Sociale & politieke leerstelsels
Inleiding
Emancipatie
Emancipatie van de mens komt voort uit de aanvaring van verschillende visies over de werkelijkheid
en de uiteenlopende meningen over de toekomst.
Emancipatie heeft te maken met de menselijke betrachting om een volwaardige plaats in de
samenleving te krijgen. Het impliceert dat individuen en groepen steeds meer greep krijgen op de
eigen levensomstandigheden, wat vooruitgang impliceert.
Vandaag, optimismekloof: het idee dat alles goed gaat met ‘mij’ maar niet met ‘ons’, ofte het gevoel
optimistisch te zijn voor ons eigen leven maar te vrezen voor de toekomst van de mensheid.
Ongelijkheid: gestegen sinds 1980-1990, daling van de ongelijkheid tussen verschillende landen maar
een stijging binnen landen.
Emancipatiestrijd: proces vol spanningen, conflicten en tegenstrijdigheden tussen verschillende
groepen, in de eerste plaats tussen sociale klassen.
Ideologische strijd: wanneer groepen zich voor verandering mobiliseerden, waren er altijd andere
groepen die streefden naar behoud, emancipatie is drm onlosmakelijk verbonden met machtsconflicten
Ideologie
Louis Destutt de Tracy (1796): het menselijke handelen en denken in rationele wetten vatten zodat de
hele maatschappij verklaard zou kunnen worden.
Andrew Heywoods: een geheel van ideeën dat de basis vormt voor georganiseerde politieke actie of
dit nu bedoeld is om het bestaande machtssysteem te behouden, aan te passen of omver te gooien.
Een politieke ideologie is dus een geheel van ideeën en opvattingen dat aan de sociaal-politieke
verhouding vorm wenst te geven.
Ideologieën doen een uitspraak over grenzen en over eigendom en weerspiegelen daardoor de keuzes
die in een bepaalde maatschappij worden gemaakt.
Het zijn politieke keuzes die een maatschappij maakt die de ongelijkheid vormgeven.
Ideologie:
- Omvat altijd positieve en negatieve opvattingen die zowel descriptief als normatief zijn
- Geheel van ideeën dat grip probeert te krijgen op de maatschappij zoals die is en zou moeten
zijn
- Opgebouwd rond concepten waarvan de betekenis in de loop van de tijd kan veranderen
- Verschillende ideologieën, verschillende centrale concepten, sterk afwijkende definities
- Succes hang samen met capaciteit om stellingen, aannames en definities als juist voor stellen
- In ideeënstrijd betwisting van centrale concepten uit schakelen door kritiek te geven op andere
1
,Probleemruimte
Scott (2004): een historisch geconstitueerde discursieve ruimte, een context van argumentatie
waarbinnen een geheel van vragen en antwoorden wordt geformuleerd en waarrond zich een horizon
van identificeerbare conceptuele en ideologisch-politiek belangen vormt
Bardawil (2020): achterhalen wat de vragen, en antwoorden waren die de politiekers bezighielden
Ideologische verandering
Ideologieën porberen ook in te grijpen in de werkelijkheid, richten zich op maatschappelijke actie.
Elke ideologie probeert een geprivilegieerde groep te mobiliseren om hun belangen te verdedigen.
Ideologische verandering zit in de wisselwerking tussen ideeën en politiek engagement.
-> niet meer aanwezig: ideologie wordt doctrine
Ideologieën Freeden: systemen van politiek denken waardoor individuen en groepen een wederzijds
begrip hebben van de politieke wereld, en dan handelen naar dat begrip
Sociale wetenschap: de zoektocht naar kennis over de verborgen ware aard van de maatschappij.
Ideologie Marx: datgene wat de tegenstrijdigheden van de maatschappelijke werkelijkheid verbergt,
alleen het socialisme wad de ware wetenschap
Ideologieën stellen altijd doelen voorop die de politieke acties van mensen verklaren, rechtvaardigen
en oriënteren naar een bepaald doel, te wijzigen of die op een revolutionaire manier wil heruitvinden.
