Samenvatting
levenslooppsychologie
AJ 2022-2023
Rens Bruggeman
HOGENT
, Levenslooppsychologie_Samenvatting.S1 – Rens Bruggeman 2022-2023
Hoofdstuk 1:
INLEIDING
1.2 EEN ORIËNTATIE OP DE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
1.2.1 EEN DEFINITIE VAN LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE/ ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
Wetenschappelijk studie naar de groei, verandering en stabiliteit van conceptie tot aan de dood
1.2.2 WAT IS ONTWIKKELING?
Ontwikkelen = veranderen van een aanwezige structuur
1.2.3 ACTUELE VRAAGSTUKKEN
Is ontwikkeling continue of discontinue?
Continue: geleidelijk aan verder bouwen op het vorige
Discontinue: ene fase is kwalitatief anders dan de andere, fase afwerken
vooraleer naar volgende fase
Er zijn kritieke en gevoelige perioden
Kritieke periode: specifieke periode waarin een bepaalde gebeurtenis de
grootste consequenties heeft
Gevoelige/ sensitieve periode: extra gevoelig voor omgevingsinvloeden > optimaal voor ontstaan bepaalde capaciteiten
Nature-nurture debat (eerder een en-en verhaal)
1
, Levenslooppsychologie_Samenvatting.S1 – Rens Bruggeman 2022-2023
1.2.4 HET LEVENSLOOPPERSPECTIEF
· Iedereen behoort tot een cohort: groep mensen die op dezelfde tijd en plaats geboren zijn
· Normatieve effecten: gebeurtenissen dat de meeste individuen op dezelfde manier ervaren > historisch, leeftijdsgebonden of
socio-cultureel
· Niet-normatieve effecten: niet voor de grote groep (individueel)
1.2.5 HET LEVENSLOOPPERSPECTIEF: UITGANGSPUNTEN
· Levenslang
· Multi-dimensioneel (verschillende domeinen) en multi-directioneel (sommige zaken nemen toe, andere af)
· Plastisch
· Beïnvloed door meerdere, interagerende factoren
1.3 DE REIKWEIDTE VAN HET VAKGEBIED
1.3.1 ONTWIKKELINGSFASEN EN -DOMEINEN
LET OP !!
Er is een horizontale en een verticale samenhang
→ horizontaal: samenhang tussen ontwikkelingsdomeinen binnen één ontwikkelingsfase
→ verticaal: samenhang tussen ontwikkelingsfasen binnen één ontwikkelingsdomein
, Levenslooppsychologie_Samenvatting.S1 – Rens Bruggeman 2022-2023
Hoofdstuk 2:
DE PRENATALE ONTWIKKELING
2.2 PRENATALE GROEI EN ONTWIKKELING
2.2.1 BEVRUCHTING: HET MOMENT VAN DE CONCEPTIE
Bevruchting of conceptie = zaadcel en eicel smelten samen tot één zygote
2.2.2 DE STADIA VAN DE PRENATALE ONTWIKKELING
2.2.2.1 De germinale periode (0 – 2 weken)
Germinale periode
→ zygote deelt zich + nestelt zich in baarmoeder
2.2.2.2 De embryonale periode (2 – 8 weken)
Ontwikkeling in- en uitwendige structuren:
· Endoderm
· Mesoderm
· Ectoderm
embryo heeft kieuwen en soort staart
Begin eerste uiterlijke tekenen zwangerschap
Organogenese = ontwikkeling orgaansystemen
→ kwetsbaar voor ‘aanslagen’: externe schadelijke invloeden of teratogenen
Tot einde van deze periode kan zwangerschap afgebroken worden
3 belangrijke systemen ontwikkelen:
· Vruchtzak > veiligheid
· Placenta > voedingsstoffen
· Navelstreng > verbinding
,Levenslooppsychologie_Samenvatting.S1 – Rens Bruggeman 2022-2023
2.2.2.3 De foetale periode (8 – 38 weken)
Herkenbaar als ‘minimensje’
Groei en verdere ontwikkeling organen
→ botvorming, lengtegroei en gewichtstoename zijn aanzienlijk
14-16e week: geslacht foetus herkenbaar
Beweging, reageren op prikkels
Bewegingen door moeder gevoeld
= belangrijk psychologisch moment
Laatste 3 maand:
intensieve groeiperiode hersenen
gewichtstoename
– moederlichaam voorziet foetus van antistoffen
Zintuigelijke waarneming?
