veranderingen buiten alleen
het individu gaan zoeken!
Sociologie Neemt niet het individu, maar wel de sociale omgeving en de sociale
relaties van individuen als referentiekader bij de verklaring van gedrag.
Het wil gedragsnormen verklaren
Hiermee is duidelijk dat de verschillende disciplines niet strikt van elkaar gescheiden kunnen worden.
Het gevolg hiervan is dat er specifieke subdisciplines ontstaan op de grenzen van die disciplines
Sociale psychologie De studie van attitudevorming en attitudeverandering, met inbegrip van
overtuigingsprocessen, behoort tot het terrein van de sociale
psychologie. Itt de intra-individuele benadering (=psychologie) gaat men
hier uit van een interindividuele benadering
Interactie (interindividueel) kan een houding (intra-individueel)
veranderen (object sociale psychologie)
Sociobiologie Gedragsvormen en sommige erop voortbouwende vormen van sociaal
handelen zijn het resultaat van een duizenden jaren lange aanpassing
aan de externe omgeving
- Bepaalde gedragsvormen/vormen van sociaal handelen bestaan
omdat ze een adaptieve waarde bezitten
Mensen hebben wel cultuur, maar niet alleen onze cultuur bepaalt wat
we doen en wat we niet doen. Volgens Edward Wilson kan de socwet
maar beter naar samenlevingen en menselijke handelen kijken vanuit
een evolutionair tijdsperspectief
- Hierbij komen processen van genetische evolutie en natuurlijke
selectie verklarende principes naar voren
Biosociale verklaring De wisselwerking tussen het biologische en het sociale wordt in het
algemeen nagegaan. Men legt de klemtoon op de wijze waarop
biologische processen aan de basis liggen van interacties en
maatschappelijke processen kunnen beïnvloeden (genetische
onderbouwing gedrag)
1.5 Basisregels bij de uitvoering van sociologisch onderzoek
1.5.1 Objectiviteit
Verklaringen en inzichten moeten geldig zijn voor meer dan 1 wetenschapper
→ gedeelde geldigheid
- Replicatie
- Meerdere onderzoeken nodig vooraleer te aanvaarden als geldig
Bijv: wnr socioloog A beweert dat er meer kans is dat ongehuwden depressief worden, dan mag die uitspraak, om
wetenschappelijk geldig te zijn, niet enkel gebonden zijn aan de analyse en het onderzoek van socioloog A