Ideologieën en sociale theorieën
Vertrekken beide vanuit specifieke aannames, verklaren de sociale wereld, hoe en waarom die
verandert, en reiken een systeem van gerelateerde concepten en ideeën aan.
Sociale theorieën: wetenschap staat altijd open voor discussie. Argumenten die met feiten onderbouwd
zijn, kunnen sociale theorieën aanvullen, nuanceren, onderschrijven of, bekritiseren in invalideren.
Sociale theorie streeft objectiviteit na, baseert zich op de rede en staat open voor weerlegging.
Ideologieën: blijven zich vasthouden aan het doel om zekerheid, duidelijkheid en klaarheid te
verschaffen aan de aanhangers. Ideologieën omschrijven zichzelf als afgesloten, compleet en
afgewerkt.
Ideologieën: terug van nooit weggeweest?
Daniel Bell: begin jaren zestig, einde van de ideologieën
Want mensen die de Grote Depressie van de jaren 30 van de vorige eeuw hadden meegemaakt,
mensen die het stalinisme, nazisme, fascisme en WOII hadden overleefd, niet meer bereid waren om
zich politiek te engageren in ideeën in ideologieën die extreem leken.
Als de ideologie en zelfs de geschiedenis tot een einde komen, dan verdwijnt de politiek of verandert
ze in niets meer dan bestuur en beheer.
Nieuwe vormen van beleid, of governance, worden ingevoerd onder het motto van technische
efficiëntie en in naam van de noodzaak van de ‘goede’ werking van de markt.
Postpolitieke situatie: oppositionele ideologieën die door verschillende partijen werden belichaamd en
die binnen de democratie om de gunst van de kiezers streden, worden vervangen door een algemene
consensus dat het kapitalisme en het vrij functioneren van de markt de basis van de politiek vormen.
2
,De jaren 2010 hebben duidelijk gemaakt dat er een wereldwijde hernieuwde belangstelling voor het
politieke is.
Hoofdstuk 1: de ontrafeling van de middeleeuwse orde (1450-
1650)
Renaissance: verschillende veranderingen in de politiek, de economie, de plaats van het christendom,
het denken over de mens en maatschappij die een impact hebben gehad op de West-Europese
maatschappijen, en van daaruit de rest van de wereld.
Individu speelt een belangrijke rol. Niet de idealisering van het verleden, maar het geloof in de
toekomst van de mens kwam centraal te staan.
Renaissance het denken weer maakte tot een maatschappelijk avontuur dat de moeite waard was, in
plaats van een kloosterlijke meditatie die het in stand houden van een als vaststaand orthodoxie ten
doel had.
Wetenschappelijke vooruitgang en de geleidelijke emancipatie van de politiek
Leonardo da Vinci (1452-1519)
God heeft ons een brein gegeven om te denken -> begint te experimenteren
Het geld dat werd verdiend door de handel vormde de kern van de macht van de Italiaanse steden en
deed ook de door de katholieke Kerk ondersteunde visie op rijkdom en economische activiteiten
veranderen.
De handel werd onproductief door de verzuchting naar rijkdom en luxe. Handel betrof in de eerste
plaats het verruilen van bepaalde goederen tegen een bepaald bedrag, nog maar weinig producten
werden systematisch geproduceerd om verkocht te worden.
Het mercantilisme ging ervan uit dat de vorst de taak had het inkomen van de natie te ontwikkelen.
Door te steunen op de groeiende macht van handelaars zou de koning de commerciële ontwikkeling
van de natie vergroten en zo ook zijn eigen macht verder uitbouwen.
Machiavelli (1469-1527)
Was niet geïnteresseerd in het beschrijven van moreel of eerbaar gedrag of hou een maatschappij
moest geleid worden, maar in de feitelijkheid van hoe een maatschappij concreet werd geregeerd en
hoe mensen zich gedroegen.
Vorstenspiegel: leerboek voor toekomstige vorsten, een boek waarin de idealen van het koningschap
werden opgesomd zodat de toekomstige vorst een geïdealiseerde spiegel werd voorgehouden.
Machiavelli’s revolutionaire nieuwe ingreep was dat hij in zijn vorstenspiegel het werkelijke en niet
het ideale gezicht van de vorst beschreef, waardoor de spiegel iets spiegelde dat de vorst onder geen
beding wilde zien.