→ reageert op geluid, verkiest zoete smaken
Haptonomie = relatie proberen opbouwen met kindje vóór geboorte
→ manieren leren om cc te maken met de baby bv. buik op bewuste momenten aanraken
2.2.3 MISKRAAM
Miskraam of spontane abortus = zwangerschap eindigt voordat ontwikkelende kind buiten de baarmoeder kan
overleven (meestal door genetische afwijkingen)
Abortus = vrijwillig zwangerschap beëindigen
2.2.4 FERTILITEITSPROBLEMEN: ALTERNATIEVE ROUTES BIJ ZWANGERSCHAP
Onvruchtbaarheid (infertiliteit) = onvermogen zwanger te worden na 12 – 18 maanden proberen
Andere mogelijkheden:
· kunstmatige inseminatie (al dan niet met een donor) KI(D): zaadcellen door arts direct in baarmoederhals geplaatst
· in-vitrofertilisatie (IVF): bevruchting buiten baarmoeder, eicellen uit lichaam vrouw gehaald en bevrucht in labo
· draagmoeder
2.3 PRENATALE DIAGNOSTIEK EN GENETISCHE ADVISERING
1. Risico’s opvolgen op genetische afwijkingen
2. Genetische afwijkingen in de familie nagaan
In Vlaanderen: 4 genetische centra
→ mogelijkheid vroegtijdige diagnose door genetisch adviseur
→ bij elke prenatale consultatie: controleonderzoeken
,Levenslooppsychologie_Samenvatting.S1 – Rens Bruggeman 2022-2023
Techniek om foetale Uitleg
ontwikkeling te volgen
Echografie D.m.v. geluidsgolven > beeld baby
Nekplooimeting via echo (verdikte nekplooi kan duiden op
chromosoomafwijking)
Tripletest (vervangen Bloedafname
door NIPT) Enkel risicoschattend: geen zekerheid
Vruchtwaterpunctie Met lange naald via de buikwand > vruchtwater opgezogen
Vlokkentest Lange naald via baarmoederwand > stukje placenta (moederkoek) wegnemen
Navelstrengpunctie Rechtstreeks bloedonderzoek
Niet-invasie prenatale Bloedafname
test (NIPT) → Indien een combinatietest (bloedafname & nekplooimeting) aangeeft dat er
een probleem is met de zwangerschap, blijft een vruchtwaterpunctie wenselijk
→ screenen van chromosoomafwijkingen bij alle technieken!
2.3.3 PRENATALE OMGEVINGSINVLOEDEN
Teratogenen = schadelijke invloeden van buitenaf
· Voeding: slechte voeding verhoogt kansen op miskraam, vroeggeboorte of doodgeboorte
· Infecties:
cytomegalie > vrucht raakt ernstig beschadigd, 1e trimester = miskraam
toxoplasmose > mentale achterstand, oogafwijkingen, …
· Medicijnen
· Alcohol: risico op foetaal alcohol syndroom (fas)
Rhesusfactor
Als de vader Rh+ is en de moeder Rh- dan kunnen er bij de foetus complicaties ontstaan
→ de moeder zal Rh- antilichamen aanmaken die rode bloedlichaampjes in bloed v/d foetus zullen vernietigen
→ aanleiding tot miskraam, doodgeboren worden, overlijden kort na de geboorte
De leeftijd v/d moeder heeft invloed op gezondheid van zichzelf + kind
Ouder/ te jong → meer risico op zwangerschaps- en geboortecomplicaties
,Levenslooppsychologie_Samenvatting.S1 – Rens Bruggeman 2022-2023
Hoofdstuk 3:
DE GEBOORTE EN DE PASGEBORENE
3.2 DE GEBOORTE
3.2.1 PREMATURITEIT, POSTMATURITEIT EN DYSMATURITEIT
Prematuriteit = bevalling meer dan 3 weken voor de berekende datum
Dysmaturiteit = bevalling op berekende datum, maar lager geboortegewicht
Postmaturiteit = bevalling twee weken of meer na de berekende datum
3.2.2 DE FASEN VAN DE BEVALLING
Weeën (einde prenatale fase) = samentrekkingen baarmoeder
→ in begin af en toe, meer naarmate geboorte nadert
Er komen hormonen vrij: oxytocine waardoor de baarmoeder samentrekt
Heel veel vrouwen kiezen tijdens geboorteproces voor epidurale verdoving = inspuiting in ruggenmerg > gedeeltelijk verdoofd
(wel bewust bevalling meemaken)
1e fase: de ontsluitingsfase
2e fase: de uitdrijvingsfase
3e fase: nageboorte
Eerste kennismaking = belangrijk (aanraking > hechtingsproces bevorderen!)
