MUSCULOSKELETALE KINESITHERAPIE 5
BEHANDELING ONDERSTE KWADRANT (40% MULTIPLE CHOICE)
BEHANDELING VAN CERVICALE KLACHTEN
Hoe ga je aan de slag met iemand met nekklachten?
Welke indeling dien je te handteren voor nekklachten? Classificatie quebec task force
Wat zou je willen bekomen met je behandeling?
CASUS
Casus 1 Casus 2
• Dame 48 jaar • Dame 37 jaar
• Neklast, bilateraal, uitstralend naar beide • Neklast, unilateraal links. Sinds 10-tal dagen.
schouders. Deze klachten werden voelbaar na het slapen in
• Geen uitstraling verder naar de armen de zetel. Daarbij lag haar hoofd lange tijd in
• Werkt momenteel in een kledingwinkel, heeft lateraalflexie naar links.
voordien in de horeca gewerkt. • Bij het wakker worden had ze erg veel pijn.
• Al geruime tijd, met wisselend verloop. Goede Deze is nu al wat minder hevig, maar ze
en minder goede episodes wisselen mekaar af. ondervindt toch nog wel een vastzittend gevoel
• Nof ’23, overlijden van ouders aan de linkerkant.
• Er is geen uitstraling naar de armen.
• 2 jonge kinderen, 2 en 4 jaar oud
→ Als je vraagt hoe het is begonnen weet die dat niet → Kan exact zeggen wanneer het is begonnen
Het ontstaan is hier niet duidelijk (ontstaan is duidelijk)
Beloop: Je moet per episode bekijken, telkens per Beloop: Is een normaal beloop, 10 dagen aanwezig, is
nieuwe opstoot.(iemand die zegt heb lang, soms niet en minder maar nog steeds last, is zoals we het
soms wel, dan kijken bij opstoot, anders heb je verwachten.
chronische klachten en dat is ook niet waar) In richtlijn geen psychosociale factoren, dus in richtlijn
geen dingen gaan zoeken die niet relevant zijn (bv.
Minder slaap)
Misschien aandacht geven aan de ergonomie. Behandelprofiel A → prognose = gunstig
Hebben beide waarschijnlijk graad 2 of zelfs graad 1 (Hebben beide geen radiculopathie)
→ Nekpijn + Hebben geen uitstraling verder naar armen
Heel belangrijk dat je dit kent, is basis van classificatie van
nekklachten. Geeft hokjes, niet alleen voor onderzoek, Horen
ook therapeutische richtlijnen bij
(bv uitzoeken of iemand een radiculopathie heeft of niet)
→ Quebec task force classification
,KNGF richtlijn: behandelprofielen
→ Graad 4 wordt niet vermeld, is
een ernstige pathologie
• Fracturen, tumoren (dit zien
wij normaal niet in de
praktijk), moet bij screening
eruit gefilterd worden.
Hoe onderscheid ABC
→ Kijken naar beloop, hoe evolueert klacht nadat ze ontstaan is? kan normaal of afwijkend zijn, wanneer een
beloop afwijkend wordt moet je gaan ingrijpen, als het normaal is wil het zeggen dat het evolueert zoals je verwacht
en moet je niet altijd (sterk) ingrijpen
• A: nekpijn zonder uitstraling met een normaal beloop (normaal: de eerste 2 weken gaat het spontaan beter
zijn)
• B en C zijn een abnormaal verloop, (dan komen psychosociale variabelen die meespelen of niet meespelen)
Behandelprofiel A
Informeren(altijd bij zeggen wat je gaat
informeren): gaat spontaan verbeteren, je
moet actief blijven, geruststellen is heel
belangrijk, dan verwijzen naar beloop dat
het verminderd is, toont aan dat het aan
het aan het beteren is en zal zich
waarschijnlijk ook zo verder zetten.
Waarmee opletten: niet minimaliseren
van de klacht!
→ Geruststellen is juiste info geven en
niet minimaliseren, van te liggen gaat er
niets kapot zijn, gaat verbeteren, weinig
behandelsessie, Je helpt patiënt door die
zo weinig mogelijk te zien, je vind altijd
wel iets dat gespannen staat of dat verder
zou kunnen bewegen, je kan het
nauwelijks of niet versnellen.
Behandelprofiel B
→ Hier begint de interventie, beloop is
niet wat we verwachten dus moeten gaan
ingrijpen, zitten voorbij 2 weken, zitten
tussen 2-6 weken, waar geen verbetering
is, op basis wat je vind in
functieonderzoek.
Vb. oefentherapie + mobilisaties.
Altijd adviseren, altijd uitleggen hoe iets
tot stand komt/evalueert.
Differentiatie met C: hier zijn er geen
psychosociale factoren, bij C wel!
, Behandelprofiel C
Afwijkend beloop
Hier wel Psychosociale factoren!!!
→ angst, onrust, depressieve gevoelens,
catasroferen => heeft een negatieve
invloed op het herstel, dat moeten we
uitleggen!
Profiel B kan naar C gaan door angst: vb.
door beeldvorming.
Beeldvorming is niet beangstigend maar
hoe je met die beeldvorming om gaat
WELKE ONDERDELEN KAN JE ONDERSCHEIDEN IN DEZE THERAPIEËN?
• Educatie
• Oefentherapie
• Mobilisaties
• Afsluiting/rapportering
EDUCATIE
• De effectiviteit van gestructureerde patiënteneducatie voor het beheer van WAD en NAD evalueren.
• Inhoud?
• Hoe ga je het aanbieden? → filmpje, mondeling, brochures, kan versterkend zijn voor de uitleg
• Je moet niet alleen informatie geven, je moet het combineren met andere zaken!
Soorten advies dat je gaat geven
Genoeg bewegen, moeten blijven bewegen,
werkt tegen de angst
Info over hoe pijn ontstaat en mechanisme,
(casus 2, daar nog iets nociceptief, bij iemand
men chronische klacht niet)
Ontstekingsreactie duurt ongeveer 3 dagen
en dan betert dat
, Informatie over prognose: casus 2 is gunstig, natuurlijk beloop
Conclusie systematische revieuw:
Als je alleen maar info geeft is het minder effectief, combineren met andere zaken
OEFENTHERAPIE
Comperatieve effectiviteit van fysieke oefeninterventies voor
chronische aspecifieke nekpijn: een systematische review met
netwerkmeta-analyse van 40 gerandomiseerde gecontroleerde
onderzoeken.
Wat beschouwen we als oefentherapie?
→ Actieve bewegingen uitvoeren (hier ga je meer mobiliteit verbeteren)
→ Kracht verbeteren
→ Stabiliteit verbeteren
→ Coördinatie verbeteren
→ Uithouding verbeteren
→ Stretching
Specifiëren wat je wil doen
Evenwicht en nek interageren heel hard, moeten kunnen stappen, blik op iets fixeren en stappen met hoofd draaien
zonder dat we vallen
Yoga, pilates, Thay Chii