De menselijke natuur was altijd en overal hetzelfde, was tegelijkertijd goed en slecht. Maar voor de
politiek moest men ervan uitgaan dat de mens van nature slecht was.
Zijn politieke filosofie is wetenschappelijk en empirisch, gebaseerd op zijn eigen ervaringen in de
praktijk, erop gericht de middelen te verschaffen voor het bereiden van vooraf vastgestelde
doeleinden, onafhankelijk van de vraag of deze als goed of als slecht moeten worden beschouwd.
Kritieken op de kerk: zij heeft door haar slechte gedragingen de religieuze overtuiging ondermijnd,
verder houden de wereldlijke macht van de pausen en de politiek, waartoe deze macht leidt, de
3
, eenwording van Italië tegen.
Door religie niet als een spirituele kracht maar als een meer geobjectiveerde kracht te benaderen,
maakte hij een geseculariseerde analyse van religie mogelijk.
Machiavelli die in een verdeeld Italië leefde, wenste uitdrukkelijk dat Italië een sterke staat zou
opbouwen die in het concert der naties haar plaats zou hebben, een sterke eenheidsstaat waarin orde en
zekerheid verzekerd waren.
Hij pleitte voor het oprichten van een volksleger, een leger dat bereid was te vechten omdat het iets te
verliezen had en geen leger dat bestond uit huurlingen die enkel voor hun beloning vochten.
Vrijheid betekende zekerheid. Die zekerheid was in de eerste plaats orde maar vooral de
onaantastbaarheid van het privébezit.
‘of men van U zal houden hangt van de mensen af, of men u zal vrezen hangt van U af’
Thomas More (1478-1535)
Staatsman en schrijver die de politieke realiteit en de maatschappelijke problemen wilde begrijpen.
Diepchristelijke man die ervan overtuigd was data de staat er eigenlijk moest zijn voor haar leden.
Utopia
1ste deel:
Beschrijving van de sociale en economische verwoesting van het Britse platteland in de 16 de eeuw. De
eerste enclosure-beweging (omheining) veranderde de traditionele landbouw die gebaseerd was op een
gemeenschappelijk beheer van de grond met open velden, in een systeem van particulier grondbezit of
privébezit van de landbouwgronden die van elkaar werden gescheiden door omheiningen of hagen.
Samen met het privaat bezig van gronden, en dus de zeer geleidelijke intrede van het kapitalisme,
ontstond de moderne armoede.
2de deel:
Beschrijving van het ideale eiland, als een positief spiegelbeeld van Engeland. Het eiland is gebaseerd
op het gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen en kent geen handel gebaseerd op geld. De
Utopiërs erkenden de christelijke leer, en de openbare moraal van het eiland was gebaseerd op de
wens om in harmonie met de natuur en met Gods wil te leven.
Het einde van de katholieke hegemonie: reformatie en contrareformatie
Luther (1483-1546)
Hernieuwde aandacht voor klassieke Griekse en Romeinse werken. Meer dan een literaire stroming
was het humanisme een intellectuele stroming die uitdrukking gaf aan een nieuw zelfbewustzijn van
de menselijke geest waarin de liefde voor de mens en de natuur centraal stond.
Zoals alle hervormingsbewegingen was het protest van de humanisten vooral gericht op de misstanden
en misbruiken van de Kerk.
Luther nagelde de 95 stellingen van toegeeflijkheid aan de poort van de kerk, waarmee hij in opstand
kwam tegen de decadentie van de kerk.
Protest tegen de commercialisering van de aflaten, na het opbiechten van zonden door de gelovige
konden de straffen worden kwijtgescholden door de kerk. In de praktijk was de aflaat een handel
geworden waarbij de Kerk wel voer.
Streefde naar religieuze bevrijding van de mens zonder tussenkomst van een kerkelijke instelling.
Luther had zelf geen concreet staatssysteem of organisatie in gedachten, maar hij benadrukte dat alle
gelovigen zich moesten onderwerpen aan een sterk gezag.
4