→ bonding = eerste intieme fysieke en emotionele cc ouder & kind direct na geboorte
3.3 DE PASGEBORENE
3.3.1 DE APGAR-SCORE
Apgar-score
→ meetinstrument waarmee gezondheid pasgeboren baby wordt bepaald:
– hartslag
– ademhaling
– spiertonus
– prikkelreactie
– huidskleur
→ 3 verschillende momenten: onmiddellijk na geboorte, na 5 minuten (meest adequate score) en na 10 minuten
→ score 4/10 of minder: onmiddellijk hulp!
3.3.2 DE EERSTE LEVENSFUCNTIES
Aangeboren gedragspatronen
→ baby is gericht op overleven/bevredigen behoeften
Eerste levensfuncties:
· slapen: 18u slapen per dag > geen ritme dag/nacht
· eten: zeer veel voedingen nodig
· huilen: belangrijk van bij de geboorte → primitieve communicatie bv. ik heb honger
· reflexen: niet aangeleerde, gestructureerde en onvrijwillige responsen die automatisch optreden
· zintuigen: volop in ontwikkeling > in begin: geur- en smaakzin
, Levenslooppsychologie_Samenvatting.S1 – Rens Bruggeman 2022-2023
SCHEMA ONTWIKKELINGSFASEN
Verschillende ontwikkelingsprincipes:
· Cefalocaudale principe:
→ Groei: van boven naar onder
· Proximodistale principe:
→ Groei: van binnen naar buiten
· Hiërarchische integratie:
→ Van eenvoudige naar complexe vaardigheden
· Differentiatie:
→ Cellen specialiseren in specifiekere functie
· Onafhankelijkheid van systemen / asynchrone groei:
→ Lichaamsdelen ontwikkelen op # tijdstippen en tempo
· Absolute drempel:
→ Laagste waarde qua intensiteit die iemand nodig heeft om een bepaalde stimulus te kunnen waarnemen
, Levenslooppsychologie_Samenvatting.S1 – Rens Bruggeman 2022-2023
DE PASGEBORENE
LICHAMELIJKE ONTWIKKELING SENSORIËLE ONTWIKKELING MOTORISCHE ONTWIKKELING
Asynchroon Voorkeur voor felle kleuren en grote contrasten, Reflexen = niet aangeleerde, gestructureerde,
eenvoudige figuren, menselijke figuren onvrijwillige responsen > automatisch in aanwezigheid
Hoofd: ¼ > heel groot t.a.v. rest v/h lichaam bepaalde stimuli
→ cefalocaudale ontwikkeling → permanente reflexen: nies-, geeuw- en
kniepeesreflex
Hersencellen (myelinisatie) = van globaal naar → primitieve reflexen of archaïsche reflexen: reacties
gedifferentieerd op uitwendige prikkels die geleidelijk verdwijnen (in
loop 1ste maanden)
*Grijpreflex: iets in buurt handpalm > stevig
vastgrijpen
→ vroeger: vastklemmen moedervacht
*Snuffel- of zoekreflex: strelen wangetje > hoofdje
draait in richting aanraking
*Zuigreflex
*Babinski-reflex: tenen spreiden bij wrijven over
voetzool
*Moro- of schrikreflex: Plots geschrokken > armpjes
strekken + beentjes klemmen
→ vroeger: vastklemmen moedervacht
*Stapreflex: onder okseltjes vastgehouden + beentjes
op vlakke grond > stapjes zetten
Flexihouding of foetushouding: Beentjes opgetrokken
+ armpjes gebogen